Werken op mobile devices breekt langzaam door in de gezondheidszorg. In steeds meer ziekenhuizen tref ik goede en interessante praktijkcases. Tegelijkertijd zie ik veel initiatieven die nooit zullen slagen. Deels omdat zorginstellingen vaak onrealistische verwachtingen hebben van mobile. Mobile devices zijn niet dé oplossing. Wat dat wel is? Het wegnemen van de grenzen tussen de devices.
In een van de algemene ziekenhuizen waar ik regelmatig kom, gebruiken verpleegkundigen een app om meetresultaten in te voeren. Heel mooi, maar omdat ze die metingen vervolgens handmatig overzetten naar het epd, doen ze onnodig dubbel werk. Zo bestaan er honderden medische apps voor specifieke deeloplossingen. Vaak om even iets uit te rekenen of op te zoeken. Die apps vragen een aanzienlijke en blijvende inspanning. Als je honderd losse apps hebt, moet je ze honderd keer beveiligen en honderd keer koppelen aan het epd. Dat is niet de toekomst.
Verder kijken
Hoe inefficiënt het richten op kleine deeloplossingen in de zorg is, bleek na de eeuwwisseling toen ziekenhuizen massaal kozen voor het ‘best of breed’-concept. Elke vakgroep kreeg ict die specifiek voor die afdeling was ontwikkeld. Dit resulteerde in een softwaresysteem voor cardiologie, een voor neurologie, enzovoorts. Al die maatwerksystemen werden vervolgens aan elkaar gekoppeld. Dit kwam het totale zorgproces in het ziekenhuis niet ten goede. Daarom gaat iedereen nu voor één overkoepelend totaalsysteem, met ondersteuning op maat voor elke gebruiker. Met de honderden verschillende maatwerk-apps die nu op de markt verschijnen, zal het ook zo eindigen. Daarom moeten we nu al verder kijken.
Want dat mobile gaat doorbreken in de zorg, staat voor mij vast. Die doorbraak volgt zodra de huidige focus op maatwerk-apps verschuift naar het epd. Het epd is uitgegroeid tot een onmisbaar medisch instrument die zorgprofessionals niet alleen bijstaat in de spreekkamer, maar overal waar ze medisch handelen. De kunst is daarom om het epd slim in te zetten op een mobile device.
Niet alles mobile proof
Als een arts visite loopt en er is iets met een patiënt aan de hand, wil hij alle actuele en relevante patiëntgegevens kunnen inzien om te beslissen wat hij doet. Het is ideaal als hij dat direct kan op zijn smartphone. Nog handiger is het als hij dan op die telefoon ook direct een lab-aanvraag kan doen, beelden kan opvragen en medicatie kan reguleren. Allemaal functionaliteiten van een epd. Waarom zou je dan apps maken die hetzelfde bieden? Voor die situaties wil je het héle epd op een mobile device. Maar niet alle werkprocessen lenen zich voor mobile.
Een smartphone is niet het handigste device om een patiëntbrief uit te schrijven. Ook niet om een uitgebreid aanvraagformulier in te vullen. Dat werkt veel prettiger op een groter beeldscherm met een toetsenbord en een muis. De inzet van devices moet worden afgestemd op de zorgprocessen en de werkzaamheden van de zorgprofessional. De ontwikkelingen bij Google en Microsoft met apps voor desktop én mobile device zijn vanuit dat oogpunt heel interessant. Een voor de zorg aantrekkelijke oplossing die al wat verder is uitgewerkt, is de continuum-technologie.
Opwaarderen tot pc
Continuum houdt in dat de user interface van de smartphone zich aanpast aan het device waaraan je hem koppelt. Als een arts zijn mobile device met het epd inplugt op een groot beeldscherm met toetsenbord en muis, voegt het epd zich daar automatisch naar. Het epd benut dan niet alleen de ruimte van het grotere scherm, het biedt ook andere functionaliteiten aan. Op het scherm verschijnt bijvoorbeeld de uitgebreidere versie van een aanvraagformulier of de optie om een patiëntverslag te typen.
