Technische doorbraken, maatschappelijke vraagstukken en een nieuwe generatie robots die steeds intelligenter wordt. Managing director van RoboValley, Arie van den Ende vertelt over de samenwerking tussen onderzoekers, overheid en bedrijfsleven die Delft op de kaart moet zetten als wereldwijde innovatie-hub voor robotica.
Wat is RoboValley?
Vanuit de Technische Universiteit Delft is het initiatief gekomen om een ecosysteem in te richten rondom robotica. Het gaat om een vergaande samenwerking tussen ondernemingen, overheden en onderwijsinstanties op de campus van de TU Delft. Het doel van RoboValley is om een leidend wereldwijd ecosysteem voor robotica op te zetten. Ik verwacht dat we met tien tot vijftien jaar tot de absolute wereldtop behoren.
RoboValley sluit aan op het succes van de TU Delft Robotics Institute. De TU bracht zo’n vijf jaar geleden het robotonderzoek van zes verschillende faculteiten en vijftien leerstoelen samen in één nieuw instituut: TU Delft Robotics Institute. Het gaat om ruim 160 onderzoekers die zich richten op roboticaonderzoek. Daarmee heeft Delft wereldwijd een leidende positie op het gebied van robotica-research.
Delft moet het Silicon Valley voor robotica worden. Is dat realistisch?
We hebben een hele goede uitgangspositie om dat te bereiken. We beschikken met TU Delft Robotics Institute over een toonaangevend roboticainstituut. Daar komt bij dat de Nederlandse overheid vol inzet op smart industries. Er is dus vooral vanuit Europa veel subsidie beschikbaar voor onderzoek. Ook in de VS, Zuid-Korea en Japan wordt gewezen naar Europa. Zij verwachten dat hier de komende tien tot vijftien jaar de belangrijkste resultaten op het gebied van roboticaonderzoek plaatsvinden. Nederland is sowieso een populaire plek voor innovatie en start-ups. Na Londen en Berlijn is de regio Amsterdam de beste plek voor start-ups in Europa. Er zijn veel kennismigranten en in vergelijking met bijvoorbeeld de VS is er een veel gunstiger vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven. Tel daar het hoge opleidingsniveau, taalvaardigheid en een open cultuur bij op en je snapt dat we ons als gateway voor European robotics profileren. Op dit moment is er een wachtlijst voor roboticabedrijven die zich willen vestigen op het science park, maar op korte termijn komt er negentienduizend vierkante meter beschikbaar voor de vestiging van roboticabedrijven. De dynamiek die daarbij ontstaat die raakt aan de dynamiek van Silicon Valley. Vandaar dat we ook voor de naam Valley hebben gekozen.
Robotica staat momenteel enorm in de belangstelling, hoe komt dat?
Dat heeft te maken met technische doorbraken en maatschappelijk vraagstukken. Nadat het zo’n twintig jaar relatief rustig is geweest rond robotica, is er de laatste twee à drie jaar enorm veel belangstelling. Er komt een hele nieuwe generatie robots aan. Het wordt een heel eigen thema binnen de automatisering. Op technisch vlak zijn er belangrijke doorbraken. Op het gebied van sensortechnologie en bijvoorbeeld beeldherkenning en cameratechnologie. Ook bieden ontwikkelingen als internet of things (IoT) en gegevensoverdracht via breedbandtechnologie allerlei nieuwe toepassingen en worden ze een integraal onderdeel van robotica. Ook een ontwikkeling zoals de opkomst van de elektrische auto, heeft bijgedragen aan die aandacht en gezorgd voor betere accusystemen. Kortom, technisch kan er veel meer. Dat lukt ook nog eens tegen lagere kosten.
Er zijn daarnaast ook maatschappelijk ontwikkelingen die de robotindustrie aanjagen. Denk aan de vergrijzing, de zorg en bijvoorbeeld arbowetgeving rondom gevaarlijk en vuil werk. Er wordt gezocht naar nieuwe middelen om die taken uit te voeren en daarbij bieden robots vaak uitkomst. Er zijn dus economisch en technisch meer mogelijkheden om robots in te zetten.
