De Tweede Kamer behandelt op 7 april 2016 de kabinetsreactie op de motie Gesthuizen Oosenbrug waarin onder andere wordt gevraagd om het doen van onderzoek naar exit-strategieën om minder afhankelijk te worden van ict-leveranciers. Voor het reageren op die motie, heeft de minister door bureau Berenschot een rapport laten opstellen. Het rapport, dat afgelopen maart is gepubliceerd onder de titel 'Mogelijkheden om de afhankelijkheid van ict-leveranciers te verminderen', maakt pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse overheid nog een flinke weg heeft af te leggen.
De wijze waarop in het rapport open source-software wordt beschreven is niet juist, en gebaseerd op achterhaalde informatie of oppervlakkige lekenkennis. Zo zou er voor bijvoorbeeld erp-systemen weinig open source aanbod zijn. Die tijd ligt echter achter ons. Het maken van koppelingen met andere applicaties zou kostbaar zijn. Maar juist omdat open standaarden impliciet met open source-software verbonden zijn, is dat in principe juist makkelijker.
Afhankelijk van leverancier
Er wordt ook gesproken van afhankelijkheid van een leverancier door open source-software. Onbegrijpelijk want bij als je bij de keuze van open source-software let op de kracht van de community, heb je als gebruikende partij de mogelijkheid om én zelf bij te dragen, én met alles naar een andere leverancier of ondersteuner te gaan, of ook om alles in eigen hand te houden. Je kunt alle bijdragen delen met andere gebruikers en deelt in die van anderen, en kan zelfs een afsplitsing, nieuwe tak, van het product starten of initiëren. Hoeveel meer vrijheid kun je wensen. Tot slot wordt er gesteld dat er met open source-software een afhankelijkheid kan zijn van door bedrijven ontwikkelde toepassingen. Het is toch evident dat er dan geen sprake is van open source.
Voor een rapport dat bedoeld is om het beleid over open source en open standaarden mee te onderbouwen, is dit niet minder dan schokkend. Opmerkelijk is eveneens dat maar drie experts – overigens zonder kennis van open source – worden geraadpleegd en dat er nauwelijks een exit-strategie – waarom het toch te doen is – wordt beschreven.
Inspiratie en voorbeeld
Het rapport van Berenschot noemt enkele voorbeelden die tonen dat het met open source-software in de praktijk niet een en al jubelstemming is. Dat is juist, en het is niet moeilijk om te benoemen waarom het niet eenvoudig is om uit de vendor lock-in te breken, maar het rapport plaatst de cases niet in dat licht en verzuimt de successen te benoemen. En het gaat juist om het aanhalen van de zaken die een inspiratie en voorbeeld zijn. Die zijn toch niet zo moeilijk te vinden?
Recent voorbeeld is de Franse stad Nantes, waar 1,7 miljoen wordt bespaard door te kiezen voor open source office-software: Libre Office. En van dat bedrag wordt een paar ton geïnvesteerd voor vernieuwingen in dat product. En de Britse overheid die ‘gewoon’ stelt dat odf het standaard bestandsformaat wordt en dat alle applicaties waarmee ze werkt dat moeten ondersteunen. Punt. Open speelveld; einde vendor lock-in.
Het voorbeeld van München toont hoe daar al tijdens het project van omschakeling naar open source-software elf miljoen is bespaard; netto, met aftrek van de investeringen. Een deel van de besparingen wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van de software die de stad gebruikt.
Met 72.000 Ubuntu Linux en Libre Office-desktops heeft de Franse politie, méde door de lagere licentiekosten de total cost of ownerschip (tco) met 40 procent teruggebracht. Men stelt daar dat de directe voordelen van besparingen op licenties slechts de top van de ijsberg is: ‘Een goed toegepaste open source desktop is een krachtig instrument voor it-beheer.’
Het is duidelijk dat doorbreken van de vendor lock-in makkelijker is indien het op een voldoende grote schaal wordt aangepakt. In de Nederlandse verhoudingen is de landelijke overheid de ideale partij om dat te ondersteunen. Niet met alleen gepraat (het opstellen en uitleggen van beleid), maar vooral met een duidelijk programma met als doel de vendor lock-in te beëindigen. Zo moet de overheid zorgen dat open source-software bij aanbestedingen een eerlijke kans krijgt. Want ook dat is nog niet aangepakt, ondanks dat in 2010 onderzoek (Rijks Universiteit Groningen, Dr. Mr. Mathieu Paapst) pijnlijk duidelijk maakte dat van een eerlijke kans geen sprake is.
Lees ook het artikel ‘Overheid laat voordelen open source links liggen‘ van Gijs Hillenius.
Goed artikel Cor, ik had me ook al verbaasd over de onkunde in dit rapport.
Lees hier waarom de overheid vrije en opensourcesoftware, Free and Open Source Software (FOSS) zou moeten gebruiken:
http://janvlug.blogspot.nl/
De waarden van de FOSS community en de overheid hebben grote overeenkomsten:
* Goede besteding van van middelen door hergebruik en delen.
* Transparantie
* Gemeenschapszin (community)
* Meester van onze eigen Bestemming. Master of our own Destiny (MoooD).
Binnen de FOSS community zijn bovenstaande termen geen loze woorden maar dagelijkse praktijk. De Nederlandse overheid wordt uitgenodigd hiervan gebruik te maken en hier (meer) aan bij te dragen.
Lees ook mijn blog over het doorbreken van de leveranciersafhankelijkheid van gemeenten door het gebruik van vrije en opensourcesoftware:
http://janvlug.org/blog/?p=22
En de prille samenwerking met de gemeente Delft:
https://delft.piratenpartij.nl/2016/01/18/de-piratenpartij-delft-pleit-voor-vrije-opensourcesoftware-bij-de-gemeente-delft/
@PaVaKe
http://www.libreoffice.org/download/portable-versions/
gemiste kans voor je zoon.
Uitwisseling gaat ook “open source”
http://www.pentaho.com/
https://www.talend.com/
beide pakketten laten DB’s dynamisch met elkaar verbinden.
Dat open source bij de overheid niet zo wil aanslaan komt door de politiek, te veel onkunde, te veel afhankelijkheid van “lobbyisten” daar kun je geen zakelijke discussie voeren.
En Berenschot, ach ook niets nieuws onder de zon, wil geen verandering. Motivatie is verkoop en omzet, zeker geen voordeel voor de burger.
Vergeet niet dat de industrie een broertje dood heeft aan zoiets als LibreOffice.
Mijn klanten zijn in ieder geval dik tevreden maar ik kan dan ook de vragen beantwoorden omdat ik dat zelf al gebruik sinds Staroffice, bijna 20 jaar dus.
@Jan …
we praten hier over een kind van 11 jaar en een basisschool met juffen die al blij zijn dat ze de PC aan krijgen bij wijze van spreken
(maar toch bedankt)
@PaVaKe
Pappa is toch een ICTer? Ik kom 11 jarige tegen die snel genoeg oppakken hoe hun belangen in het gebruik van ICT gediend worden, je zoon weet en kan meer als je denkt.