Wat de studie Kunstmatige Intelligentie (KI) precies inhoudt en wat de studenten willen, is vaak nogal onbekend, concluderen een aantal studenten aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Aan Computable vertelt een zestal KI-studenten en commissieleden van de studievereniging waarom zij voor de studie hebben gekozen en in hoeverre het hen voorbereid op de toekomst.
In Nijmegen spreek ik af met zes Kunstmatige Intelligentie (KI)-studenten aan de Radboud Universiteit, die tevens commissielid zijn bij hun studievereniging CognAc. Berend van Deelen, derdejaars student en bestuur commissaris extern; Esra Bakker, eerstejaars student; Renate Bresser, tweedejaars student; Daan Roos, derdejaars student; Lars Bokkers, master student en ten slotte Luc Nies, die bezig is met zijn master. Als lid van de externe commissie zijn zij verantwoordelijk voor relaties met bedrijven en andere contacten die een rol kunnen spelen in het toekomstige werkende leven van de huidige studenten. Verder probeert deze commissie sponsoring voor de studievereniging binnen te halen.
De studenten leggen uit dat de studie Kunstmatige Intelligentie best breed is. Volgens hen kan de studie worden opgesplitst in twee onderdelen: de cognitie-kant en de informatica-kant. Je kan met deze studie eigenlijk ofwel hersenonderzoeker worden, of it’er en alles daar tussenin. Het zestal is zelf vooral geïnteresseerd in de technische kant van hun studie, maar heeft de studie toch vooral gekozen omdat er toch een menselijke kant aan zit. Bakker, voor wie de keuze voor deze studie nog vers in het geheugen staat, zegt veel informatie te hebben ingewonnen bij de studie Informatica. ‘Ik kwam er achter dat dat te veel programmeren was. Toen ik de studie Kunstmatige Intelligentie in Nijmegen ging bekijken, was ik meteen verkocht.’
Roos voegt toe dat KI minder technisch is dan informatica, omdat je meer de sociale kant benadert. Bresser en Bokkers sprak ook de creatieve kant van de opleiding aan. Zo heeft Bresser eerst de kunstacademie gedaan voordat zij aan deze studie begon. ‘Ik wilde graag meer samenwerken met anderen en zocht iets uitdagends, maar tegelijkertijd ook iets praktisch en creatiefs.’ Bokkers legt uit dat volgens hem Informatica teveel draait om logica, terwijl KI een creatievere aanpak heeft. Van Deelen dacht vooraf dat hij vooral de cognitie-kant van de opleiding leuk zou vinden, maar is er inmiddels achter gekomen dat de technische kant hem juist erg aanspreekt. ‘Ik heb nog wel rondgekeken bij andere universiteiten die deze opleiding aanboden, maar die waren allemaal toch niet technisch genoeg voor mij. Ik ben nu heel tevreden met mijn keuze. Ik heb er nog geen spijt van gehad.’
Studie Kunstmatige Intelligentie
Studenten Kunstmatige Intelligentie komen in aanraking met verschillende facetten van de ict, maar ook met de vraag ‘hoe ervaart de gebruiker deze programma’s of oplossingen?’. Van Deelen zegt dat hij vakken heeft gehad als imperatief programmeren, formeel denken, functioneel programmeren en robotica. ‘Er worden veel vakken gegeven die Informatica-studenten ook krijgen, maar inmiddels is de studie zo aan het groeien dat de opleiding enkele van deze vakken zelf gaat geven.’
Bij deze studie ligt er meer focus op de gebruiker dan bij Informatica, vinden de studenten. Van Deelen zegt van bedrijven terug te horen dat KI-studenten meer het gebruikersperspectief hebben. Bresser legt uit dat je ook colleges krijgt in hoe de hersenen werken. Van Deelen vult aan dat er vakken zijn in Human-Computer-Interaction en cognitieve psychologie. ‘Daarin leer je bijvoorbeeld hoe mensen dingen waarnemen. Dit kan je dan weer toepassen in het ontwerpen van interfaces.’
Het baanperspectief voor de KI-studenten is goed. Bokkers zegt bijvoorbeeld dat 90 procent van de KI-studenten al voordat zij zijn afgestudeerd, een baan aangeboden krijgt. Omdat de studie ook op de cognitieve-kant is ingestoken, eindigen veel studenten in een managementfunctie, meent Bokkers. ‘Ze blijven nog wel programmeren, maar zullen daarbij een groep programmeurs aansturen.’ Bresser benadrukt ook dat KI-studenten vooral wel willen programmeren. ‘Omdat KI zo breed is en ook tussen universiteiten kan verschillen, weten bedrijven niet altijd wat ze van een KI student kunnen verwachten. Toen ik bij een bedrijf ging solliciteren kreeg ik te horen: We zoeken wel studenten die programmeer-werk willen doen, maar met jouw studierichting zal jij dat vast niet willen, of wel? Maar ik vind programmeren juist heel leuk!’
Voorbereiding op bedrijfsleven
Volgens Nies is het lastig om bij deze opleiding goed voorbereid te zijn op het bedrijfsleven, omdat de opleiding erg breed is, alle studenten wat anders willen en elk bedrijf ook weer anders is. ‘Ik denk ook dat hierin een verschil zit tussen een hbo- en een wo-opleiding. Hbo is praktischer en bereidt je op die manier meer voor op het bedrijfsleven.’ Bresser vraagt zich af in hoeverre je eigenlijk voorbereid wil worden op het bedrijfsleven in je curriculum. ‘Je hebt maar beperkt de tijd om alle kennis op te doen. De eerste werkervaring doe je op tijdens stages.’