Wat zijn de gevolgen voor de werkgelegenheid?
Tien tot twintig jaar terug hoorde je bij het onderwerp robotica vaak verhitte discussies over het verlies van banen. Nu is dat een hele andere discussie geworden. Ik hoor niemand meer van: ‘We moeten het tegenhouden’. Wij denken zelfs dat bijvoorbeeld in Nederland de werkgelegenheid juist zal stijgen door robotica. Onze verwachting is dat RoboValley de komende tien jaar tussen de vijftienduizend tot twintigduzend nieuwe banen creëert. Bijvoorbeeld door de vestiging van grote bedrijven die hier hun hoofdkantoor vestigen en banen die ontstaan aan de onderzoekskant en bij start-ups.
Welke functies worden gevraagd?
Er ontstaat een grote vraag naar ict-specialisten. Amerikaanse bedrijven hebben bijvoorbeeld grote belangstelling om een deel van hun research naar Nederland te brengen omdat hier de lonen lager zijn. De lonen van software-engineers in Silicon Valley zijn drie tot vijf keer hoger dan in Nederland. Ik heb het dan over ontwerp vanaf scratch. Voor meer standaard softwareontwikkeling zal Oost-Europa een concurrent zijn. Maar voor het bouwen van nieuwe software zijn de beste ontwikkelaars nodig. Het wordt wel een uitdaging om te zorgen dat die mensen beschikbaar zijn. Daarom adviseren wij mensen ook op een studiekeuze te maken in die richting.
Er is aan de softwarekant veel behoefte aan programmeurs. In de industriële robotica zie je ROS industrial opkomen. Ook de vraag naar C++-specialisten is groot. We merken hier in Delft dat ict-bedrijven enorm geïnteresseerd zijn in welke kant de robotica-ntwikkelingen opgaan en welke ict-vaardigheden daarbij horen. IoT en artificial intelligence zijn gebieden waar de komende jaren veel ontwikkelingen plaatsvinden. Daar moeten de grote verschillen gemaakt worden de komende jaren. Dat zit veel meer aan de kant van algoritmes dan aan de werktuigbouwkundige kant van robotica. We wijzen nieuwe studenten er op om zich vooral op kunstmatige intelligentie en robotisering te richten. Er ontstaat ook een nieuw beroep: de chief robotics officer. Hij bepaalt de robotica-agenda van een bedrijf en brengt de processen in kaart, maakt een planning van verbeteringen die plaats kunnen vinden met behulp van robotica.
Een andere ontwikkeling die naar onze verwachtingen bijdraagt aan meer werkgelegenheid is de beweging van reshoring. Productie wordt teruggebracht van Azië naar Europa. Ik verwacht dat door de opkomst van robotica er nieuwe discussies ontstaan over productie en transport. Waarom zouden we basisproducten naar China brengen om ze daar te fabriceren tot volledige producten en die vervolgens weer hierheen transporteren? Ik vind dat de gevolgen van die beweging tot dusver enorm worden onderschat.
Waar liggen kansen?
De grootste productieverbeteringen door robotica zijn tot nu toe gemaakt in de massieve maakindustrie. Die eerste generatie robots die we kennen van de auto- en luchtvaartindustrie, daarin heeft Europa als regio voor de belangrijkste innovaties de slag gemist. Dat was vooral een Japanse aangelegenheid. In traditionele industrieën, die met de vorige generatie robots volledig geautomatiseerd zijn is ook nu winst te behalen. Fabrikanten zijn nu bij de keuze voor nieuwe producten soms wel tien maanden bezig voordat ze de productie weer helemaal gerobotiseerd hebben. Daarbij zijn ze 70 procent van hun eerdere investeringen kwijt om een nieuwe lijn te maken. Bij de nieuwe generatie zelflerende robots moet zo’n proces in een maand tijd kunnen plaatsvinden tegen een fractie van de kosten. Nu staat een camera bijvoorbeeld in verbinding met een robot. Wat een camera ziet moet via een algoritme worden omgezet in een actie van de robot. Door doorbraken in beeldherkenning kan de robot zien wanneer hij wel of niet in actie moet komen. Er worden sneller databases met productiedata opgebouwd. Maar ook in het kalibreren en instellen van machines zien we doorbraken doordat dit geautomatiseerd gebeurd.
