In weer en wind, zon en hitte; wekelijks worden de velden van meer dan drieduizend Nederlandse amateurclubs bevolkt door hordes enthousiaste pupillen. Voetbal is in Nederland volkssport nummer één en dat betekent niet alleen veel voetballertjes, maar ook veel vrijwilligers om al die pupillen elke week opnieuw een interessante training te geven. Vaak zijn dit ouders van een van de teamleden. Sommige daarvan hebben zelf voetbalervaring, anderen brengen vooral frisse moed en een dosis bezieling mee. Maar hoe veel of hoe weinig ervaring de vrijwillige trainers ook hebben, Mijnvoetbaltrainer.nl helpt ze met de voorbereiding van de wekelijkse training.
Het platform geeft voetbalouders toegang tot wekelijkse instructievideo’s voor een bewogen training van de D, E en F’jes. Er is grote vraag naar de dienst, die sinds 2012 beschikbaar is. En oprichters Vincent van Sas en Jan Murre dachten dat het product ook internationaal wel eens zou kunnen aanslaan. Inmiddels staan ze in China om de diensten van Mijnvoetbaltrainer.nl te springen en ook in Amerika begint het platform stilletjes aan vorm te krijgen. Om deze snelle groei mogelijk te maken koos het platform voor werken in de cloud.
Ongetrainde trainers
‘Of de trainers nou wel of geen achtergrond hebben in de voetballerij, we helpen bij de voorbereiding van de pupillentraining’, vertelt Van Sas, één van de bedenkers en oprichter van Mijnvoetbaltrainer.nl. Iedereen die de allerkleinsten wil leren voetballen kan gebruikmaken van dit platform; zowel vaders, moeders als trainers. Van Sas: ‘Het initiatief ontstond vanuit het idee dat de pupillen én trainers met een glimlach het veld op en af lopen.’
Dat vaders en moeders hun vrije tijd steken in het trainen van kinderen vindt de oprichter ontzettend mooi. Toch komt het er in de praktijk op neer dat 75 tot 80 procent van de pupillentrainers niet opgeleid is als trainer. Daarom ontwikkelde Van Sas samen met Murre de leerlijn voor de pupillentrainer. ‘Veel trainers passen eenzelfde soort training toe, waarin de nadruk ligt op scoren en pupillen lang op elkaar moeten wachten’, vertelt Van Sas. Voor de pupillen is dat in het spel minder belangrijk en minder leuk. ‘Er vliegt tijdens de wedstrijd zo nu en dan een bal de goal in, maar balbezit, -verlies en de bal afpakken is veel meer het spelletje.’
Technisch vernuft
Het platform heeft op dit moment 2500 tot drieduizend wekelijkse gebruikers, met een laag verloop. ‘En dat gebruik piekt op specifieke momenten’, vertelt Murre. Vanwege de internationale belangstelling en de wens van de ondernemers om het platform ook buiten Nederland te lanceren, kan het gebruikersaantal groeien tot wel tweehonderdduizend gebruikers per week.
‘Om die groei het hoofd te bieden moesten we eigenlijk servers bijplaatsen. Het kost heel veel tijd en moeite om alles aan de gang te houden’, vertelt Murre. ‘Naast onze kosten voor het uitdenken, opnemen, inspreken en de grafische kant van de trainingen, konden we het ons niet permitteren om veel tijd en geld kwijt te zijn aan de technische ondersteuning.’
Mijnvoetbaltrainer.nl werkt daarom met ondersteuning van Google Cloud Platform. ‘Qua techniek hebben we er geen omkijken naar’, aldus Murre. De Google App Engine verzorgt het onderhoud van servers en balanceert de traffic-pieken. Applicaties zijn makkelijk te ontwikkelen, te onderhouden en te schalen, zodat traffic en dataopslag worden opgevangen. ‘En het mooiste is dat we betalen voor de diensten die we afnemen, dus we worden alleen geconfronteerd met hogere rekeningen als het gebruik ook daadwerkelijk toeneemt. Zo kunnen we snel en tegen weinig kosten groeien.’
Programmeertaal kiezen
Voor Mijnvoetbaltrainer.nl waren naast de snelheid en schaalbaarheid van het platform, ook andere aspecten een belangrijk argument. Murre: ‘Ik kreeg bij Google App Engine de mogelijkheid om een programmeertaal te kiezen. Natuurlijk moest ik App Engine leren kennen, maar ik kon kiezen voor een taal die ik ook gebruikte in andere projecten. Op die manier heb ik kunnen programmeren in een taal die mij bekend is en kan ik het platform volledig naar onze wensen inrichten.’ Murre hoefde niets te installeren en kon gelijk aan de slag met het ontwikkelen van het eigen platform.
Martine van den Berg, business manager Benelux van Google Cloud Platform: ‘We zijn erg blij dat Mijnvoetbaltrainer voor Google Cloud Platform heeft gekozen. Ze laten zien hoe je met weinig investering en weinig resources toch een succesvolle applicatie kan bouwen. Google App Engine is een ideaal platform voor startende ondernemers, omdat alleen daadwerkelijk gebruik wordt afgerekend. De kosten groeien evenredig aan het succes van de start-up.’
Internationaal binnentikken
Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot tien personen, hoeveel mensen er nodig zijn in de toekomst is nog gissen. ‘Qua it hebben we bijna geen ondersteuning nodig, we kunnen ons echt richten op de verbetering van het platform’, vertelt Murre. Zo willen de mannen in de toekomst meer doen met de data die ze verzamelen over het gebruik van het platform, zodat de gebruikers tevreden blijven met de dienst van Mijnvoetbaltrainer.nl.
‘In Nederland hebben we inmiddels grote voetbalbolwerken aan ons weten te koppelen en dat heeft zijn vruchten afgeworpen’, aldus Van Sas. ‘Dus nu is het tijd voor die internationale stap vooruit.’ Zo gingen de heren in het kielzog van het staatsbezoek mee met de oranje handelsmissie naar China. ‘De Chinese president heeft geroepen dat China maar eens wereldkampioen moet worden, dus daar is grote animo voor onze dienst. Daar bieden we dezelfde leerlijn als in Nederland aan.’
In Amerika gaan ze het iets anders doen. Het platform Yoursoccerskills krijgt daar een andere invulling. Van Sas: ‘In Amerika willen de mensen liever wat te kiezen hebben, dus daar krijgt het platform een meer gepersonaliseerde invulling.’ Murre vult aan: ‘Dat is een hele spannende stap, maar ook hier hebben we qua techniek weinig omkijken naar. De reden dat we voor Google Cloud Platform kozen is dat zij de capaciteit hebben om dingen te fiksen. Tot nu toe heeft het gebracht wat ik hoopte.’ Het Amerikaanse platform is op 1 mei 2016 live gegaan.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 5, mei 2016.