10 procent van de Europese start-up-oprichters zou het liefst hun start-up in Amsterdam beginnen. Hiermee staat deze hoofdstad op de derde plek van populairste Europese steden voor start-ups. De populairste steden zijn Berlijn (15 procent) en Londen (14 procent). Dat blijkt uit de start-up heatmap van het Europees start-up-initiatief ESI.
De heatmap van ESI is gebaseerd op een online enquête onder zevenhonderd start-up oprichters. Hen is de vraag gesteld waar zij hun start-up zouden vestigen als ze alles opnieuw zouden doen. Op nummer één staat Berlijn. 15 procent van de oprichters zou daar het liefst zijn bedrijf starten. Dat wordt op de voet gevolgd door Londen (14 procent). Amsterdam sluit de top 3 af: 10 procent zou onze hoofdstad kiezen voor een vestiging van een start-up.
Op de vierde plek staat Barcelona (7 procent), gevolgd door Lissabon (5 procent). Tot slot kiest 4 procent voor Dublin, Stockholm of Munchen. De top tien wordt afgesloten door Kopenhagen en Wenen. Daar wil 3 procent een start-up beginnen.
Europa
Het onderzoek toont verder aan dat Nederland de sterkste groei aan start-ups heeft. We beschikken over een start-up-populatie van 31 procent. In Italië daalt juist het aantal start-ups. Hier zijn 29 procent minder start-ups. Dit komt door het migratiebeleid.
Europese founders zijn sneller geneigd om naar het buitenland te verhuizen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het aantrekken van talent (71 procent), het start-up eco-systeem van een land (69 procent) en de kosten (51 procent). Tot slot verhuist 44 procent voor het verkrijgen van (groei)kapitaal. Dit resulteert erin dat 23 procent van de start-ups niet gevestigd is in het land van oorsprong van de oprichter.