Bij Swedish Transport Agency (STA), de Zweedse tegenhanger van de RDW, staat al zo'n veertig jaar een Unisys OS2200-mainframe voor de administratie van het wegverkeer. Eind van dit jaar hebben Fujitsu en Asysco dit verouderde platform gemigreerd naar een open .Net-omgeving. Het geval 'STA' staat niet op zichzelf: het legacyprobleem wordt de komende jaren alleen nog maar groter.
STA – in het Zweeds Transportstyrelsen – is het overheidsorgaan dat in Zweden toezicht houdt op het transport, zowel over de weg, op het spoor, over zee en in de lucht. Al zo’n veertig jaar lang vormt het Unisys OS2200-mainframe, doorontwikkeld vanuit het vroegere Sperry Univac, het hart van de administratie. Naast dat het hierop draaiende VRT-systeem voor verkeersregistraties beschikbaar moet zijn voor de 1650 werknemers van het agentschap zelf, werken er dagelijks zo’n veertigduizend externe gebruikers mee voor toegang tot onder andere kentekenregistratie- en verkeerssystemen. Denk aan politie, belastingdienst, verzekeringsmaatschappijen, autohandelaren en medewerkers van spoor-, luchtvaart en veerbootmaatschappijen. Per jaar verwerkt het systeem vijfhonderd miljoen transacties en honderd miljoen beslissingen.
De configuratie van deze Unisys-omgeving is echter niet meer toekomstbestendig. Dat vertelde STA-projectleider Marcus Frejd tijdens een presentatie afgelopen najaar op een gebruikersbijeenkomst in Londen van legacymigratiespecialist Asysco. De STA wist dit eigenlijk al langer maar schoof het probleem voor zich uit. Het systeem draaide immers nog goed en vervanging van zo’n kernsysteem is een complexe zaak. Het probleem werd echter urgent toen Unisys rond 2010 aankondigde eind 2015 te stoppen met het onderhoud op de OS2200 en het bijbehorende ontwikkelomgeving EAE (Enterprise Application Environment; voortgekomen uit Unisys Linc).
In eerste instantie koos de STA ervoor over te stappen op de Agile Business Suite (AB Suite), het moderne Unisys-platform. Maar die omgeving bleek in de praktijk nog te instabiel. Nadat Unisys besloot om het onderhoud op de OS2200 alsnog een paar jaar te continueren, kreeg STA meer tijd om ook andere opties te onderzoeken. Daarmee moest echter niet te lang worden gewacht. Het clubje gebruikers van het OS2000-mainframe wordt steeds kleiner en kleiner. Reserveonderdelen worden zeldzaam. Mocht zich een hardwarestoring voordoen, dan was de kans aanwezig dat het bedrijfskritische systeem zou uitvallen.
Het agentschap zette vervolgens in 2014 een aanbesteding in gang met als uitgangspunt dat er in 2017 geen garantie meer zou zijn voor een goed werkend systeem. Volgens projectleider Frejd was het daarom geen optie om de softwarecode te herschrijven. Het overzetten van de legacycode naar een nieuw, modern platform leek de beste uitweg.
Legacyprobleem
Dat is een kolfje naar de hand voor het Nederlandse bedrijf Asysco. Deze migratiespecialist uit Coevorden biedt klanten aan een legacyomgeving in Cobol om te zetten naar een open Windows .Net-omgeving op een stabiel platform dat weer jaren mee gaat. Het bedrijf kiest er in zijn aanpak voor om de business logic van dit soort bedrijfskritische legacy te behouden en de regels Cobol 1:1 over te zetten naar zo’n moderne .Net-omgeving. Daarbij heeft de klant de optie om door te programmeren in Cobol, of verder te gaan met Visual Basic, .Net en C#.
Bernd Sakulski, verkoopdirecteur Emea bij Asysco, schat in dat er wereldwijd nog zo’n duizend klanten werken met Unisys-mainframeinstallaties. Daarnaast zijn er nog vele IBM-mainframe-legacyomgevingen. Hij benadrukt echter dat het probleem ‘m niet zozeer in de machines zit – het ijzer – maar in de zachte kant: het verdwijnen van de vaardigheden om met Cobol om te gaan. ‘Mainframemigraties zijn voor het overgrote deel Cobol-migraties. Er is steeds minder kennis van Cobol. De specialisten gaan met pensioen. De kosten om Cobol-applicaties in de lucht te houden zijn daardoor hoog en de risico’s dat problemen niet meer op te lossen zijn, worden te groot.’
Open platformen
Sakulski wijst er op dat het legacyprobleem de komende jaren alleen maar groter wordt. Nu praat men vooral over IBM- en Unisys-mainframes, maar er ontstaan ook al problemen rond oudere Unix- en Windows-platforms. ‘Zelfs standaardpakketten verouderen, denk aan erp-systemen van Oracle. Gelukkig zien klanten steeds meer dit probleem van complexe code in en zoeken ze naar open platformen om zo het risico voor hun bedrijfsvoering te verkleinen.’
Op de tender van STA schreven vijf automatiseerders, waaronder Capgemini en Microsoft, in. Saillant detail is dat alle vijf in hun voorgestelde moderniseringsoplossing het migratiesoftwareplatform van Asysco wilde gebruiken. Uiteindelijk viel de keuze op Fujitsu, dat in maart 2015 samen met Asysco een contract sloot met de STA om de Unisys-legacyomgeving te migreren naar een Windows/C#-omgeving.
Onvoldoende documentatie
Het VRT-systeem bestaat uit 3,5 miljoen regels Cobol-code. STA liet, voordat het sein op groen kon worden gezet, een proef uitvoeren met vier procent van het totaal aantal regels code. Die moesten Fujitsu en Asysco migreren naar een cloudomgeving. De proef slaagde, maar maakte voor STA wel inzichtelijk dat er ook voor het agentschap werk aan de winkel was. Bijvoorbeeld op het gebied van testen. Het Unisys-systeem blijkt onvoldoende gedocumenteerd, stipte projectleider Frejd aan tijdens zijn presentatie, waardoor er code voorkomt waar geen ‘eigenaar’ van is. Dat maakt het lastiger te voorspellen hoe deze code op de migratie reageert.
Omdat de testtrajecten tijdens de migratie zoveel mogelijk automatisch verlopen, moest hier extra op worden gelet. Hierbij was ook een rol weggelegd voor een door STA aangetrokken Zweeds auditingbedrijf dat kwaliteitstoetsen uitvoert. Daarnaast is er een speciaal team in het leven geroepen voor het aanpakken van onverwachte gebeurtenissen. Zo moest het systeem tijdens de migratie ook nog worden aangepast op nieuwe EU-wetgeving.
Een belangrijke les die Frejd en zijn (ict-)collega’s bij STA hebben geleerd is dat eigenlijk ze te weinig van het Unisys-platform afwisten. Die kennis (met ook de documentatie) was de afgelopen veertig jaar niet goed bijgehouden, ondanks dat er 230 ict’ers bij STA rondlopen, waarvan vijfentwintig mainframespecialisten. Op 22 oktober van dit jaar moet de migratie van het Unisys-platform naar een open .Net-omgeving zijn afgerond. Frejd heeft er alle vertrouwen in, maar vergelijkt het traject wel met het uitvoeren van een openharttransplantatie bij een hardloper tijdens een marathon.
Dit artikel is eerder verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 3, maart 2016.