The Things Network wil een wereldwijd dekkend netwerk voor het Internet of Things vormen. De organisatie erachter bouwde in 2015 in zes weken tijd een LoRa-netwerk in Amsterdam. 'We willen voor een disruptie zorgen in de manier waarop de wereld draadloos communiceert', zegt grondlegger Wienke Giezeman in een gesprek met mij.
‘In mei 2015 sprak ik iemand die me over LoRa en de capaciteit ervan vertelde. Met een enkele router konden tienduizend apparaten verbonden worden met een reikwijdte van tien kilometer. De bandbreedte is laag waardoor de apparaten heel lang mee zouden kunnen. Ik was daar zo van onder de indruk dat ik samen met mijn compagnon Johan Stokking bedacht dat we een netwerk wilden bouwen met die technologie, op dezelfde wijze waarop ooit het internet is ontstaan – dus door lokale netwerken met elkaar te koppelen om zo één groot netwerk te bereiken’, zegt Wienke Giezeman als ik hen vraag hoe LoRa is ontstaan. ‘We hebben vervolgens met crowdfunding in de zomer van 2015 in zes weken tijd een dekkend netwerk in Amsterdam uitgerold. Vervolgens zijn we dat op meerdere plaatsen gaan doen. Inmiddels hebben zo’n honderd steden in de hele wereld zo’n Things-netwerk.’
Welke steden in Nederland hebben al een Things-netwerk?
‘Dat zijn er twaalf: Maastricht, Eindhoven, Rotterdam, Den Haag, Enschede, Zeewolde, Amsterdam, Lelystad, Zwolle, Assen, Sneek en Groningen. We werken momenteel aan het uitrollen van een LoRa-netwerk in de dertiende stad: Utrecht.’
Hoe doen jullie dat, die uitrol in Utrecht?
‘Daarvoor werken we samen met verschillende partijen, zoals Eurofiber, Economic Board Utrecht en de Hogeschool van Utrecht. Wat bijzonder is aan het netwerk in Utrecht, is dat we daar nog nadrukkelijker bedrijven en inwoners gaan betrekken bij het bedenken van applicaties voor The Things Network. Zo gaan we verschillende workshops geven, zowel vanuit business oogpunt als vanuit technisch oogpunt. In die workshop laten we de mogelijkheden van het netwerk zien in een case waarbij we ondergrondse afvalcontainers gaan koppelen op het netwerk. Zodra deze containers vol zitten, geven ze een seintje, waarna de gemeente kan zorgen dat ze geleegd worden. Dat moet de gemeente efficiëntie brengen en dus besparingen opleveren. We werken ook mee aan de Campus Party die in mei wordt georganiseerd in de Jaarbeurs. Daar laten we studenten verschillende toepassingen bedenken en uitwerken voor het Things-netwerk.’
Wanneer is het Utrechtse Things-netwerk klaar voor gebruik?
‘Dat is een heel lastige vraag om te beantwoorden, aangezien bewoners en bedrijven van een stad het netwerk zelf moeten bouwen met de gateways. Samen met Utrecht verzorgen we met vijf gateways voor de aftrap. Doordat we daarna actief aan de slag gaan met de workshops en de Campus Party, verwacht ik wel dat we tegen het einde van de herfst een operationeel netwerk hebben. Utrecht is voor ons een beetje een verhaal apart. Normaal gesproken zijn we minder betrokken bij lokale initiatieven, maar hier willen we de komende maanden heel veel leren door nauwer betrokken te zijn. We willen leren hoe we een solide ecosysteem kunnen bouwen van overheden, bedrijven en developers. Uiteindelijk is onze missie een wereldwijd operationeel netwerk.’
Wat kunnen bedrijven met The Things Network?
‘Van alles. Zo is er in Oxford een applicatie gebouwd op het netwerk waarmee de waterhoogtes in de grachten worden gemeten. In Japan kunnen ze op verschillende plaatsen de radioactiviteit meten, maar ook in ons eigen land zijn er al verschillende voorbeelden. Met de inhoudelijke toepassing van het netwerk houden wij ons als organisatie minder bezig, daar ligt onze kracht niet. Wij zorgen ervoor dat er een netwerk beschikbaar is, en we bieden workshops met een uitgewerkt voorbeeld van de ondergrondse containers, maar het is vervolgens aan bedrijven zelf om met een ingenieuze toepassing te komen.’
Kan ieder bedrijf gebruikmaken van The Things Network? En wat kost dat?
‘Ja, het netwerk is voor iedereen, bedrijf én consument, beschikbaar. Het enige dat je nodig hebt, is een zender en een sensor van zo’n vijftig euro. Je kunt er als bedrijf ook voor kiezen om een gateway te plaatsen. Deze kost circa driehonderd euro. Daarmee breidt het netwerk uit en wordt het onderdeel van het grotere LoRa-netwerk. Voor bedrijven geldt dat er nog ongeveer vijftig tot honderd euro per maand aan cloudkosten bovenop komen voor bijvoorbeeld het hosten van de applicaties die ze op het LoRa-netwerk draaien. Consumenten kunnen meedoen als communitylid. Er zijn ontwikkelsets beschikbaar waarmee een prototype van een sensor kan worden gebouwd, die het mogelijk maakt om devices met het Things-netwerk te verbinden. Denk aan een fiets, boom of boot, alles is mogelijk.’
Hoe verschilt The Things Network van de LoRa-netwerken van KPN?
‘KPN biedt LoRa aan als internet service provider. Dat betekent dat je een standaardproduct krijgt waarop je zelf geen invloed kunt uitoefenen. Bij The Things Network bouw je zelf het netwerk waardoor je zelf de kwaliteit kunt bepalen. Als je te weinig bereik hebt, plaats je een gateway bij. Je bent in control en betaalt nooit te veel of te weinig. Daarnaast heb je controle over je eigen security-niveau. Bij KPN ontsleutelen ze jouw data die je vervolgens via een speciale portal kunt ophalen. Veel organisaties, zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen, moeten voldoen aan strenge compliance-eisen op het gebied van veiligheid. Dan is het niet toegestaan dat een derde partij jouw data ontsleuteld. Bij The Things Network kan het netwerk zo worden gebruikt dat alleen jij de decryptiesleutel hebt. Dat maakt een organisatie lean en flexibel in security.’ Daarmee bedoelt Giezeman dat een organisatie flexibel verschillende security-componenten kan inzetten. ‘Zo zet je je fiets met een slot op slot, maar gebruik je voor je huis drie sloten. Soms log je op een website wel met je Facebook-account in en soms niet. Het is een afweging hoe veilig je iets wilt hebben. Diezelfde keuzevrijheid biedt The Things Network ook.’
Wat is jullie ultieme droom?
‘We willen een paradigmaverschuiving bewerkstelligen in de manier van draadloos communiceren op dezelfde manier als Airbnb dat voor de hotelsector deed en Uber voor de taxibranche. Die business modellen zorgen ervoor dat mensen van consumers naar prosumers bewegen.‘Prosumer’ is een term die aangeeft dat we als mens niet alleen maar consumeren, maar in toenemende mate ook produceren. Op dit moment produceren we bijvoorbeeld al bijna meer entertainment dan we consumeren. We willen dat iedereen prosumer wordt op het gebied van dataconnectiviteit, en dat daardoor een heel robuust, democratisch, netneutraal en gedecentraliseerd internet ontstaat.’