Vergeet de beloftes van virtual reality, de grote potentie zit in mixed reality. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Naast het bekende virtual reality (vr) bestaat er ook augmented reality (ar) en mixed reality (mr). Processorreus Intel haakt nu aan op laatstgenoemde met zijn ‘merged reality’. Het lijkt een nieuw geval van marketingspeak, maar ar en mr zijn fundamenteel anders dan vr en verschillen ook van elkaar. Vr is puur een virtuele omgeving waarin de gebruiker dingen kan zien en doen. Ar is de toevoeging van virtuele elementen aan een blik op de werkelijke, fysieke wereld.
Mr valt te beschouwen als de volgende stap waarbij virtueel en fysiek elkaar aanvullen, beïnvloeden, helpen en versterken. Intel heeft zijn visie én standalone product voor mr (Project Alloy) geshowd op zijn ontwikkelaarsconferentie IDF. Terwijl er nog technische hordes moeten worden genomen, is de potentie groot. Mixed (of merged) reality heeft de toekomst. Wat vind jij?
Prachtig voorbeeld van Amerikaans “groeidenken”.( We hebben nieuwe producten nodig om de (financiële) economie te laten groeien; de consumenten moeten consumeren, wij, de productontwikkelaars, regelen de rest. Meer productie betekent meer groei betekent meer consumptie betekent gelukkiger consumenten. Natuurlijk is dit kort door de bocht; maar toch…).
ICT, vr, ar en mr kunnen echter wèl veel betekenen voor de toekomst. Maar dan binnen een maatschappelijke context die, uiteraard, ook economisch verantwoord is financieel wordt gefaciliteerd… Ik zou dit FR (future reality) willen noemen. Uiteraard is die toekomst nog virtueel. Door te “spelen”/oefenen/modelleren kunnen we de meest gewenste virtuele toekomst gaan omzetten in een met behulp van ICT verrijkte fr.
Laten we wel bij het begin beginnen en niemand en niets vergeten…dan wordt fr vast een succes…
Het is een kwestie van definities en hoe je ze hanteert, het antwoord op deze stelling. @Jasper gaat hier uit van een nogal strikte en specifieke interpretatie van virtual reality, waarbij dit begrip wordt toegespitst op jezelf (de mens) geheel afsluiten van de fysieke werkelijkheid. Je kunt net zo goed virtual reality als een verzamelbegrip zien dat met name het algemene publiek aanspreekt en je minder druk maken in hoeverre de computer gegenereerde prikkelingen van de zintuigen de fysieke omgeving op dat moment aanvullen of vervangen.
Sinds Jaron Lanier het begrip VR populair maakte eind jaren 80 van de vorige eeuw, zijn er al veel andere begrippen voorgesteld en gebruikt voor VR. Volgens Wikipedia valt een begrip als telepresence er ook onder en zijn andere gebruikte termen ervoor (op dit moment?): “virtual realities, immersive multimedia, augmented reality (or AR), artificial reality or computer generated reality”. Ik kan daar zo nog een stel aan toevoegen die in het verleden populair waren en soms nog in een bepaalde context een betere aanduiding zijn: virtual worlds, synthetic environments, virtuality….. Het is een kwestie van waar je de nadruk op legt. Inderdaad erg vaak om marketingtechnisch een onderscheid te willen maken en een unieke, nog bredere of juist specifieke toepassing van je product of dienst te suggereren dan de concurrentie. Neem IBM die met de term cognitive computing wil onderscheiden in de artificial intelligence (AI) hype, waar Google dan weer met Deep Learning een heel anders accent probeert te leggen. Hoe we dat over 10 jaar noemen? Met name ook de financiële guru’s proberen tegenwoordig voor de venture kapitalisten wat verschillende vormen te onderscheiden zodat ze hun geld gericht kwijt kunnen. Die gaan bijvoorbeeld een matrix met “immersive” en “augmented” creëren. Dan krijgt “immersive AR” of een veel grotere toekomstige markt toegedicht in 2025 dan “pure VR”. Microsoft schetst een continuüm van “real” naar “virtual” waar hun HoloLens het breedste stuk van “mixed reality” bedient.
