Wie mee wil tellen moet zichtbaar zijn. Harde economische cijfers zijn de basis waarop beleidsmakers sectoren serieus nemen en beslissingen kunnen nemen. Er daarmee is iets heel vreemds aan de hand: datacenters worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) niet als een afzonderlijke branche gezien. Sterker nog, de gehele digitale infrastructuur-sector staat nauwelijks op de radar.
Wie zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel, moet aangeven onder welke SBI-code de bedrijfsactiviteiten vallen. SBI staat voor Standaard BedrijfsIndeling. Deze codes zijn een hiërarchische indeling van economische activiteiten, op basis waarvan het CBS cijfers over de Nederlandse economie publiceert.
Op dit moment zijn datacenters onder één code (SBI 6311) gerangschikt, samen met zeer diverse andere sectoren. Deze code is omschreven als ‘gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten’. In meer detail heeft men het onder andere over data-entry, het hosten van condoleance-sites en het beheer van domeinnamen.
Zijn er op dit moment überhaupt nog data-entry bedrijven in Nederland en waarom hebben condoleance-sites zo’n specifieke rol in deze omschrijving? Bizar is het enige juiste woord om dit te omschrijven.
Onder de radar
De huidige indeling sluit duidelijk niet aan op de economische realiteit. Dat is een probleem, omdat het CBS op basis van de SBI-codes cijfers publiceert over de omvang en groei van sectoren van de Nederlandse economie. De SBI-codes zijn dan weer gebaseerd op de Europese NACE-codes, die uiteindelijk op VN-niveau een oorsprong hebben.
Hoewel de internetsector en de datacentersector fors groeien, wordt dat dus nergens goed gemonitord. Door het samenvoegen van inmiddels een brede sector onder één SBI-code is geheel onduidelijk wat de rol is van de verschillende sectoren. Dat is op Nederlands niveau het geval, maar ook op Europees niveau. Aangezien elk land ook verschillen kent in eigen omschrijvingen worden appels en peren vergeleken tussen de verschillende EU-landen en conclusies getrokken die niet kloppen.
En dat is nog niet alles: de Europese indeling waarop de SBI-codes zijn gebaseerd, wordt ééns in de twintig (!) jaar herzien; de laatste keer was in 2008. Dat betekent dat de sector mogelijk pas in 2028 in zijn werkelijke omvang zichtbaar zal worden voor beleidsmakers.
Samen verbeteren
De branche-organisatie voor Nederlandse datacenters, de Dutch Datacenter Association, heeft in samenwerking met de koepel voor digitale infrastructuur bedrijven (Dinl) initiatief genomen om samen met het CBS zo snel mogelijk tot aanpassingen te komen. Het CBS, wiens missie het is om zo accuraat mogelijke rapporten te publiceren, heeft dit met beide handen aangegrepen en werkt er zeer constructief aan mee. Zij zien ook dat zij in de huidige situatie hun werk niet goed kunnen uitvoeren.
Inmiddels is er een eerste resultaat: een tijdelijke aanpassing in de omschrijving. Tevens is er een aantal acties ondernomen om het probleem structureel aan te pakken. Dat is belangrijk omdat de ontwikkelingen op het digitale vlak elkaar steeds sneller opvolgen en omdat de digitale sector een steeds groter deel van de economische taart uitmaakt.
Datacenters vormen het digitale hart van Nederland en we hebben met deze sector goud in handen. Als niet goed inzichtelijk gemaakt kan worden hoe belangrijk datacenters zijn voor de Nederlandse economie, kunnen beleidsmakers en investeerders geen gefundeerde beslissingen nemen en ervoor zorgen dat deze sector zijn groei kan doorzetten. Dat raakt niet alleen de datacentersector, maar de gehele (digitale) economie van Nederland.