Data en apps hebben niets met elkaar te maken. En alles. Maar dan natuurlijk precies omgekeerd als veelal wordt gedacht.
Verwarde mannen. Nergens kom je die zo vaak tegen als in de ict. Althans, dat denk ik wanneer ik intelligente mensen opvattingen hoor verkondigen die met minder hypegevoeligheid en meer gezond verstand niet hadden bestaan. Zo’n ervaring had ik vier jaar terug. Ik mocht advies uitbrengen over een reorganisatie van een organisatie met veel ict. Met veel ict kwamen vele data-eilanden en datalogistiek en de bekende problemen van hoge kosten en matige datakwaliteit. Bij een aantal betrokkenen bleek het beeld te bestaan dat die problemen grotendeels zouden gaan verdwijnen door legacy-applicaties te ver-appen. Ook rekening houdend met het feit dat apps nog maar net aan hun opmars waren begonnen, was dat een merkwaardige opvatting.
Het is niet moeilijk om verwarde vakmensen te ont-hypen. Wat doen apps? Worden foute data goed? Worden corrupte data integer? Worden inconsistente data samenhangend? Worden verouderde data actueel? Nee, nee, nee en nee. Wat wel gebeurt is dat data ontsluiten voor de gebruiker gemakkelijker wordt dan met een browser en dat je programmatuur en lokale data op een mobiele client kunt installeren en bijhouden. Natuurlijk kun je in een app de halve datawereld ontsluiten, waar je ook bent, maar de credits daarvoor gaan naar open data(bases), Java, JDBC, 4G, Android/iOS, et cetera; niet naar het verschijnsel ‘app’ als zodanig.
Ondertussen heeft de combinatie van al deze zaken wel degelijk geleid tot een totaal andere relatie van mensen en data: zowel gestructureerde als ongestructureerde data, zowel klassieke text & number data als grafische, audio- en videodata. Maar de app is slechts de zichtbare toegangspoort tot al die rijkdom, de toegangspoort naar die wereld, even low-tech en high-concept als de hyperlink.
De opkomst van de app heeft ondertussen een wereld van data opengelegd. Niet zozeer om wat de app vermag maar vanwege het verbijsterende aanbod van apps, alle met hun eigen databronnen. In de praktijk leidt de app eerder tot versplintering van functionaliteit dan tot integratie van databronnen, al kan dat meer te maken hebben met het meer vluchtige gebruik van mobiele devices dan met de aard van apps. Maar hoe lang je er ook over doorpraat, apps als zodanig hebben geen effect op hoe een gegevenshuishouding van een organisatie moet worden opgezet of hoe bedrijfsdata moeten worden gemanaged.
Tot hier heb ik de app bekeken als een middel om data te ontsluiten, de conventionele kijk. Er is echter ook aan andere kijk, die vooral wordt aangetroffen onder privacyadepten en databasemarketeers. Voor deze lieden is de app een data collection device, een superkrachtig middel om toegang te krijgen tot een wereld aan gedragsdata. Locatie, contacten, foto’s, in potentie alles dat een mobiel apparaat aan data kan verzamelen; de app als de primaire provider van big data.
Zodra we de relatie tussen apps en data omkeren, zien we wel degelijk een impact op de gegevenshuishouding en een enorme uitdaging voor dataspecialisten. Wat te doen met al die ruwe sensordata die niet worden verzameld en gefilterd door data entry-mensen, ondersteund door elektronische formulieren met handige classificatiehulpmiddelen als drop-down listboxes, radio buttons en invoercontroles? Apps breiden de gegevenshuishouding van organisaties uit met bergen gedragsdata die van een totaal andere aard zijn dan de klassieke administratieve data.
Voor app-gebruikers, met name consumenten die gratis apps gebruiken, is de grootste uitdaging het behoud van een acceptabel minimum aan privacy. Voor organisaties bestaat de uitdaging in het integreren van de klassieke administratieve data met de nieuwe gedragsdata. Zo bezien hebben apps inderdaad een enorm effect op de gegevenshuishouding van organisaties, maar dan aanvullend. De data die apps toevoegen aan de gegevenshuishouding van organisaties vormen veelal nieuwe informatie-eilanden, aanvullend aan en relatief incompatibel met de archipel van data toebehorend aan (legacy-)systemen en datawarehouses. Het perspectief van integratie van administratieve data en door apps verzamelde gedragsdata in één samenhangende gegevenshuishouding is nog groter dan de integratie van eilanden van administratieve data, juist omdat de aard van deze data zo verschillend en aanvullend is. Helaas voorspelt de geschiedenis van data-integratie niet veel goeds. We staan vermoedelijk aan het begin van een groot aantal hele en halve mislukkingen en sowieso van grote ict-investeringen. We leven weer eens in interessante tijden.