Nies meent dat die verantwoordelijkheid ook bij de studievereniging ligt. De externe commissieleden hebben, zoals gezegd, de verantwoordelijkheid om relaties met het bedrijfsleven te onderhouden. Het zestal vertelt dat er workshops, lezingen, bedrijfsbezoeken en borrels worden georganiseerd. Daarnaast zijn studenten welkom op evenementen van partners van de commissie, zoals IT Talent College en Océ DevCamp. Bij deze laatste krijgen deelnemers een research & development-project voorgeschoteld, waarbij zij in een week tijd het probleem kunnen uitwerken en een oplossing daarvoor bouwen. Uiteindelijk moet het advies ook gepitcht worden. Volgens Bokkers is dit erg leerzaam, omdat je daarbij ontdekt hoe onderzoek er in een bedrijf aan toe gaat.
Games & gebruikerservaring
Alle zes de studenten willen na hun opleiding het bedrijfsleven in. Ze wijzen erop dat dit niet voor alle studenten van de opleiding Kunstmatige Intelligentie zal gelden, maar dat zij als externe commissie als vanzelfsprekend affiniteit met het bedrijfsleven hebben. Het lijkt Bakker vooral leuk om te helpen met het verbeteren van de kunstmatige intelligentie-technieken die momenteel worden gebruikt in games. ‘Maar ik ben natuurlijk nog maar net begonnen, dus ik durf er nog niet veel over te zeggen. Ik zie deze studie zoals veel mensen de studie Geneeskunde zien: Je stapt erin met een idee van wat je wil gaan doen met deze studie, maar gaandeweg is de kans heel groot dat je van gedachte verandert, andere inzichten krijgt en een totaal een andere weg in slaat. Ik ben benieuwd waar ik over twee jaar sta als ik (hopelijk) een master ga kiezen.’
Bokkers kan zich herkennen in Bakker. Hij wilde ook games gaan maken toen hij begon met zijn studie, maar later verschoof zijn interesse naar compilers en andere programmeer-tools. ‘Weer later leek het me leuk om aan de slag te gaan met grote gedistribueerde systemen en apps. Het lijkt me in ieder geval leuk om iets te doen waar de gebruiker impact van zal zien.’ Heel recentelijk is hij zich gaan interesseren in ruimtevaart. ‘Vooral met betrekking tot initiatieven als SpaceX. Ook vind ik user interaction erg belangrijk en stiekem heb ik naar vacatures en stageplekken bij Microsoft gekeken.’
Voor de komende tien jaar denkt Bokkers in één van de volgende twee richtingen te gaan. ‘Het wat realistischere plan is dat ik na een master bij een consultancy bedrijf aan de slag ga om in een vrij korte tijd (enkele jaren) veel te kunnen zien van de arbeidsmarkt. Zoals aangegeven vind ik heel veel dingen interessant, maar met praktijkervaring komen er (hopelijk) enkele specifieke dingen uit waar ik echt mee verder wil. Ik wil graag bijdragen aan het gebruikers- en programmeurs-gemak en of ik apps voor de lokale bedrijfjes maak, op een r&d-afdeling van een bedrijf terechtkom, of een huis-tuin-en-keuken-vacature zal vervullen, weet ik op het moment nog niet. Het ambitieuze plan is dat ik over tien jaar leiding en richting geef aan een platform waar veel gebruikers (of programmeurs, dat zijn immers ook gebruikers) mee in contact komen en met plezier mee zullen werken. Ik blijf ook in dit plan wel gebruikers- en programmeurs-gemak gericht, waardoor computer-, smartphone-, en/of robotica-taken niet moeilijker zijn dan nodig, zodat gebruikers productief zijn in wat ze doen en daar dan ook plezier aan beleven.’
Maatschappelijk verantwoord & start-ups
Bresser wil na haar opleiding eerst bij een bedrijf gaan ervaren hoe het is om mee te werken en om te kijken of haar verwachtingen overeenkomen met de werkelijkheid. ‘Met een academische achtergrond valt er toch ook nog heel veel in de praktijk te leren. Over tien jaar heb ik dan waarschijnlijk een rol waarbij ik vaak andere mensen iets kan leren of kan adviseren, maar waar ik ook zelf mijn creativiteit nog in het bedenken en maken van producten kwijt kan.’ Het liefst werkt ze dan bij een bedrijf dat gave software maakt en daarmee iets positiefs bijdraagt aan de maatschappij. ‘Het is het leukst om aan een project te werken, zodat je ook resultaat ziet van wat je op een dag of in een week hebt gedaan. Voor mij is het belangrijk dat er veel ambitieuze mensen bij het bedrijf werken, zodat ik veel leer.’
Nies ziet zichzelf geen onderzoeker worden en om die reden neigt hij naar een baan in het bedrijfsleven. Aan de slag gaan met of bij een start-up spreekt hem het meest aan. ‘Een start-up beginnen met een stel vrienden lijkt mij super leuk, maar dan moeten we natuurlijk wel eerst een goed idee hebben. Of een bestaande start-up verder uitbreiden, dat kan ook.’ Als dat werkelijkheid wordt, dan hoopt hij over tien jaar aan het hoofd te staan van een nog klein en gezellig, maar ook goedlopend bedrijf. ‘Maar dan heb ik wel eerst dat gouden idee nodig.’
Leidinggevend
Van Deelen denkt te moeten beginnen als junior programmer, maar zijn ambitie is om Scrum-master te worden. ‘Ik ben als bestuurslid al aan het werken aan de competenties die nodig zijn voor een dergelijke functie. Daarnaast denk ik dat het belangrijk is om veel initiatief te tonen.’ Roos wil ook in een leidinggevende functie terecht komen. ‘Je kan niet meteen in zo’n functie beginnen, want je moet eerst ervaring opdoen. Ik denk dat doorontwikkeling erg belangrijk is om je tot een dergelijke functie omhoog te kunnen werken.’