'Niet langer vreten grote bedrijven de kleintjes op, maar voortaan bejagen de snelle de langzame.' Elke derde presentatie die ik bijwoon, hoor ik hem langskomen. Grote, oudere bedrijven worden daarbij weggezet als zouden ze het allemaal niet snappen. En wij in het publiek begrijpen het natuurlijk allemaal wel. Maar hou de jongens met de diepe zakken in de gaten, want de nieuwste technologie, maakt ze weer watervlug.
Punt is natuurlijk dat gevestigde namen met een erfenis kampen en wel groot moeten blijven om de aandeelhouders tevreden te stellen. De boodschap dat we krimpen, maar wel lekker wendbaar zijn geworden, is een lastige. Wat ik inmiddels merk is dat de gemiddelde bestuurskamer een en al oor is en dat de houding ten opzichte van technologie echt is veranderd, misschien wel het laatste jaar: iedereen is doordrongen van het belang van technologie en staat open voor de mogelijkheden. Er is inmiddels dan ook veel voorhanden gekomen om ook de mastodonten weer te laten tapdansen.
Digitaal van geboorte
Jonge, beginnende bedrijven als Airbnb, Alibaba en de Here-kaartendienst van Nokia zijn al vanaf hun eerste begin in de kern gebaseerd op technologie: het is het uitgangspunt in hun denken. Maar bestaande glorie gaat zijn zaken nu anders inrichten. Bij Albert Heijn, Sanoma en KLM beseft iedereen dat je geen supermarkt, uitgeverij of luchtvaartmaatschappij met een it-afdeling meer bent, maar een technologisch bedrijf waar boodschappen, media en vluchten worden verkocht.
Voor de gevestigde jongens kost de omslag tijd, moeite en geld. Deze verschuiving naar een manier van denken waarbij technologie voorop staat, is natuurlijk uit nood geboren. Maar consumenten verwachten van deze bedrijven dat ook zij hun systemen continu bijwerken en dat zij bieden wat de laatste technologische trends mogelijk maken.
Digitale transitie
Flexibele digitale bedrijven als Binq, BOL en Uber kunnen hun klanten steeds nieuwe ervaringen bieden en snel nieuwe distributiekanalen vinden. Traditionele bedrijven die hetzelfde willen, lopen tegen hun verouderde technologische infrastructuur aan, die hen verhindert snel op de veranderende klantwensen te reageren. Zo´n verouderde infrastructuur knaagt ook aan de begroting vanwege de eindeloze cyclus van hoge onderhoudskosten en opwaarderingen die weinig waarde opleveren. Bij een gemiddeld bedrijf gaat meer dan 70 procent van de uitgaven aan technologie op aan het onderhouden van verouderde toepassingen, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Forrester.
In de huidige situatie kunnen deze bedrijven de transitie doormaken naar een gegevens-gestuurd, klantgericht, digitaal bedrijf dat snel innoveert en producten sneller op de markt brengt. Bijvangst zijn kostenbesparing en efficiëntieverhoging in de nieuwe wereld, waarin big data natuurlijk wel een enorme druk legt op de it-infrastructuur.
Creatief en snel
Als de gevestigde orde tijdig beweegt, blijven ze geduchte marktpartijen. Want op de huidige dynamische internationale markt, zijn het echt niet altijd de beste ideeën die succesvol zijn. Het zijn de nieuwe creatieve bedrijfsmodellen die snel de markt weten te vinden, die winnen. Daarom is Airbnb zo succesvol geworden. Dat bedrijf had een aardig idee, maar besefte vooral dat het geen invloed heeft op de mobiele apparaten die zijn klanten gebruiken. Daarom richtte het zich op het ontwikkelen van apps, mobiele programmaatjes voor alleen de twee populairste besturingssystemen voor mobiele appparaten: Apple iOS en Android. Het inzicht dat dit voor hen in feite de enige weg naar de markt was, is een van de sleutels tot hun succes.
Bedrijven die flexibel waren, hebben de economische crisis van de afgelopen zeven jaar beter doorstaan. Maar snelle groeiers die markt afsnoepen, kunnen op hun beurt evenzogoed vervetten en traag worden. De gloriedagen van Kodak en nog minder van RIM Blackberry en Nokia liggen niet ver achter ons.
