Als ik met mijn kinderen ergens op visite ga, dan is het eerste wat ze aan de gastheer of -vrouw vragen ‘Wat is jullie Wi-Fi-code?’. En als die er niet is, dan wordt de tweede vraag aan mij gesteld: ‘wanneer gaan we weer weg?’. Ze kunnen namelijk, volgens hen zelf, niks meer zonder internet. En als ik dan voorstel om buiten te gaan spelen, dan kijken ze mij gek aan en zeggen ze ‘alsof daar Wi-Fi is’.
We kunnen steeds minder als we geen internet hebben. Alles wordt namelijk vervangen door internet. We zien winkels verdwijnen, net als kranten, lp’s, cassettebandjes, cd’s, fotorolletjes, de tv-zenders (op Omroep Max na dan), makelaars en accountants (alhoewel die groep natuurlijk zelf de regels verzint waardoor de regels altijd op de automatisering voorlopen en zij zichzelf in stand houden).
Zelfs de huisarts is al grotendeels vervangen door Google. De meeste dokters weten dit en stellen je, nadat je de symptomen hebt verteld, de vraag ‘en wat denkt u zelf wat het is?’. Dan hoeven zij niet meer te googlen. Het wachten is op een systeem dat automatisch verwijsbriefjes produceert zodra je de juiste ziekte bij de juiste symptomen hebt gegoogled.
Vroeger had je water en brood nodig om te overleven. Nu water, brood en een paar streepjes bereik. En o ja, natuurlijk stroom voor je accu van je mobiel. De 12 volt-stekker in je auto wordt allang niet meer gebruikt als sigarettenaansteker maar voor een andere verslaving. Veel auto’s zijn tegenwoordig zelfs uitgerust met internet. Maar als je internet, hebt waarom zou je dan nog ergens met de auto naar toe gaan?
Internet begint een verzamelplek te worden van alle mogelijke menselijke handelingen. We raken er zo afhankelijk van dat als we straks twee dagen geen verbinding meer hebben, we dood zijn. Dit betekent dus dat ook als je het internet in handen hebt je alle macht in handen hebt. Dan heb je ‘world domination’! Of heb ik nu te veel James Bond-films gezien?
Thuis werkt het overigens wel zo. Vroeger had je de macht als je afstandsbediening in handen had. Als ik nu even de aandacht wil, dan trek ik de stekker van de router eruit. Mijn kinderen noemen dat internetpesten. Ik heb laatst zelfs twee dagen expres de stekker uit de router gehaald. Het heeft me driehonderd euro opgeleverd. Toen ik doorkreeg dat er ook geen aanvragen voor schnabbels via de mail meer binnenkwamen, de kinderen geen huiswerk meer konden doen en de boodschappen op raakten, heb ik de stekker er maar weer snel ingestopt. Iedereen haalde opgelucht adem.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 6, zomer 2016.
@jacob: gelijk heb je, mogelijk moet men zelfs niets meer kennen, moet men nog naar school? Verdiepen in iets wordt tijsverlies.
Dan maar geloven wat je vindt, dat is toch ook mee oorzaak van wat we de laatste jaren meemaken. Dat was toch de droom van de despoten, hoe kunnen we de massa beinvloeden zonder dat ze het doorhebben. Het rode boekje is voorbij gestreefd. Laat internet het leven bepalen, zoals ooit bij amerikaanse filmen, met de lachband om aan te geven wanneer het grappig is, dus gelachen mag worden.