Nederlandse banken groeien steeds verder uit tot it-organisaties. Dat zegt KPMG naar aanleiding van jaarlijks onderzoek naar de Nederlandse bankensector. Banken zijn steeds meer gedreven door digitalisering van processen en toenemende adoptie van mobiele toepassingen door hun klanten. Hierdoor stijgt het aantal werknemers met een it-achtergrond en verwordt de financiële sector steeds meer tot een ict-werkgever.
Uit onderzoek dat KPMG ieder jaar verricht onder Nederlandse banken blijkt dat 22 procent van alle bankmedewerkers momenteel bij de it-afdeling werkt. Dit was in 2007 12 procent van het personeelsbestand. Volgens het onderzoek blijkt ook dat ongeveer 75 procent van de banken overweegt op termijn het bestaande platform te vervangen door software van een externe leverancier. Hoewel de systemen bij veel banken nog altijd naar tevredenheid werken, legt de nood om het tempo van alle digitale ontwikkelingen bij te houden de nodige druk op die it-banksystemen. Dit zijn vaak systemen die door de bedrijven zelf ontwikkeld zijn en relatief verouderd raken.
Daarbij zijn verschillende banken van mening dat de bestaande it-systemen weinig kostenefficiënt zijn. Volgens Brigitte Beugelaar, partner bij KPMG IT Advisory, wordt it in het algemeen als een flinke kostenpost gezien. ‘Dat komt met name omdat de verouderde systemen vaak op kostbare mainframes draaien en het aanbrengen van veranderingen is vaak een dure aangelegenheid’ zo legt Beugelaar uit.
Zichtbare innovatie
De reden waarom banken weinig ruimte hebben voor initiatieven die tot kostenbesparingen leiden ligt volgens Beugelaar wellicht in het feit dat zij het beschikbare geld bij voorkeur investeren in allerlei tools waar de klant direct iets van merkt.
Bovendien moeten banken volgens KPMG hun aandacht nog altijd blijven richten op nieuwe regelgeving. ‘Het voldoen aan nieuwe regelgeving slokt een flink deel van de it-budgetten op, waardoor de noodzakelijke verbeteringen in de belangrijkste bancaire systemen achterwege blijven en het realiseren van nieuwe producten en diensten in het gedrang komt. De banken staan dan ook voor een belangrijk dilemma. Zij moeten de juiste balans zien te vinden tussen enerzijds de noodzaak van het voldoen aan alle wet- en regelgeving en anderzijds de behoefte om nieuwe commerciële activiteiten te ontwikkelen die het toekomstige concurrentievermogen zeker stellen.’
Verbeterde inzet data
Het gebruik van data en analytics is volgens de resultaten van het onderzoek bij een meerderheid van de onderzochte banken flink toegenomen. Ruim 75 procent investeert in analyseoplossingen. 90 procent gebruikt de nieuwe analyse-instrumenten met name om risico’s en fraudes beter te beheersen.
Volgens Beugelaar is het gebruik van data en analytics echter nog altijd relatief beperkt als dit wordt vergeleken met de mogelijkheden van alle data die de banken in huis hebben. ‘Hoewel we zien dat meer dan 70 procent van de banken data-analyses gebruikt om de klantbeleving te verbeteren, bevinden de initiatieven zich in het algemeen nog in het beginstadium en is nog weinig concreet resultaat geboekt.’
De voorzichtige benadering van de banken is naar Beugelaars mening waarschijnlijk een gevolg van de wetgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Daarbij spelen mogelijk eerdere negatieve reacties van klanten op de aankondiging van de banken om gegevens van klanten commercieel te gaan benutten een rol. Beugelaar: ‘Een ander obstakel op weg naar een ondernemingsbrede benadering van data en analytics is het ontbreken van een uniform model dat alle banken bij het gebruik van data kunnen hanteren. Een dergelijk model helpt de banken bijvoorbeeld bij het maken van een ‘single customer view’, een volledig profiel van de klant gebaseerd op alle data die de bank heeft.’
Als banken zich meer als een facebook of google gaan gedragen door klantgegevens te verkopen zullen de AFM en AP hard en resoluut in moeten grijpen.