De inzet van big data biedt kansen voor de misdaad- en fraudebestrijding. Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe risico’s voor burgers op het gebied van privacy, voor discriminatie en door foutmeldingen en schijnverbanden. Big data-analyses omvatten bovendien vaak de gegevens van niet-verdachte, onschuldige burgers. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) concludeert in een rapport dat het gebruik van big data in het veiligheidsdomein om nieuwe kaders vraagt.
De WRR heeft zijn rapport ‘Big data in een vrije en veilige samenleving’ geschreven op verzoek van het kabinet. Hierin onderzoekt de WRR de kansen en risico’s van de inzet van (big) data-analyse door politie en justitie, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en op het gebied van de fraudebestrijding.
De WRR breekt big data-processen op in drie fasen: verzameling, analyse en gebruik van gegevens. De huidige juridische kaders zijn vooral gericht op het verzamelen en delen van gegevens. Burgers zijn door deze kaders echter nog onvoldoende beschermd. Juist in de fases van de analyse en het gebruik van data liggen de belangrijkste kansen en risico’s van big data besloten en zijn nieuwe regels nodig.
Adviezen
De wetenschappelijke denktank somt in het rapport een aantal bestandsdelen van zo’n kader op:
– wettelijke verankering van de verantwoordelijkheid van de gegevensverwerkende partijen voor de juistheid van big data-processen;
– nieuwe regels over toelaatbare foutmarges bij profiling in de analysefase;
– versteviging van het extern toezicht op de algoritmen die de analyse structureren;
– extra investering in de kennis van de werking van big data-analyses bij toezichthouders als de Autoriteit persoonsgegevens en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
– strikte handhaving van het verbod op geautomatiseerde besluitvorming en bestrijding van semi-geautomatiseerde besluitvorming in de gebruiksfase: een slimme combinatie van big data-analyses en menselijke beoordeling verdient verre de voorkeur;
– grotere transparantie over de gegevensverwerking binnen het veiligheidsdomein, zowel bij individuele organisaties als bij samenwerkingsverbanden van organisaties;
– verbetering van de mogelijkheden voor burgers en maatschappelijke organisaties om wetgeving en beleid omtrent big data-toepassingen juridisch te laten toetsen.
Extra studies
Naast het rapport verscheen de WRR-verkenning ‘Exploring the Boundaries of Big Data’ (onder redactie van Bart van der Sloot, Dennis Broeders en Erik Schrijvers). De verkenning analyseert het fenomeen big data vanuit verschillende wetenschappelijke perspectieven en presenteert bouwstenen voor een regulatief kader voor big data. De bundel bevat bijdragen van Robin Bayley en Colin Bennett, Rosamunde van Brakel, Gemma Galdon Clavell, Seda Gürses en Bart Preneel, Paul De Hert en Hans Lammerant, Joris van Hoboken, Sander Klous, Philipp Richter en Alexander Roßnagel en Bart van der Sloot.
Als achtergrondstudies voor het project ‘Big Data, privacy en veiligheid’ van de WRR zijn verder verschenen de studies ‘International and comparative legal study on Big Data’ (Bart van der Sloot en Sacha van Schendel), ‘Big data in de zorg’ (Leo Ottes) en ‘Het gebruik van big data door de MIVD en AIVD’ (Sacha van Schendel).
WRR
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een onafhankelijk adviesorgaan dat de regering gevraagd en ongevraagd advies geeft over vraagstukken die van groot belang zijn voor de samenleving.
Dit soort rapporten mogen wij zien als ‘voer’ voor de onderkanten van bureaulades? Of zal er toch nog een aantal richtlijnen uitkomen waaraan de betrokkenen niet worden afgerekend als zij zich daar niet aan houden?