Laatst sprak ik een vriend van mij met jonge kinderen. Hij heeft een zoontje, dat net iets ouder is dan mijn twee dochters. Zijn zoontje – laten we hem Wouter noemen – is dit schooljaar begonnen aan groep 3; de klas waarin de jonge it’ers in spe leren schrijven. Nog gewoon in letters natuurlijk.
Wouter deed heel goed z’n best, was heel sociaal en ontpopte zich als een leergierig jongetje, hoorde mijn vriend op een recente ouderavond. Maar als het op schrijven aankwam, zagen de juffen dat hij een beetje in zijn schulp kroop. Woutertje bleef een beetje achter bij de rest van de kinderen in de klas.
Lichtje branden
Niet dat zijn werk niet goed was, het zag er uitmuntend uit zelfs! Hij schreef de mooiste letters en maakte eigenlijk nooit een fout. Dus zijn rapport was ook geweldig, ‘maar’, vertelden de juffen, het kwam regelmatig voor dat Wouter nog niet klaar was, terwijl de rest van de klas allang met de armen over elkaar zat. Hij ging niet direct aan het werk als de klas een opdracht had gekregen, staarde graag naar buiten, leek veel na te denken en als hij dan uiteindelijk aan het schrijven ging, deed hij er extreem lang over. Kortom, ze vonden hem wat langzaam. Wouter was gewoon nauwkeurig, dacht mijn vriend aanvankelijk, maar toen de juffen daaraan toevoegden dat ze dachten dat hij vooral ‘bang was om fouten te maken’, ging bij mijn vriend een lichtje branden, vertelde hij mij.
Fouten maken is nodig, weten we allang. Toch vergeten we het maar al te vaak en proberen we dingen helemaal goed te doen; het liefst ook direct in één keer. Waarom? Waarschijnlijk zijn we bang voor de hoon die ons ten deel zou kunnen vallen als andere mensen onze ‘fouten’ kennen en ons er dan vervolgens op afrekenen.
Terugkerende headlines
Maar leren doen mensen eigenlijk alleen als ze fouten maken, fouten mogen maken. En daar schuilt in onze samenleving best een groot probleem: op het maken van fouten rust een taboe. En fouten maken in de it is helemaal ‘not done’, want een it-fout bij een overheidsproject kost de samenleving meteen tientallen miljoenen euro’s. Dat weten we wel van de telkens terugkerende headlines in de pers, en dat moeten we als sector koste wat kost voorkomen.
We hebben in de it het afgelopen decennium misschien wel een reuze-trauma opgelopen, qua maken van fouten. Dus proberen we het helemaal uit te bannen. Alles moet helemaal kloppen op papier voordat we ergens een fiat aan geven. Het moet volledig begrepen worden, een meerjarige planning, uitgeschreven in lijvige rapporten, die door junior-consultants gepresenteerd moeten worden aan de raden van bestuur die de junior dan vaak nog terugsturen om het nog beter te gaan begrijpen.
Meer fouten maken
Vaak beslissen de bestuursorganen uiteindelijk toch op basis van een kloppende begroting, het geld dus, want daar worden zij uiteindelijk op afgerekend en daar hebben zij echt verstand van. En dan nog iets, het begrijpen betekent nog niet dat je het kunt, en dat is qua it juist weer enorm belangrijk.
De oplossing ligt juist in de beweging de andere kant op: meer fouten maken. Dan krijg je het complexe proces van het maken van it in de vingers. En natuurlijk, je kunt beter veel meer kleine fouten maken dan één grote. In de luchtvaart hebben ze het maken van kapitale fouten zo nagenoeg weten uit te bannen. Het leren van fouten is daar zo ver verfijnd dat elke foute handeling die een piloot tijdens een vlucht uitvoert, hoe klein ook, door de piloot zelf, deels anoniem, gerapporteerd wordt aan het bedrijf, en zo aan andere piloten en de vliegtuigfabrikant. Zo kan iedereen ervan leren. En ondanks de tientallen miljoenen vluchten per jaar wereldwijd, storten er maar weinig vliegtuigen neer, moeten we ondanks onze angst voor vliegen erkennen. Ik moet er niet aan denken wat er zou gebeuren als we piloten een vliegtuig zouden laten besturen, zoals we dat in it-projecten gewend zijn.
Pittig-plusprogramma
It en het besturen van it draait om het automatiseren van de processen van een organisatie en dat kan je nooit in één keer goed hebben. Foutjes maken is dan nodig, kleine fouten, die je gemakkelijk kunt herstellen. Daarom maak ik ze graag, schaam me nergens voor en ik voel me daar goed bij. Met Wouter is het ook helemaal goed gekomen. Mijn vriend heeft zijn zoon geleerd dat foutjes maken niet erg is. Dat hij er niet bang voor hoeft te zijn. Resultaat? Wouter maakt nog steeds prachtige letters. En nog steeds bijna nul fouten maar is wel een stuk sneller. En hij zit inmiddels in het pittig-plusprogramma van zijn school en dat allemaal door de kracht van fouten maken.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 6, zomer 2016.
Govern IT
Govern IT is een rubriek van Hans van Bommel en gaat over het besturen van en in ict. Van Bommel is it-ondernemer en (co-)auteur van boeken over it en besturen.
En nu maar hopen dat de managers van alle ITers die er in de wereld rondlopen ook zien dat fouten maken niet erg of zelfs nodig kan zijn.
Tot nu toe moet ik de eerste manager (of klant) tegen komen die het niet erg vind dat een Scrum-sprint over moet worden gedaan omdat er een fout is gemaakt. Eerder nog zal de klant bij de leverancier ruzie gaan maken om het geld dat er met die ene sprint is “verspild”, dan het als leergeld beschouwen en een investering in het verdere proces waar dan minder fouten zullen worden gemaakt.