Het faillissement van V&D, Scapino en andere traditionele retailers heeft alles te maken met veranderende businessmodellen. Of beter gezegd, businessmodellen die hadden moeten veranderen, maar dat niet of onvoldoende deden. Het internet en de mogelijkheden die de moderne digitale infrastructuur biedt, konden of werden niet voldoende geïntegreerd om te kunnen overleven.
Bedrijven moeten dus steeds flexibeler zijn met hun digitale diensten om competitief te kunnen blijven. Dat vraagt om schaalbare it-oplossingen die de mogelijkheid bieden om ten volste te profiteren van de nieuwste innovaties in de digitale infrastructuur.
Het belang van digitale innovatie kan nauwelijks overschat worden. Tijdens het World Economic Forum in Davos werd afgelopen februari druk gedebatteerd over de ‘vierde industriële revolutie’. Deze revolutie zal volledig door digitale dienstverlening en data gedreven worden, en businessmodellen zullen radicaal op de schop moeten om mee te kunnen komen. Digitale innovatie is dus het sleutelwoord. Welke businessmodellen gaan overleven? Dat is nog niet zo simpel om te bepalen. Eén ding is wel zeker, digitale innovatie moet omarmd worden, anders is de kans groot dat men ten onder gaat.
Om te kunnen innoveren is de continuïteit van it en de veiligheid van data de basis. Er is echter méér voor nodig, en het is bedrijfseconomisch vaak niet haalbaar om dit zelf voor elkaar te boksen. Zeker niet als de eisen die gesteld worden snel kunnen veranderen. Dat dwingt tot keuzes.
We zien al een tijdje dat het management van it steeds vaker uitbesteed wordt aan cloudproviders. Zij hebben de middelen en kennis om snel in te kunnen spelen op nieuwe technologische ontwikkelingen en kunnen bedrijven daardoor snel mee laten bewegen met de tijd. Cloudproviders worden echter ook geconfronteerd met de uitdagingen die het digitale tijdperk oplevert. Dat is logisch, want zij bedienen uiteindelijk de bedrijven die hun it uitbesteden om ruimte in de bouwen voor digitale innovatie.
Dat betekent dat de cloudprovider open moet staan voor nieuwe eisen van klanten, en de kennis in huis moet hebben om als raadgever te kunnen optreden als klanten willen innoveren. De klant staat centraal. Ook voor cloudproviders geldt daardoor dat innoveren een steeds grotere uitdaging wordt, waardoor er soms beperkingen zijn in het vermogen om de dienstverlening te kunnen bieden die door klanten wordt verwacht.
Cloudproviders kiezen er daarom steeds vaker voor om hun diensten vanuit onafhankelijke datacenters te leveren. Door de aanwezigheid van andere partijen in zulke datacenters, is het mogelijk om samenwerkingen aan te gaan en innovatieve vernieuwende diensten aan te bieden die de businessmodellen van de toekomst kunnen faciliteren. Zo kunnen zij enerzijds hun eigen it-faciliteiten behouden, terwijl zij anderzijds kunnen profiteren van de ‘digital service hotspot’ die een onafhankelijk datacenter is.
Zonder gebruik te maken van de samenwerkingen en de synergie die onafhankelijke datacenters bieden, zal continue innovatie van het businessmodel een stuk lastiger zijn. Een gemiste kans. Wat we de afgelopen vijf jaar hebben zien gebeuren, zal in de komende vijf jaar zeker doorzetten.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 4, april 2016.
Gedegen artikel waar tegelijkertijd een hele grote waarschuwing van uit zou moeten gaan.
Het volledig automatiseren van de maatschappij neemt een aantal kwalijke gevolgen met zich mee. Het is al wat lange bekend dat digitaliseren van tal van handelingen domheid in de hand werkt. Nee, ‘I kid you not….’ Immers, als je geen manuele handelingen meer verricht heeft dit meteen en aantoonbaar gevolgen voor de menselijke motoriek. Niet alleen dat, al je zelf niet meer actief na hoeft te denken worden je hersenen daar gewoon lui van, met daar dan weer alle gevolgen van dien.
Welke gevolgen dit heeft wanneer we alleen al naar IT ICT kijken? Een toename van gaten in de IT keten, het verloren gaan van actuele zaken zoals inhoudelijke maar ook actieve kennis en het op pijl houden daarvan. Met alle respect natuurlijk voor de individuele kennis en ervaring van de lezende professional.
Hebben we het over het uitbesteden van de zakelijk IT ICT? Dan is het gewoon wachten op een toename van incidenten die meteen en aantoonbaar gevolgen heeft voor de zakelijke resultaten, en als je pech hebt krijgt je naam ook weer een knauw. Want er is een enorme toename te bespeuren van digitale ongenuanceerdheid en ‘blame and shame’.