Digitale data-dossiers
Van grote multinationals tot kleine familiebedrijven: ondernemingen zijn digitaal geworden. Dit betekent dat ze nu toegang hebben tot meer gegevens dan ooit. Om snel te kunnen reageren op veranderende marktomstandigheden, moeten al die gegevens doeltreffend worden geanalyseerd.
Maar de exponentieel toenemende hoeveelheid gegevens van bedrijven, maken hun computing, opslag en netwerken rommeliger, complexer en duurder. Doorgaans bestaan hun oplossingen samengesteld uit een veelvoud aan hard- en softwareonderdelen die lijden aan over-dimensionering en die een te zwaar beslag op de schaarse middelen leggen.
Kosten of inkomsten?
Het startpunt voor digitale transformatie is het veranderen van de visie op it: van een kostenplaats, naar de afdeling die inkomsten genereert. Dankzij die omschakeling, kan een organisatie een flexibele, klantgerichte onderneming worden. Als de nieuwste technologie centraal wordt gesteld, halen bedrijven hun doelstellingen met betrekking tot integratie, snelheid, schaalbaarheid en veerkracht. Pas dan wordt de digitale transformatie gerealiseerd en wordt de onderneming een bedrijf met toekomst, in plaats van een dinosauriër of een kortstondig succes.
Convergeren
Als de neuzen één kant op staan, is een geconvergeerde infrastructuur een van de eerste stappen in de juiste richting. Zo worden trage wijzigingen in de fysieke infrastructuur vermeden en profiteert it van een flexibiliteit, doeltreffendheid en functionaliteit die vergelijkbaar is met huisvesten van data, computing en storage in ´de cloud´.
Zo´n geconvergeerde it-infrastructuur is schaalbaar en flexibel en biedt op software-gebaseerde capaciteit. Dan ben je er klaar voor om zakelijke trends te bepalen en het hoofd te bieden en zo denkt IDC er ook over. Uit hun onderzoek naar de flexibiliteit van organisaties die op een geconvergeerde infrastructuur zijn overgestapt, blijkt dat hun implementatietijd aanzienlijk is verkort en dat nieuwe diensten sneller kunnen worden opgeschaald. Bovendien kwam naar voren dat meer van de it-begroting vrijkwam voor waardevollere strategische activiteiten, zoals de analyse van de big data, en dat beheerkosten lager waren.
Zelfde schuitje
De oudjes moeten van hun erfenis af, en de jonkies moeten hun groei wel aankunnen. Het reken- en datacentrum komt weer centraal te liggen en de platformen worden softwarematig gedefinieerd, dat is mijn overtuiging. De openbare infrastructuur, zeg internet, bepaalt of er computing in de vestigingen komt, maar dan wel op basis van een softwarematig platform.
Van ´bedrijfssystemen´ gaan we naar de toepassingssoftware die centraal staat. Hardware en infrastructuur ondersteunen software-gedefinieerde bedrijfssystemen die de toepassing ondersteunen. Gebruikers zien daar uiteindelijk vooral de app of webtoepassing van.
Bedrijven die de stap maken, hervinden zich in een reis- of bankier-app of web-toepassing. Kijk eens wat de KLM doet, hoe je bij Marriot boekt en pinloos betaalt via de Samsung tablet… De mobiel is een gegeven, de toekomst ligt in de App Store, maar er zit wel een nieuwe it-wereld achter: geconvergeerd, centraal en software-gedefinieerd, met hier en daar wat computing power en storage om de files te vermijden. Hoe dan ook: technologie zit breeduit in de bestuurskamer en iedereen moet er enige notie van hebben. Wen er maar aan.
“ook de Mastodonten weer te laten tapdansen.”
Das inderdaad wat ik steeds zie op de werkvloer.
Niet echt om aan te zien.
Als stakeholder wil ik wel het maximale salaris eruit ‘harken’.
Tevens wil Ik als shareholder wel mijn geld straks ‘zien’.
Ik werk (hier) niet voor mijn lol, …Ben je gek, ik ben Steve of Bill niet.
Gelukkig gaat de gewenning snel, Nigel.