Wie de geschiedenis van Wi-Fi naar voren haalt, ontdekt dat Wi-Fi ooit is ontstaan als manier voor leveranciers van draadloze apparatuur om onder de invloedssfeer van de telecomregulatoren uit te komen. Daardoor is het 'meer een schepsel van advocaten dan van ontwerpers', aldus geschiedkundigen. En hoewel Wi-Fi aan steeds meer regels moet voldoen, is de bewegingsvrijheid van Wi-Fi ten opzichte van telecom nog steeds relatief groot.
In het dertigjarige bestaan van Wi-Fi zijn mede vanwege die vrijheid de ontwikkelingen enorm snel gegaan. Vooral de laatste jaren lijkt daarin een versnelling te ontstaan. Kijk bijvoorbeeld naar de introductie van Wave 2 802.11ac technologie, wat weer een enorme slag in snelheid en betrouwbaarheid heeft betekend. En er komen nog hele mooie dingen aan, zo bewijzen recente doorbraken. Zo hebben Duitse wetenschappers de inhoud van een complete dvd in minder dan tien seconden naar een plek 37 kilometer verderop gestuurd via Wi-Fi en zijn ze bij de TU Delft in staat om ongebruikte Wi-Fi-signalen te gebruiken om de accu’s van apparaten op te laden.
Niet alleen op het gebied van technologie, maar ook in toepassingen is er de laatste jaren volop ontwikkeld. Zo is Wi-Fi Calling aan een gestage opmars bezig, ondersteund door het volwassen geworden Microsoft Lync, en zie je ook steeds vaker dat organisaties gebruikmaken van video surveillance via draadloze netwerken. Slim, want hoewel Wi-Fi destijds is bedacht voor de overdracht van data, kun je er inmiddels veel meer mee. In het geval van videobewaking scheelt het veel materiaal en werk in de aanleg van bekabeling; vaak het duurste gedeelte van een implementatie. En voice heeft nog nooit zo goed geklonken als via een Wi-Fi-verbinding.
Kansen blijven liggen
Toch blijft het jammer dat Wi-Fi door budgethouders in organisaties soms gezien wordt als louter datatechnologie voor computers, tablets en smartphones. Ik maak het zo nu en dan mee dat ik it-managers spreek voor een draadloos Wi-Fi-project, en ze daarna nog een keer gaan kijken naar een (nieuwe) VoIP-oplossing, zonder daarbij in ogenschouw te nemen dat ze een veel snellere return on investment en lagere total cost of ownership kunnen behalen als ze eerder over Voice-over-wlan zouden nadenken. Hetzelfde geldt voor een bedrijf dat buiten op de parkeerplaats een camer-oplossing wenst, zonder zich te realiseren dat Wi-Fi dezelfde betrouwbaarheid kan overleggen als de zware bekabelingsoplossing die het geconsulteerde securitybedrijf aanbeveelt. Interessant hierin zijn bovendien de mogelijkheden die Wi-Fi voor verrijdbare camerasystemen biedt.
Wi-Fi hoort geen doel op zich te zijn. Het is inmiddels een nutsvoorziening, net als water uit de kraan, die je voor tal van toepassingen kunt inzetten. Op veel terreinen zijn besparingen mogelijk. Zeker in sectoren als gezondheidszorg en onderwijs, waar budgetten zwaar onder druk staan en dikwijls sprake is van gemeenschapsgeld, zie ik graag dat verantwoordelijke managers meedenken over het behalen van aanvullende efficiencies, in plaats van grijpbare kansen ongemoeid te laten. En zo met de behaalde besparingen nieuwe investeringen realiseren, wat deze ook mogen inhouden.
Steden worden slimmer
Met Wi-Fi is infrastructuur tegen lage kosten uit te rollen en wordt communicatie met vrijwel alle typen devices ondersteund. Dat is voor veel gemeenten ook de reden om Wi-Fi een belangrijke rol toe te bedelen in het laten ontstaan van smart cities. Van parkeermeters tot publieke veiligheid en van verkeersregeling tot meten van luchtverontreiniging: Wi-Fi faciliteert de opkomst van internet of things en jaagt daarmee de slimme stad aan. Met enkel bekabeling, lte en Bluetooth zijn de noodzakelijke koppelingen voor de smart city technisch of qua kosten praktisch onhaalbaar. Zo is het inmiddels heel wat meer dan slechts een sluw trucje van een stel advocaten om veelbelovende nieuwe technologie buiten het bereik van de lange arm der wet te houden.