Organisaties in het primair onderwijs presenteren vandaag een gezamenlijke leerlijn voor programmeren op de basisschool. Daardoor krijgen basisscholen handvatten aangereikt om programmeerlessen in te bouwen in hun lessen. Daarmee wordt programmeren geen apart vak, maar onderdeel van bestaande vakken zoals taal en rekenen. Gebruik van de leerlijn is niet verplicht. Scholen kunnen ook op andere manieren programmeren toevoegen aan hun lessen.
De organisaties zien programmeren als onderdeel van het zogenoemde computational thinking en 21e-eeuwse vaardigheden. De PO-Raad (Primar Onderwijs Raad) en ict-partner Kennisnet presenten 25 mei 2016 de nieuwe leerlijn. Alle scholen in het primair onderwijs kunnen die gebruiken. De leerlijn is ontwikkeld door en op initiatief van het onderwijsveld. ‘Het moet leerlingen helpen om complexe problemen op te lossen door ze op te delen in kleine stukjes en daardoor te leren hoe een computer werkt’, licht de PO-Raad toe.
De leerlijn is geen verplichte lesmethode. De PO-Raad: ‘Het is een uitwerking van de kerndoelen die door het ministerie van Onderwijs zijn opgesteld voor diverse vakken. Kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Alle scholen moeten zich daaraan houden. Ze mogen wel zelf bepalen hoe die kerndoelen binnen bereik komen. Het staat scholen dan ook vrij of ze de leerlijn programmeren wel of niet gebruiken.’
Er gaan binnen de ict- en onderwijswereld ook stemmen op om programmeren een verplicht onderdeel te laten zijn van het basisonderwijs, zoals bijvoorbeeld in Engeland het geval is. Maar dat is tot nu toe nog niet bereikt.
Arbeidsmarkt
Volgens de PO-Raad maakt de leerlijn programmeren het mogelijk om leerlingen vaardigheden bij te brengen die ze nu en ook later op de arbeidsmarkt hard nodig hebben. ‘Naar verwachting wordt het steeds belangrijker om goed met computers om te kunnen gaan en dat vereist een andere manier van denken. De leerlijn, die bestaat uit een verzameling begrippen, doelen en lesactiviteiten, helpt daarbij.’
Gestructureerd aanbod
‘Voor scholen en hun leraren wordt het dankzij de leerlijn mogelijk om programmeren op een gestructureerde manier aan te bieden. Bovendien kunnen ze deze inbedden in bestaande vakken als taal en rekenen. Op die manier kunnen alle leerlingen ervan profiteren en hoeven scholen niet nog een extra vak te geven’, aldus vicevoorzitter Simone Walvisch van de PO-Raad.
Volgens haar gebeurt er al veel, maar bieden scholen programmeren nu vooral ad hoc aan, bijvoorbeeld als buitenschoolse activiteit en voor een selecte groep leerlingen. Dat moet door de leerlijn veranderen.
Programmeren in het basis onderwijs. Vaak zijn de leraren ouder en hebben zelf moeite met de mogelijkheden van computers in het algemeen. Doe er nu een schep bovenop en laat deze zelfde leraren het vak programmeren aanbieden. Misschien eerst bijscholing regelen voor de leraren ?????
Boeiend hoe wij denken dat je programmeren moet leren. Er is veel over nagedacht en gesproken. Ongetwijfeld met goede bedoelingen.
Nog een gedachte die ook zou kunnen werken: hoe bak je een taart? Wanneer je dat niet weet begin je met een recept op te zoeken… Of: hoe krijg je koffie uit een automaat? De eerste stap in dit proces wordt meestal letterlijk overgeslagen. De meeste “leerlingen” die ik dit 40 jaar geleden voorlegde verplaatsen zich meteen virtueel naar de automaat maar vergaten zichzelf fysiek te verplaatsen…
Programmeren vraagt “iets” meer dan aanleren van abstracties. Zelfs al is dat zoiets eenvoudigs als het bewegen van een flurb in de juiste richting. (Hoe komt de aap bij de banaan heette dat vroeger als ik me goed herinner).
Programmeren is veel meer een nieuwe context ontdekken waardoor iets “wat we altijd al zo gedaan hebben” opeens veel eenvoudiger wordt. Kinderen hebben daar bijna allemaal aanleg voor. Ze vragen continue “waarom”. Tot ze dat afgeleerd hebben, door onze administratief-organisatorische procedures (90% van onze automatisering) over te nemen…geholpen door onze taal die ze hardop na moeten zeggen: Al-go-rit-me http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/305fd45e840cdbc66b3a7fe27280bb48e5a67160.pdf, terwijl ze best weten hoe ze veters moeten strikken of la dan niet legaal een koekje moeten pakken. Een event http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/b96d0f449e820b74c98455a6ccba303844b66915.pdf kennen ze allang als een gebeurtenis. Het laatste onderwerp is “representatie”. Hier gebruikt als het gecodeerd weergeven. http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/72f2b60ef6322609b4955ba72a211cb523069466.pdf
Leren we op deze manier programmeren? Ik heb mijn twijfels. Zoals ik die ook al had als voorzitter van de totaalprogrammacommissie van Ecabo in de tweede helft van de 80-ger jaren. Onze industrie is ook veel “taliger” geworden. Zoveel dat we elkaar soms nauwelijks nog verstaan, zoveel dialecten zijn er.
Wat wellicht voor de meeste spraakverwarring gaat zorgen is de ontwikkeling rond de microprocessoren zoals de Arduino en Raspberry. Deze computers staan veel dichter bij de Scada systemen. Wanneer de jongste generatie opgroeit met “real-time real-world” systemen komen wellicht de primaire processen in onze samenleving weer(!) in beeld en sterft de wereld van de secondaire en terriaire procedurele administratieve processen uit. Hoewel ik het nog niet helemaal vertrouw. De legacy maar ook de macht van de financieel-economische systemen staan nieuwe ontwikkelingen in de ICT en in de samenleving nog in de weg.
Daarvoor een oplossing vinden is echt “programmeren voor de toekomst”. En dat moeten we hoe dan ook nog steeds leren…
Het zou veel beter zijn al men kinderen ipv programmeren op jonge leeftijd wiskunde(dus niet alleen rekenen) zou leren , zo leerde men in het voormalig oostblok op de basisscholen al algebra .
Nietdat programmeren leren slecht is maar algebra (wiskunde) is breder toepasbaar.
Opmerkelijk dat bijna iedereen nu elkaar loopt na te papegaaien dat kinderen zouden moeten leren programmeren. Van Tim Cook en Bill Gates tot de leraar in de klas. Alsof ze dit met elkaar afgesproken hebben of zo.