Ook krijgen we er vast nog een boel nieuwe vormen en dus begrippen bij de komende tijd en als je niet oppast snapt niemand er meer iets van, tenzij hij/zij specialist is: er zijn nu al AR-brillen met digitale camera’s en andere sensoren. Ja, Intel’s RealSense technology speelt daar ook een belangrijke rol nu in, zeker sinds Project Tango van Google er mee is gaan samenwerken om de technologie naar de smartphone te brengen! Brillen of head mounted devices die de omgeving realtime digitaliseren en mengen met andere computer gegenereerde belevingen zou je dan “augmented virtuality devices” of iets dergelijks moeten gaan noemen. Nee, ik houd het liever simpel: virtual reality heeft de toekomst in vele verschijningsvormen.
Mijn inhoudelijke antwoord op de stelling is ook NEE: Voor trainingen in situaties die domweg te gevaarlijk of onmogelijk zijn om jezelf aan bloot te stellen of zelfs maar fysiek aanwezig te zijn op dat moment (wandeling op Mars, voorlopig, om maar iets te noemen) is virtual reality in de strikte zin van “alleen maar met computer gegenereerde zintuiglijke waarnemingen” de enige oplossing. Oefenen hoe je een gedegenereerde bout midden in een kernfusiecentrale vervangt waar de robot nog geen uitkomst voor biedt, ga je ook niet in de omgeving zelf doen, met een pak waarin je maximaal 10 minuten aan de straling blootgesteld mag worden. Dat pak trek je misschien aan, maar je oefent toch liever elders. De gebruikers van de producten van ASML kunnen nu al getraind worden voordat de machine is gebouwd en dat hoeft ook niet in een functionerende cleanroom. De kinderen van de basisschool bezoeken de Grote Muur in China zonder dat het een fysiek en erg duur schoolreisje is. Allemaal voorbeelden dat virtual reality ook in die verschijningsvormen de toekomst heeft!
Prachtig voorbeeld van Amerikaans “groeidenken”.( We hebben nieuwe producten nodig om de (financiële) economie te laten groeien; de consumenten moeten consumeren, wij, de productontwikkelaars, regelen de rest. Meer productie betekent meer groei betekent meer consumptie betekent gelukkiger consumenten. Natuurlijk is dit kort door de bocht; maar toch…).
ICT, vr, ar en mr kunnen echter wèl veel betekenen voor de toekomst. Maar dan binnen een maatschappelijke context die, uiteraard, ook economisch verantwoord is financieel wordt gefaciliteerd… Ik zou dit FR (future reality) willen noemen. Uiteraard is die toekomst nog virtueel. Door te “spelen”/oefenen/modelleren kunnen we de meest gewenste virtuele toekomst gaan omzetten in een met behulp van ICT verrijkte fr.
Laten we wel bij het begin beginnen en niemand en niets vergeten…dan wordt fr vast een succes…
Prachtig voorbeeld van Amerikaans “groeidenken”.( We hebben nieuwe producten nodig om de (financiële) economie te laten groeien; de consumenten moeten consumeren, wij, de productontwikkelaars, regelen de rest. Meer productie betekent meer groei betekent meer consumptie betekent gelukkiger consumenten. Natuurlijk is dit kort door de bocht; maar toch…).
ICT, vr, ar en mr kunnen echter wèl veel betekenen voor de toekomst. Maar dan binnen een maatschappelijke context die, uiteraard, ook economisch verantwoord is financieel wordt gefaciliteerd… Ik zou dit FR (future reality) willen noemen. Uiteraard is die toekomst nog virtueel. Door te “spelen”/oefenen/modelleren kunnen we de meest gewenste virtuele toekomst gaan omzetten in een met behulp van ICT verrijkte fr.
Laten we wel bij het begin beginnen en niemand en niets vergeten…dan wordt fr vast een succes…
Het is een kwestie van definities en hoe je ze hanteert, het antwoord op deze stelling. @Jasper gaat hier uit van een nogal strikte en specifieke interpretatie van virtual reality, waarbij dit begrip wordt toegespitst op jezelf (de mens) geheel afsluiten van de fysieke werkelijkheid. Je kunt net zo goed virtual reality als een verzamelbegrip zien dat met name het algemene publiek aanspreekt en je minder druk maken in hoeverre de computer gegenereerde prikkelingen van de zintuigen de fysieke omgeving op dat moment aanvullen of vervangen.
