Hoe zat het ook alweer. StiPP – binnen de it-sector inmiddels een bekende (of beruchte?) partij – is een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Dit pensioenfonds is verplicht gesteld voor uitzendkrachten die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn voor een uitzendonderneming. Over wat hieronder precies moet worden verstaan, wordt verschillend gedacht. Inmiddels heeft de advocaat-generaal de Hoge Raad hierover in een lopende zaak geadviseerd. Slecht nieuws voor it-ondernemingen als dit advies wordt gevolgd.
De discussie spitst zich toe op de vragen wat onder een uitzendonderneming moet worden verstaan en wanneer er sprake is van een uitzendovereenkomst. Een uitzendonderneming stelt voor ten minste 50 procent van het totale premieplichtig loon op jaarbasis uitzendkrachten ter beschikking van opdrachtgevers. Een uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door zijn werkgever aan een opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld om onder diens leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten. Maar is het noodzakelijk dat een uitzendonderneming een allocatiefunctie vervult? En zo ja, wat is dit dan? En wanneer werkt de werknemer onder leiding en toezicht van een opdrachtgever?
In de zaak die thans voorligt bij de Hoge Raad heeft de kantonrechter eerder overwogen dat een allocatiefunctie noodzakelijk is en dat hiervan sprake is indien vraag en aanbod van tijdelijke arbeid bij elkaar worden gebracht. Hierbij moest worden gedacht aan vervanging van arbeid tijdens ziekte of afwezigheid, het opvangen van piekuren of soortgelijke, plotseling opkomende werkzaamheden. De klassieke allocatiefunctie die wordt vervuld door het klassieke uitzendbureau. Het leveren van handjes dus. Een belangrijke overweging voor it-ondernemingen die geen handjes, maar gespecialiseerde kennis en informatie leveren.
Het gerechtshof Amsterdam had hier al een dikke streep door gehaald. Een allocatiefunctie zou niet gelden als voorwaarde voor een uitzendovereenkomst. Ook de advocaat-generaal deelt het standpunt van de kantonrechter niet. Een vorm van allocatie zou volgens de advocaat-generaal wel noodzakelijk zijn, maar voor het bestaan van een uitzendovereenkomst als bedoeld in het verplichtstellingsbesluit van StiPP, zou het vervullen van de klassieke, traditionele allocatiefunctie niet nodig zijn. Er zou sprake zijn van een ruim allocatiebegrip. Dit zou betekenen dat met de allocatiefunctie niet meer wordt bedoeld dan dat de werkgever zich bedrijfs- of beroepsmatig, en dus niet in incidentele vorm, bezighoudt met de terbeschikkingstelling van werknemers aan opdrachtgevers. Een traditioneel ‘piek en ziek’ allocatiepatroon behoeft niet voorhanden te zijn, aldus de advocaat-generaal.
Allocatiefunctie
Het is natuurlijk de vraag of de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal volgt. Mocht dit echter het geval zijn, dan is van belang dat it-ondernemingen snel een allocatiefunctie zullen vervullen.
Met betrekking tot het staan onder leiding en toezicht van de opdrachtgever heeft dezelfde kantonrechter overwogen dat ondanks de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever de kern van de leiding en het toezicht door de werkgever werd ingevuld. Denk aan waar de werknemer werkzaam is, voor hoe lang en de hoogte van het salaris. Ook dit standpunt was al door het gerechtshof Amsterdam onderuit gehaald. De advocaat-generaal stelt zich in zijn advies op het standpunt dat het hierbij uiteindelijk aankomt op een beoordeling van de relevante omstandigheden van het concrete geval en met name de aard van de opdracht. Het zou gaan om een ‘feitelijke exercitie’. Ook in het geval van specialistisch, hoog gekwalificeerd personeel kan de werknemer echter werken onder leiding en toezicht van de opdrachtgever.
Uitspraak
Als het aan de advocaat-generaal ligt, dient een uitzendonderneming in het kader van StiPP weliswaar een allocatiefunctie te vervullen, maar dient uit te worden gegaan van een zeer ruim allocatiebegrip. Hieraan zal al snel zijn voldaan. De beoordeling onder wiens leiding en toezicht de arbeid wordt verricht, blijft een feitelijke exercitie. Ook professionals die beschikken over kennis en kunde waar de opdrachtgever zelf niet over beschikt, kunnen echter werken onder leiding en toezicht van de opdrachtgever.
De Hoge Raad verwacht op 23 september 2016 uitspraak te doen. Dan weten we hopelijk meer. Overigens heeft de rechtbank Amsterdam begin dit jaar in een StiPP-zaak overwogen dat er geen sprake was van een uitzendovereenkomst omdat de partij aan wie de werknemers ter beschikking werden gesteld geen rechtstreekse opdracht had verstrekt aan de werkgever. Hier zat namelijk nog een partij tussen. Mogelijk biedt deze uitspraak nieuwe mogelijkheden.
Marion Hagenaars, arbeidsrechtadvocaat bij Cordemeyer & Slager / Advocaten
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 6, zomer 2016.
Hoofdpijndossier, bedrijfstakpensioenfonds, verplicht gesteld, uitzendovereenkomst, uitzendonderneming, advocaat-generaal, Hoge Raad, lopende zaak, allocatiefunctie, allocatiebegrip, werknemer, leiding en toezicht van opdrachtgever, uitspraak doen, arbeidsrechtadvocaat.
Het nieuwe ICT jargon.
Me dunkt dat de specialisten die zich over dit soort vraagstukken moeten buigen, een stuk meer verdienen dan de mensen waarover het gaat. En dat is precies waarom dit soort processen niet aan de vrije markt wordt overgelaten.