'Van alle bestuurders bij de overheid heeft slechts 11,6 procent een bètastudie afgerond. Onder de burgemeesters van de 15 grootste gemeenten heeft niemand een bèta-studie afgerond.' Dat stellen onderzoekers van de TU Delft. Ze vinden het gebrek aan technische kennis van mensen op bestuurlijke sleutelposities zorgwekkend. 'Veel grote maatschappelijke problemen vragen een interdisciplinaire aanpak waarbij technologie een belangrijke rol speelt.'
‘Van alle bestuurders bij de overheid is 11,6 procent bèta. En eigenlijk is het erger, want als we het CBS en de Adviesraad voor Wetenschap, Techniek en Innovatie niet meerekenen, dan is het nog geen 3 procent’, stellen TU-Delft-onderzoekers Willemijn Dicke en Sjoerd Bastiaansen. Dicke is secretaris-generaal van IDEA League, een netwerk van technische universiteiten dat bestaat uit TU Delft, ETH Zurich, RWTH Aachen, Chalmers University of Technology en Politecnico di Milano). Bastiaansen studeert strategic product design (faculteit Industrieel Ontwerpen, TU Delft) en is research assistent bij IDEA league. De cijfers komen uit hun artikel in het online magazine voor de kennissector Science Guide.
Het tweetal onderzocht verschillende sectoren. In de groep ‘bestuur en beleid’, die bestaat uit secretarissen-generaal, de burgemeesters en de bestuursleden van hoge colleges van staat en van de adviesraden, zijn bèta-opleidingen zwaar ondervertegenwoordigd. 19 procent van alle topposities in de Nederlandse ambtelijke top heeft een bèta-opleiding gevolgd. Onder de burgemeesters van de tien grootste gemeenten is slechts één bèta te vinden, tegenover zeven juristen.
In de politiek is de vertegenwoordiging van bèta’s volgens de onderzoekers ‘uitermate schamel’ te noemen: ‘Het kabinet Rutte-2 kent slechts drie bewindsvoerders met een bèta-achtergrond. Dat is dus slechts 15 procent.’ De top van Nederlandse bedrijven stemt hen enigszins hoopvol: 28 procent van de bestuurders vindt zijn of haar basis in een bèta-opleiding, ‘een redelijk evenwichtige afspiegeling van de studentenpopulatie waar ruim 28 procent een bètastudie doet.’
Geen techneutenquotum
‘Het Nederlandse bedrijfsleven wordt gedomineerd door economen en bedrijfskundigen (34 procent). Economen en juristen bezetten de sleutelposities in adviesraden en beleidsorganen (39 procent)’ Het duo haalt ook cijfers van het CBS aan. Dat meldde op 27 juni 2016: ‘Jonge hoogopgeleiden zijn minder vaak technisch geschoold dan tien jaar geleden.’ Dat is volgens de onderzoekers slecht nieuws omdat er veel te weinig bèta’s op de topposities in Nederland zitten.
Toch zijn de onderzoekers geen voorstander van een techneutenquotum. ‘We geloven meer in verleiding dan in dwang. We zien andere oplossingsrichtingen voor het gebrek aan bèta’s in de top.’ Het onderzoeksduo steekt de hand in eigen boezem. ‘Het zou wenselijk zijn als bèta’s een deel van hun loopbaan in een bestuurlijke context vervullen. Uiteraard is het noodzakelijk dat bèta’s in hun opleiding al in aanraking komen met de gewenste expertise.’
Drie verbeterpunten
Daartoe hebben universiteiten volgens de twee al veel stappen gezet. ‘De afgelopen jaren is het curriculum van bèta wetenschappers en ingenieurs sterk verbreed; in alle opleidingen is er aandacht voor ethiek, voor de bestuurlijke en institutionele context waarin techniek wordt toegepast, voor leiderschap en voor interdisciplinaire samenwerking.’
De tweede pijler om meer bèta’s op sleutelposities te krijgen die ze noemen: ‘Het moet aantrekkelijk zijn voor bèta’s om in bestuur, beleid en management werkzaam te zijn. Zowel binnen de opleiding als vanuit de potentiële werkgevers zou duidelijker gemaakt kunnen worden hoe waardevol de rol van een bèta in een multidisciplinair team zou kunnen zijn.’
Een derde aanbeveling is gericht aan de top van met name openbaar bestuur en politiek. ‘We roepen politieke en bestuurlijke gremia op hun topposities nadrukkelijk open te stellen voor bèta’s en moeite te doen voor het vinden van mensen met een technische achtergrond. Expliciete prikkels zijn nodig om bèta’s te verleiden om buiten de techniek en wetenschap hun loopbaan invulling te geven.’
Verbaast mij niets. Een echte beta kwijnt volledig weg binnen die ambtenarencultuur.
Beta’s in het bestuur? Ben je be****erd? Véél te lastig die lui….
Verbaasd met niet echt. Mensen met een technische achtergrond zijn pragmatisch. Een instelling die botst met mensen die veel praten maar niets zeggen en nog minder doen. Vooral dat spelen met woorden of het zogenaamde ‘formuleren’ is een vaardigheid die een techneut vaak onvoldoende beheerst en daardoor regelmatig genegeerd wordt. Kortom: hij voelt zich niet echt thuis in dat wereldje.