Nederland staat in de top drie van Europa als het gaat om digitalisering en is koploper op het gebied van connectiviteit. Desondanks heeft 59 procent van de basisscholen in Nederland geen toegang tot toekomstvast, betaalbaar en snel internet, zo blijkt uit een recent onderzoek van de PO-Raad. Dezelfde PO-Raad pleit dan ook voor subsidie voor snel (glasvezel)internet voor alle basisscholen voor 2018. In dat jaar wil de overheid namelijk een adaptieve eindtoets voor basisscholen invoeren en deze ook nog eens volledig digitaal afnemen.
Maar met alleen snel internet ben je er nog niet. Met razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van digitaal lesmateriaal, digitale schoolborden, onderwijs-apps en digitale leeromgevingen is een stabiel en veilig draadloos netwerk geen overbodige luxe. En wanneer besturen van basisscholen daar niet over worden ingelicht, zouden daar wel eens meer kosten in kunnen zitten voor de basisscholen dan de snelle internetaansluiting. Het gaat namelijk niet alleen om de aanschaf van controllers, switches en access points, maar ook om het onderhoud en de mogelijkheid tot toekomstige uitbreiding. Want als de huidige trend zich voortzet, zullen in 2018 per school ruim tweehonderd leerlingen vanaf iedere plek in en rondom het schoolgebouw, allemaal met personal devices gebruik willen maken van dat snelle internet.
De digitalisering op basisscholen is onontkoombaar. En dat is maar goed ook. Naast het feit dat onze kinderen nu al vegend over telefoons en iPads opgroeien, zouden basisscholen voorop moeten lopen op ict-gebied, zodat onze schoolgaande kinderen worden voorbereid op de toekomst. Bovendien brengt de digitalisering ook kansen met zich mee voor verbetering van het onderwijs.
Er wordt bijvoorbeeld al jaren gepleit voor gepersonaliseerd onderwijs. Het gebruik van onderwijs-apps en digitale leeromgevingen maakt gepersonaliseerd onderwijs mogelijk, doordat lesmateriaal per leerling beschikbaar wordt gesteld. Bovendien worden resultaten direct door de onderwijs-apps uitgerekend en gepresenteerd, waardoor de leerkracht meer tijd heeft om op individueel niveau te begeleiden.
De voordelen van gepersonaliseerd onderwijs worden ook door de overheid erkend. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) wil in 2018 een adaptieve Centrale Eindtoets voor het primair onderwijs invoeren, zodat ieder kind op zijn eigen niveau de toets kan maken. Het doel is om de adaptieve Centrale Eindtoets digitaal af te nemen, maar het CvTE erkent in haar rapporten dat de basisscholen op het moment niet over de benodigde ict-infrastructuur beschikken.
Op ‘Steve Jobs’-scholen, basisscholen volgens het principe Onderwijs voor een Nieuwe Tijd (O4NT), zijn ze wel al klaar voor de adaptieve Centrale Eindtoets. Hier krijgen alle leerlingen en leerkrachten namelijk iPads, waarmee ze altijd toegang hebben tot de digitale leeromgeving van de school. Alle lesstof is in te zien via deze online leeromgeving en huiswerk wordt daar ook opgeslagen. Lessen worden gevolgd met behulp van onderwijs-apps, met vooral veel grafische ondersteuning zoals filmpjes en animaties.
Al die filmpjes en animaties vragen niet alleen om snel (glasvezel)internet, maar ook om een stabiele Wi-Fi verbinding met het netwerk van de basisschool. Bovendien moet de verbinding in ieder klaslokaal optimaal zijn, maar ook op het schoolplein, in de kantine en misschien wel in de gymzaal.
De keuze voor het juiste netwerk begint bij de juiste controller, waarmee het netwerk wordt beheerd. De juiste controller voor basisscholen zou een schaalbare controller moeten zijn met de mogelijkheid om gemakkelijk het aantal access points in de toekomst uit te breiden. Eventueel kan het aantal access points met behulp van switches worden uitgebreid, zodat clusters ontstaan. De controller moet dat dan wel ondersteunen.
De software die de controller aanstuurt is minstens zo belangrijk. Een zelforganiserende controller met optimaliserende en zelfhelende technologie biedt een uitkomst voor basisscholen waar geen vaste ict’er rondloopt. Het is dan ook zeker handig wanneer het dashboard van de controller beheer en real-time monitoring biedt, zodat een ict-monteur snel te werk kan gaan wanneer hij wordt opgeroepen.
Tot slot zijn de access points, die communicatie tussen Wi-Fi-apparaten en het netwerk mogelijk maken, een beslissende factor in de aflevering van snel internet. De 2,4 GHz-band is een veelgebruikte golflengte voor Wi-Fi, maar is beperkt in de snelheid. Bovendien is de golflengte gevoelig voor andere apparaten en signalen, zoals alarmsystemen of Bluetooth. De snellere 5 GHz-band heeft hier geen last van. Deze band wordt, naast de 2,4 GHz-band, in AC-access points gebruikt. Deze technologie zorgt dat apparaten die een snelle verbinding eisen, van de 5 GHz-band gebruik kunnen maken en de langzamere apparaten van de 2,4 GHz-band. Bijkomend voordeel is dat apparaten worden verspreid over de beschikbare bandbreedtes, wat de verbinding stabieler maakt.
Om in 2018 alle basisscholen echt van snel internet te voorzien, zal de PO-Raad dus ook moeten pleiten voor een goed Wi-Fi-netwerk op basisscholen. Gelukkig kunnen de kosten hiervoor behoorlijk meevallen, mits er de juiste afweging wordt gemaakt tijdens de aanschaf. Zelf werk ik samen met lokale installateurs die altijd advies op maat geven, zodat basisscholen niet worden opgescheept met te dure installaties. Want uiteindelijk gaat het om de toekomst van onze kinderen.
Peter Paul Bénard, country manager Benelux bij D-Link.
Dit artikel is eerder verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 1, januari 2016.
2017
De PO-Raad richt zijn peilen op 2018, de Tweede Kamer wil dat alle basisscholen uiterlijk in 2017 een snelle internetverbinding hebben. Een motie van de ChristenUnie hierover kreeg recent brede steun. Volgens deze partij zijn er op dit moment ongeveer negenhonderdduizend leerlingen die te maken hebben met trage internetverbindingen. Dat is meer dan helft van alle anderhalf miljoen basisschoolleerlingen. De Kamerleden willen echter niet dat er onderwijsgeld naar de snelle internetverbindingen gaat, maar vragen het kabinet om hiervoor een investeringsfonds in te zetten.