De cloud wordt allang niet meer alleen geprezen om zijn flexibiliteit, schaalbaarheid en de mogelijkheid om de kosten voor it omlaag te brengen. Geïnspireerd door het succes van de zogenaamde ‘Born On The Cloud’-bedrijven zoals Netflix zijn ook ‘traditionele bedrijven’ in gaan zien dat de cloud een prima fundament is voor innovatie. Een migratie naar de cloud kan echter – net zoals ieder ander migratieproject – een flinke uitdaging vormen.
De vraag is welke rol ‘bimodal it’, ofwel doelgericht een Agile werkwijze hanteren naast een doorgaans traditionele ontwikkeling en ondersteuning van it, hier dan bij kan spelen? Tijdens een migratieproject kunnen bedrijven op meerdere hindernissen stuiten, zoals:
- Het ontbreken van steun voor het project vanuit de directie. Om een complexe migratie te laten slagen, is het noodzakelijk dat zowel ‘de business’ als it zich achter het project scharen.
- Tegenvallende performance. Over het algemeen wordt aangenomen dat toepassingen na een migratie naar de cloud gelijk presteren, of misschien zelfs wel beter. Voor bijvoorbeeld web- en e-mailservers zal dat waarschijnlijk wel het geval zijn, maar het gaat zeker niet op voor alle typen workloads.
- Een onvermogen om de it-omgeving op de nieuwe architectuur te beheren en onderhouden. Een cloudomgeving vraagt om andere tools en vaardigheden dan een on-premise omgeving.
Deze hindernissen worden met name onneembaar als bij een migratie wordt gekozen voor een ‘alles-of-nietsbenadering’. Het is immers lastiger om bijvoorbeeld steun vanuit de directie te krijgen en de eigen it-organisatie voor te bereiden op de nieuwe situatie als een groot aantal systemen en applicaties in één keer wordt verhuisd. Ook neemt de kans toe dat de performance op bepaalde onderdelen tegenvalt. Doordat het gewenste resultaat lang op zich laat wachten, bestaat ook het risico dat gebruikers hun eigen tools uit de cloud gaan halen.
Begin kleiner
Een betere optie is dan om iets ‘kleiner’ te beginnen met de onderdelen die niet direct bedrijfskritisch zijn, maar waarmee de organisatie zich wel kan onderscheiden van de concurrentie. Dan kan er ook voor worden gekozen om de workloads die waarschijnlijk niet zo goed in een cloudomgeving presteren nog even on-premise te laten, en kunnen zowel de business als de it-afdeling worden voorbereid op het deel dat wel al op korte termijn naar de cloud gaat.
Deze aanpak sluit aan op de bimodal it-gedachte van Gartner. Deze gedachte gaat er vanuit dat it in twee verschillende modi opereert. Modus 1 is voor de gewone dagelijkse taak van it en moet solide, veilig, betaalbaar en schaalbaar zijn, vergelijkbaar met een marathonloper die minder snel is dan een hardloper maar wel door blijft gaan. Modus 2 is voor de innovatieve, onderscheidende projecten met een korte ‘time-to-market’; in deze modus is het belangrijk dat de loper snel de finish haalt.
Uitdagingen bimodal it
Volgens Gartner heeft 75 procent van de it-organisaties bimodal it in 2017 in meer of mindere mate omarmd. Daarbij merkt de marktonderzoeker wel op dat dit niet zonder kleerscheuren zal gaan. Het opereren op twee snelheden is voor veel organisaties nieuw. Met name modus 2 levert volgens Gartner een dynamiek op waar projectmanagementteams doorgaans niet gewend aan zijn.
Om niet stuk te lopen, adviseert Gartner om:
- De verdeling van projecten over modus 1 en modus 2 niet te ingewikkeld te maken. Het advies is om de core systemen waar het bedrijf afhankelijk van is in modus 1 te stoppen, en modus 2 te reserveren voor (nieuwe) systemen en toepassingen die innovatie moeten brengen.
- Nog voordat een project start te definiëren wat de verwachte uitkomst is van bijvoorbeeld een migratie naar de cloud.
- Voor een betere ‘bimodal governance’ een duidelijke scheiding te maken tussen portfolio- en projectgovernance.
Uiteindelijk zal het er ook op aankomen om niet te angstig te zijn om het applicatieportfolio ‘op te knippen’. Het doel van ‘klein beginnen’ is immers dat alles weer samenkomt.
De laatste zin vind ik wel intrigerend” “Het doel van ‘klein beginnen’ is immers dat alles weer samenkomt.” Is dat zo? Moet je niet permanent in 2 modi leren opereren? De kenmerken van mode1 en mode2 zijn zo totaal verschillend dat ik ze niet samen zie komen. De neiging om te denken dat ‘samen beter’ is zie ik op heel veel terreinen terug komen. Maar volgens mij is het hier net zoals met de aangehaalde marathonloper en sprinter: in beide top worden gaat niet.