Is dat een droevige conclusie? Ja en nee. Ja, want extra complexiteit en kosten zijn uiteindelijk in niemands belang. En nee, want ict en de manier waarop organisaties daarmee omgaan zal meer dan ooit een vitaal concurrentiemiddel worden. Jazeker, dat dachten we in de jaren ’80 ook en dat pakte anders uit, maar deze keer is het voor veel organisaties – natuurlijk lang niet alle – anders.
Vraag niet wat uw data kunnen doen voor uw apps, maar wat uw apps kunnen doen voor uw data. Dát is de vraag.
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 3, maart 2016.
apps die data ontsluiten via je browser. Laat Henri het niet horen.
Specialisten die zouden denken dat de toegang tot data iets te maken heeft met de kwalitieit ervan. Zullen we Ewout roepen ? Apps als data collector en data generator. Ga je die integreren met bigdata algoritmen die je in je app stopt ? Straks de Teeven app om bonnetjes te zoeken. Wanneer komen we de eerste legacy apps tegen of zijn ze dat juist al na 3 continuous iteraties ? Inderdaad interessante tijden.
“Wat wel gebeurt is dat data ontsluiten voor de gebruiker gemakkelijker wordt dan met een browser”
ik las het verkeerd, alweer. “Makkelijker dan met een browser”, dus toch native app ipv browser. Het valt ook allemaal niet mee voor mij in al die archipellen van eilanden met daarin datameren. Een flinke komeet erbij en weg ben je.
Dino, de een-voor-allen-allen-voor-een had ik overheen gelezen, maar jouw reactie met met mijn naam erin… 🙂 Overigens vind ik data ontsluiten via de browser een prima idee. René geeft daarvoor de credits aan databases, java, etc. , terwijl data ontsluiten via native apps (ios/android) juist vooral te danken is aan API’s. Die API’s praten uiteindelijk met de data, al dan niet relationeel. Native apps en databases praten niet met elkaar.
Dag René,
“Bij een aantal betrokkenen bleek het beeld te bestaan dat die problemen grotendeels zouden gaan verdwijnen door legacy-applicaties te ver-appen.”
Ja, dat is inderdaad een verschijnsel wat je ook in de jaren 80 zag. De client-server model zou je automatisering beter maken. Als je geen controle hebt zal automatisering an sich je dat ook niet geven. Daar ben ik het roerend met je eens.
Uiteindelijk moet je zelf begrijpen waar je de waarde uit moet halen en wat nu waarde oplevert. Welk probleem wil je oplossen?
Dan zeg je dat enterprise apps zich niet lenen voor data of enterprise data zich niet leent voor apps en kom je ineens tot de kromme vergelijking met dat data zich wel leent voor het bedrijfsleven maar dan als businessmodel om de onschuldige consument van privacy te ontdoen.
Ik heb een bedrijf en wij maken o.a. apps voor veiligheid, hij ziet bijvoorbeeld of je wel genoeg bedrijfshulpverleners op locatie hebt en je kan hen gemakkelijk oproepen. Ook hebben wij een digitale leeromgeving in de browser die adaptive en repsonsive is zodat grote delen ook onderweg geconsumeerd kunnen worden (denk aan luister gedeeltes, mobiele video, memo trainers). Jezelf inplannen op een klassikale training gaat dan prima via de je mobiel.
De praat ook met de veiligheids app. Dus het versplinteren van je data is niet iets wat met mobiele telefoons en apps te maken heeft, maar de architectuur en implementatie. Sommige enterprise applicaties voegen op een klein scherm niets toe, dus sla daar zeker je geld niet op stuk.
Maar met de impliciete stelling dat proces data ontsluiten via een app een slecht idee is ben ik het niet mee eens, wel als het verkeerd word toegepast of met een versplinterde visie.
Het is net als met cloud computing. Cloud computing lost niets op en is niet goedkoper als je het op de ouderwetse manier inzet. Op de juist manier is het een game-changer die alles anders maakt.
Waarom meerdere servers laten draaien als in de nacht niemand aan het digitaal leren is?
Waar we het over eens zijn is dat je goed moet kijken welk probleem je oplost en dat als je ergens voor kiest zonder het te begrijpen dit weer koren is op de molen van de ict-faal industrie.