Nederland nam ooit het voortouw met overheidsbeleid voor open source. Daar is weinig van overgebleven. Dit is de discussiestelling die Computable-lezers vandaag krijgen voorgelegd.
Het werk van de Nederlandse overheid en het speciaal ingestelde programma NOiV (Nederland Open in Verbinding) lijkt uiteindelijk geen vruchten te hebben afgeworpen. Van het streven naar open source en daarmee leveranciersonafhankelijkheid is anno 2016 weinig overgebleven. De nagestreefde openheid betrof natuurlijk niet alleen open source maar ook open standaarden. Toch is de verdergaande vrijheid van open source een waardevol goed.
Het door de NOiV opgelegde principe van ‘pas toe of leg uit’ is door minister Blok begin dit jaar uitgefaseerd. Open source is namelijk niet per sé goedkoper of beter en dus is het niet automatisch de beste optie, schreef de bewindsvoerder aan de Tweede Kamer. “Ik ben er daarom geen voorstander van om bij de keuze voor closed source bij een aanbesteding een toelichting te moeten geven over het waarom van die keuze.”
Overigens zag het eind 2011 opgeheven NOiV dit einde toen al aankomen. “Begrijpen overheden inmiddels voldoende van open source software en open standaarden om deze echt in de operationele fase te krijgen?”, was zo’n vijf jaar terug de vraag. Het antwoord lijkt nu gegeven. Wat vind jij?
Kunstmatige keuzes opleggen is nooit een goed idee. Stel dat je forceert om voor open source te kiezen en het project mislukt, dan krijgt dit de schuld.
Slimme leveranciers zullen meer en meer open source toepassen om een goede aanbieding te kunnen doen op een aanbesteding. Met die route is het veel logischer en natuurlijker dat het gebruik van open source toe zal nemen bij overheid.
En dit gebeurt al. Steeds meer gemeentes baseren bijv. de database op Postgres ipv Oracle.
Heeft de overheid bewust hiervoor gekozen? Nee, maar uiteindelijk is het dus wel deels open source wat een overheid gebruikt en dat zal alleen maar toenemen.
De keuze is ook niet zwart-wit. Open source zit verweven ook in middle ware. Dus laat evolutie hier lekker zijn gang gaan. Als op een bepaald vlak proprietary de beste keuze is, dan is het de beste keuze. Regulatie hierin is alleen maar eng. Wel moet de lobby goed in de gaten gehouden worden, maar dat valt meer onder beleid.
Henri ik ben het volkomen met je eens. Wanneer je een goed aanbod doet dat baseert op open source bereik je veel meer. De klant (overheid en handel) overtuigt een positieve ervaring meer als welke regeling ook.
Dat er hele goede closed source software is kan ik bevestigen, ook ik koop licenties van programma”s die mijn werk ondersteunen.
De wereld is niet zwart/wit maar grijs.
Uit de reactie van Blok valt op te maken dat de impliciete verwachting van Open Source was dat dit per definitie goedkoper was (want: er hoeven immers geen licenties te worden gekocht).
De echte driver achter Open Source dient te zijn dat er geen “vendor lock-in” volgt als gevolg van de keuze. De keuze (en dat staat ook enigszins in het artikel) zou moeten zijn of er een open of gesloten standaard moet worden gekozen.
Een open standaard als OASIS maakt een organisatie minder gevoelig voor een verplichting altijd de producten van een specifieke leverancier af te nemen. Als een levencier van een gesloten standaard besluit de licentiegelden met 100% te verhogen, of de ondersteuning van een versie van een product te laten vervallen, toevallig met een wijziging in de licentiestructuur dan kan de afnemer niet kiezen voor een alternatief pakket. Bij open standaarden is in elk geval de keuze daar. Open Source is niet perse “zonder licentie” of “gratis”. Er kan wel degelijk een leverancier achter staan (zie bijv. Red Hat) die tegen vergoeding professionele ondersteuning levert.
Onder de motorkap van heel veel overheids programmatuur (en in zijn algemeenheid) zit redelijk wat open source omdat veel van die software min of meer onmisbaar is geworden in het IT landschap.
Dat de adoptie ratio bij de overheid achter loopt op het bedrijfsleven is altijd al zo geweest dus in die zin is het nog te vroeg om de bovenstaande conclusie te trekken. De slag van het NOiV mag dan wellicht verloren zijn, de ‘oorlog’ is nog lang niet voorbij.