Het is gewoon gekkigheid: in een enorme lijst van draadloze netwerken je eigen hotspot nauwelijks kunnen vinden. En toch kom je het steeds vaker tegen dat de lijsten van beschikbare Wi-Fi-verbindingen langer zijn dan je op het scherm van je apparaat kunt weergeven. Deze drukke boel frustreert niet alleen het overzicht voor de gebruiker, maar brengt ook de kwaliteit van alle verbindingen schade toe.
In een ideale wereld is er overal razendsnel draadloos internet. Maar die wereld bestaat niet. In een iets minder ideale wereld kunnen access points (ap’s) overal ongestoord hun draadloze Wi-Fi-signaal verspreiden. Maar ook die wereld bestaat helaas niet. De realiteit is paradoxaal genoeg dat hoe meer access points er in de lucht zijn, hoe slechter de verbinding naar client-apparaten wordt. Het wordt op de beschikbare kanalen veel te druk.
Dat heeft alles te maken met beperkingen in de laatste afgesproken standaarden 802.11n en 802.11ac. Zowel de frequenties 2.4GHz als 5GHz kampen met een beperkt aantal kanalen dat gebruikt mag worden. Hoewel 5GHz veel meer kanalen biedt, helpt het niet dat met de komst van de nieuwe standaarden sinds enige tijd een bredere bandbreedte gebruikt kan worden, door naast 20MHz ook 40, en wat betreft 802.11ac zelfs 80 en 160 MHz kanalen te kunnen gebruiken. Dit zorgt voor nog meer kanaaloverlapping, terwijl we op 2.4GHz op zelfs 20MHz al een probleem hebben met alleen kanaal 1, 6 en 11 als volledig vrije kanalen voor een optimale snelheid. De rest overlapt immers; zo is de standaard afgesproken. Meer dan elf kanalen op 2.4Ghz worden het niet.
Wi-Fi-snelwegen slibben dicht
Je kunt dit vergelijken met een snelweg met vier banen. Waar op 20Mhz sprake is van een auto die één baan claimt, en er dus vier auto’s ongestoord naast elkaar kunnen rijden, zijn dit er met 40MHz twee en met 80 en 160 MHz respectievelijk vier en acht. Een vrachtwagen die acht banen breed is kan veel meer goederen meenemen dan een vrachtwagen die maar één baan nodig heeft, maar daarmee is de snelweg wel veel sneller vol. Nog meer snelwegen erbij bouwen (ap’s plaatsen) werkt alleen als er nog andere kanalen vrij zijn; op hetzelfde traject is geen plek voor dezelfde snelwegen.
Drie vrije kanalen op 2.4GHz betekent dat je in een draadloos netwerk drie ap’s kunt gebruiken die elkaar niet in de weg zitten. Dat is al niet veel. Komen daar nog de ap’s van anderen bij, dan zie je vaak een krankzinnige wedloop ontstaan, waarbij bedrijven elkaar met steeds sterkere ap’s proberen te bestrijden om aan gebruikers een goed draadloos netwerk te blijven leveren.
In zo’n wedloop is het zaak om vooral ook slim te zijn. Zo kun je werken met technologie die access points een bepaalde kant op laat communiceren. Zo kun je bij meerdere ap’s, waar de ene de clients links en de andere de clients rechts bedient, de toegangspunten toch van hetzelfde kanaal gebruik laten maken. Reguliere ap’s praten gewoon in het rond, die sturen hun radiosignalen lukraak overal naartoe; interferentie of niet.
Altijd het beste kanaal kiezen
Een andere slimmigheid is het intelligenter kiezen van kanalen door een ap. Zo laat technologie als Channelfly het ap van client-apparaten bijhouden hoeveel doorvoersnelheid ze op verschillende kanalen hebben. Mocht de snelheid die op verschillende kanalen behaald wordt veranderen, door verplaatsing van de clients of herplaatsing van ap’s (of die van de buren), dan wordt automatisch van kanaal gewisseld en gekozen voor het meest optimale kanaal.
Met de komst van het internet of things (IoT) wordt het aantal client-apparaten nog veel groter. Willen we de voorspelde tientallen miljarden devices kunnen bedienen, dan moet het Wi-Fi-netwerk meer capaciteit krijgen. Maar zolang er geen nieuwe 802.11-standaarden zijn, krijgen we er geen kanalen (snelwegen) bij. Maak niet de vergissing kanaalkrankzinnigheid te bestrijden met meer ap’s (asfalt), want het spectrum zit vaak al vol. Ook op 5GHz zien we dat nu gebeuren. Wat je wel kunt doen, is access points gebruiken die niet op brute kracht, maar op basis van slimme tactieken de Wi-Fi-strijd winnen. Of gewoon met je buren afspreken dezelfde apparatuur te gebruiken, wat met de huidige configuratiemogelijkheden in ap’s en routers ook prima kan.