Sinds Jaron Lanier het begrip VR populair maakte eind jaren 80 van de vorige eeuw, zijn er al veel andere begrippen voorgesteld en gebruikt voor VR. Volgens Wikipedia valt een begrip als telepresence er ook onder en zijn andere gebruikte termen ervoor (op dit moment?): “virtual realities, immersive multimedia, augmented reality (or AR), artificial reality or computer generated reality”. Ik kan daar zo nog een stel aan toevoegen die in het verleden populair waren en soms nog in een bepaalde context een betere aanduiding zijn: virtual worlds, synthetic environments, virtuality….. Het is een kwestie van waar je de nadruk op legt. Inderdaad erg vaak om marketingtechnisch een onderscheid te willen maken en een unieke, nog bredere of juist specifieke toepassing van je product of dienst te suggereren dan de concurrentie. Neem IBM die met de term cognitive computing wil onderscheiden in de artificial intelligence (AI) hype, waar Google dan weer met Deep Learning een heel anders accent probeert te leggen. Hoe we dat over 10 jaar noemen? Met name ook de financiële guru’s proberen tegenwoordig voor de venture kapitalisten wat verschillende vormen te onderscheiden zodat ze hun geld gericht kwijt kunnen. Die gaan bijvoorbeeld een matrix met “immersive” en “augmented” creëren. Dan krijgt “immersive AR” of een veel grotere toekomstige markt toegedicht in 2025 dan “pure VR”. Microsoft schetst een continuüm van “real” naar “virtual” waar hun HoloLens het breedste stuk van “mixed reality” bedient.
Ook krijgen we er vast nog een boel nieuwe vormen en dus begrippen bij de komende tijd en als je niet oppast snapt niemand er meer iets van, tenzij hij/zij specialist is: er zijn nu al AR-brillen met digitale camera’s en andere sensoren. Ja, Intel’s RealSense technology speelt daar ook een belangrijke rol nu in, zeker sinds Project Tango van Google er mee is gaan samenwerken om de technologie naar de smartphone te brengen! Brillen of head mounted devices die de omgeving realtime digitaliseren en mengen met andere computer gegenereerde belevingen zou je dan “augmented virtuality devices” of iets dergelijks moeten gaan noemen. Nee, ik houd het liever simpel: virtual reality heeft de toekomst in vele verschijningsvormen.
Mijn inhoudelijke antwoord op de stelling is ook NEE: Voor trainingen in situaties die domweg te gevaarlijk of onmogelijk zijn om jezelf aan bloot te stellen of zelfs maar fysiek aanwezig te zijn op dat moment (wandeling op Mars, voorlopig, om maar iets te noemen) is virtual reality in de strikte zin van “alleen maar met computer gegenereerde zintuiglijke waarnemingen” de enige oplossing. Oefenen hoe je een gedegenereerde bout midden in een kernfusiecentrale vervangt waar de robot nog geen uitkomst voor biedt, ga je ook niet in de omgeving zelf doen, met een pak waarin je maximaal 10 minuten aan de straling blootgesteld mag worden. Dat pak trek je misschien aan, maar je oefent toch liever elders. De gebruikers van de producten van ASML kunnen nu al getraind worden voordat de machine is gebouwd en dat hoeft ook niet in een functionerende cleanroom. De kinderen van de basisschool bezoeken de Grote Muur in China zonder dat het een fysiek en erg duur schoolreisje is. Allemaal voorbeelden dat virtual reality ook in die verschijningsvormen de toekomst heeft!
‘I love the smell of Napalm in the morning…it smells like…like victory.’
Ben het met Fred Hage eens als ik overweeg dat ik in de jaren 80 kennis maakte met dit fenomeen, stinger-dome, tank-rijsimulator en waarnemingsbioscoop waren nog niet van de kwaliteit die we nu hebben door de analoge IT van toen maar het principe is onveranderlijk gebleven. VR en MR hebben zeker toekomst om situaties te oefenen die in de praktijk te duur, te gevaarlijk of gewoon onmogelijk zijn maar houden veelal geen rekening met het ‘onderbuik’ gevoel waar je mislukking kunt ruiken doordat de ‘rules of engagement’ ter plaatse niet altijd zwart-wit zijn.
AR is fundamenteel inderdaad anders als we overwegen dat hier sprake is van toegevoegde data in het beslissingsproces, het gaat niet om het ‘programmeren’ van hersenen met een ingebeelde realiteit maar de realiteit ter plaatse aangevuld met de ‘nice to know’ data.