Met deze werkwijze geeft de arts zijn mobile device met één handeling alle mogelijkheden van een pc. Je kunt ook zeggen dat de arts met zijn smartphone eigenlijk altijd zijn pc bij zich draagt. Zorgprofessionals zullen nooit volledig mobile gaan werken, alleen waar het handig is. Ze zitten niet op één plek, ze doen niet één ding. Daarom is het niet óf mobile, óf pc. De grenzen tussen devices gaan vervagen.
Minder vanuit technologie benaderen
Te vaak wordt nu nog gedacht vanuit de technologie in plaats van de zorg. Als ziekenhuizen mobile health écht succesvol willen toepassen, ontkomen ze niet aan het aanpassen van hun zorgprocessen. Je kunt een arts wel voorzien van een mobile device waarmee hij direct zelf meetresultaten kan verwerken, maar nu zegt hij die resultaten misschien gewoon tegen een verpleegkundige die het voor hem registreert. Dat is voor de arts makkelijker, maar het komt het zorgproces niet ten goede. Hoe integreer je het dan succesvol in het zorgproces?
Dat geldt ook voor het aanvragen van orders vanaf een mobile device. Een zorgprofessional wil wel lab-aanvragen kunnen doen aan het bed van de patiënt, maar niet met veel woorden. Dat vereist procesaanpassingen. Bijvoorbeeld door de eerste stappen van een aanvraag mobile beschikbaar te stellen, met de mogelijkheid om hem later op een device met toetsenbord aan te vullen met nadere details. Allemaal zaken waar je vooraf met een kritische zorgblik naar moet kijken om het een kans van slagen te geven.
Toekomst: device-overstijgend denken
Een device-overstijgend epd gaat veel van de medische apps die nu op de markt zijn overbodig maken. Niet allemaal, want op meerdere plaatsen blijft een maatwerk-app zijn meerwaarde houden. Maar alleen als hij is geïntegreerd in het epd én aansluit op de werkprocessen. Dit proces kan twee of vijf jaar duren, maar het wordt de normaalste zaak van de wereld dat artsen met hun smartphone in de hand langs de bedden van patiënten lopen. Maar dat betekent niet dat ze niet meer achter een groot beeldscherm met toetsenbord en muis hun behandelverslag verwerken. Want mobile is voor lang niet alles de oplossing.
Remko Nienhuis, senior software architect bij ChipSoft
Ooit hoop ik nog eens een artikel in relatie met epd te lezen waarin de beveiliging en privacy van de patiëntgegevens centraal staat. Het is leuk dat een zorgprofessional (wat ik al een verdachte term vind – wie zijn dat allemaal?) het epd in zijn mobile device heeft, maar het veiligheidsrisico dat daaraan gekoppeld is, is levensgroot. En al snap ik van een senior software architect dat die vooral kijkt naar zijn eigen toekomst, maar het is een feitelijke diskwalificatie als je als senior software architect het woord veiligheid niet eens even laat langskomen in een artikel over mobility. Graag zie ik bijvoorbeeld een uitgewerkte gedachte over een device dat alleen patiëntgegevens toont als het device in de buurt van die patiënt is die in een ziekenhuis immers altijd een polsbandje meekrijgt, met de voor en nadelen daarvan, om maar iets te noemen.
Dit is nu typisch een artikel dat gebaseerd is op het oude denken. Medici willen al jaren op mobiele devices het rondes doen, gegevens oproepen en gegevens aanvinken. Dit moet ook niet zo moeilijk ter realiseren zijn als je als leverancier van een EPD een architectuur aanlevert die apparaat onafhankelijk kane werken. Dit kan met een App of op basis van Webtechnologie. Jammer dat dit nog 2-5 jaar gaat duren bij Chipsoft….
Ten aanzien van beveiliging zou het uitgangspunt van een EPD moeten zijn: gegevens staan centraal en blijven centraal. Gegevens worden dus niet gedistribueerd over allerlei devices, maar worden alleen gepresenteerd. Ingevoerde gegevens worden ook direct centraal opgeslagen. Voor het inzien en muteren van gegevens geldt een behandelrelatie, waarbij de behandelaar (de medische professional) een behandel relatie moeten hebben tot de patiënt, anders krijgt hij/zij geen toegang. De aanvulling om dit op basis van een tag/polsbandje te doen identificeert alleen de patiënt, niet de behandelaar.