Besparingen die helemaal geen besparingen zijn…
Als je alles maar uit blijft faseren zet je vervolgens ook nog eens de zakelijke continuïteit onder spanning. Ik kan hier natuurlijk al snel de tegenargumenten verwachten maar wanneer ik links en rechts van mij zie wat de schade is van dat uitfaseren door de gevolgen hiervan, vind ik dat bijzonder spijtig, jammer en te voorkomen.
IT ICT, vanuit mijn beleving en perceptie en voorgeven, is een vehikel dat zakelijk moet leiden tot besparen en niet tot politiek of commerciële cosmetisch handelen waarvan de schade aan de achterkant ontstaan, worden gebagatelliseerd of onder het kleed worden geveegd. Want ook hier is het volkomen voorspelbaar dat wanneer je IT ICT inzet en niet tot die besparingen komt, je echt zal worden opgezadeld met heel veel hele hoge rekeningen.
En volgens mij is IT ICT daar nou juist niet voor bedoeld. Toch?
Gedreven door kostenbesparingen en aandeelhouders zijn de afgelopen jaren veel bedrijfsprocessen uitbesteed aan derde partijen. Deze uitbesteding en outsourcing van ICT onderdelen lijkt wel wat op een soort neo-Taylorisme: een opsplitsing van bedrijfsprocessen. Het verschil met het echte Taylorisme is dat deze processen worden uitgevoerd door verschillende bedrijven.
Deze trend is recursief, (immers al die verschillende bedrijven staan onder dezelfde druk) en zo ontstaat er een fragmentatie van bedrijfsprocessen die zich steeds lastiger onder controle laat brengen. De flexibiliteit, wendbaarheid en slagvaardigheid van bedrijven neemt af, terwijl ook de synergie van organisaties grotendeels verloren is gegaan.
Een medewerker in India die een procesonderdeel uitvoert, zal niet snel vanzelf verbeteringen in het overkoepelende proces bedenken, eenvoudigweg omdat hij dat niet kan overzien.
Wat hosting en cloudexploitatie betreft: dit zijn vrij marginale bezigheden waarin besparingen vooral worden gezocht in de infrastructuur (bijvoorbeeld in de vorm van grootschalige gedeelde architecturen). De enige rol die zij zouden kunnen spelen in de “disruptiegolf” is het goedkoop aanbieden van data opslag en middelen om van die data gebruik te maken.
Maar daar zijn nieuwe investeringen voor nodig, zowel van de bedrijven die die data moeten gaan vastleggen als de datacenters die de opslag en exploitatiemiddelen moeten gaan aanbieden.
Om “disruptief” te zijn moeten ondernemingen hun businessmodel compleet veranderen, iets moeilijker wordt naarmate de bedrijfsprocessen meer gefragmenteerd zijn.
Tevens moeten die bedrijven dan (na jaren van kostenbesparingen) opnieuw gaan investeren in grootschalige data exploitatie, iets waar de meesten bovendien geen ervaring mee hebben.
De vraag is of veel bedrijven bereid zijn om die sprong in het duister nog te nemen.
@Rene:
Inderdaad kun je IT ICT (vanwaar die dubbele afkorting eigenlijk?) inzetten om zoveel mogelijk kostenbesparingen te realiseren. Maar schade en hoge rekeningen blijven in alle gevallen bestaan.
Op voorhand al in de vorm van het politieke en commerciële circus rondom de zoveelste aanbestedingen van een omvangrijk, miljoenen kostend project. Maar zeker achteraf omdat er weer een grote groep mensen zijn weggesneden uit het arbeidsproces die vervolgens via een of andere uitkering alsnog brood op de plank hopen te krijgen.
In beide gevallen wordt de rekening neergelegd bij degene die wel nog werk hebben (waaronder jij en ik). En wel in de vorm van allerhande belastingen en premies die ook nog eens stelselmatig verhoogd worden, direct of indirect.
Is het niet om allemaal die uitkeringen gefinancierd te krijgen, dan is het wel om het politieke en commerciële circus dat aanbesteding heet te kunnen financieren. Dat alles omdat de winsten die gemaakt worden met die aanbesting-, automatisering- en saneringsrondes doorgaans in een ander land uitgegeven wordt dan waar de winsten feitelijk gemaakt zijn.
Andersom geredeneerd – van mij mag die politieke en commerciële handel-en-wandel rondom automatisering wel blijven bestaan. Maar zorg er dan wel voor dat die winsten tenminste voor een deel besteed worden in het land waar ze feitelijk gemaakt worden (lees: het land waar hele groepen in een uitkeringssituatie terecht komen).
Mijn inschatting is dat bedrijven en overheid dan heel andere keuzes gaan maken. Kans is groot dat we er uiteindelijk allemaal beter van worden. Al was het maar omdat het op peil houden van de winstgevendheid niet enkel meer gebaseerd gaat kunnen zijn op het wegsnijden van manuele arbeid – hetzij in de vorm van automatisering, hetzij in een of andere uitbestedingsvorm.