Naast de nieuwe ontwikkelingen van robotica in de maakindustrie zie je ook dat robots beschikbaar komen voor bijvoorbeeld het mkb. De technologische ontwikkelingen en verlaging van de kosten voor ontwikkeling van robotica bieden kansen voor een hele nieuwe doelgroep.
Kunt u een voorbeeld noemen van robotisering in het mkb?
Neem bijvoorbeeld een klein metaalbedrijf dat plankendragers fabriceert. Dat bedrijf had zijn processen al vergaand gerobotiseerd. De laatste stap, waarbij de hangers een verflaag krijgen in een poedercoating-cabine, gebeurde nog met de hand. Dat proces was te ingewikkeld voor een robot. Door de ontwikkeling van nieuwe robots kan dat laatste proces nu ook door robots worden uitgevoerd. Daarmee is de kostprijs met 20 procent verlaagd en kan het bedrijf concurreren met Chinese concurrenten. Dat bedrijf kijkt nu zelfs naar de mogelijkheden voor de uitbouw van productiecapaciteiten en machinepark. Het krijgt door de inzet van robots een nieuwe toekomst en de werknemers die eerder in de verfcabine stonden, krijgen een andere functie binnen het bedrijf.
RoboValley is bij het grote publiek nog niet zo bekend. Hoe zorgt u dat dat verandert?
We hebben RoboValley in september 2013 aangekondigd. We timmeren op allerlei terreinen aan de weg om ons te profileren. We hebben eind 2015 onze eerste masterclass robotics georganiseerd. Topexperts op roboticagebied hebben de toppers van multinationals bijgespijkerd over de technische en economische, sociale en ethische kant van robotica. We hebben in januari 2016 het boek Robotics for future presidents uitgegeven. We willen daarmee politiek, bedrijfsleven en publiek duidelijk maken waar robotisering staat. Er wordt ook een social media-team opgezet om ons nog meer te profileren en we werken samen met andere organisaties aan evenementen. Onderzoekers bieden ook een Total Scan, daarbij brengen ze de processen van een bedrijf in kaart brengen en geven aan wat daar de komende tien jaar aan zou kunnen veranderen door robotica. De vraag voor bedrijven is vaak: waar begin ik? Daar helpen we ze graag bij.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 4, april 2016.
Wie is Arie van den Ende
Arie van den Ende heeft als directeur/groot aandeelhouder 26 jaar leiding gegeven aan de financiële dienstverlener Van den Ende/Esperion (190 medewerkers). Vanaf 2003 werkte hij als consultant markt-strategie binnen verschillende gebieden. Sinds 2014 is hij als business developer robotics en ceo van Delft Robotic Enterprises verbonden aan de TU Delft. Op 1 januari 2016 is hij officieel gestart als managing director van RoboValley.
RoboValley
RoboValley bestaat uit 160 onderzoekers. Het gaat om kennisoverdracht van de zes aangesloten faculteiten van het Delft Robotics Institute: Techniek, Bestuur en Management (TBM), Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek (L&R), Industrieel Ontwerpen (IO), Elektrotechniek, Wiskunde en Infomatica, (EWI), Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen en de faculteit Bouwkunde.
Binnen RoboValley zijn verschillende roboticabedrijven actief zoals leverancier van melkrobots Lely en Valk Welding (lasrobots). Ook zijn ongeveer vijftien start-ups actief.