Elke werkdag behandelt Computable een onderwerp waarover lezers kunnen discussiëren. Vandaag over de overeenkomsten tussen ads en malware. (Geen IT-grap.)
Hedendaagse ads en netwerken voor het serveren daarvan hebben verdacht veel weg van malware en de netwerken om die te bezorgen en te bestieren. Beide maken gebruik van vermomde (obfuscated) JavaScript-code, verborgen iframes, veel redirects die ook nog eens vertakken, uitgebreide en opdringerige tracking, somt security-expert Richard Westmoreland op.
Beide hebben ook grote, veranderende content delivery networks, verdachte top-level domeinnamen, aansturingsdata in de url, en betrokken partijen die betaald krijgen voor ‘doorverwijzing’,
vervolgt hij. De gelijkenis is treffend. Wat vind jij?
Ik blokkeer als die rommel met minstens 8 addons.
Eigenlijk zou 1 instelling al die addservers moeten blokkeren. Ze verzieken het internet.
In Duitsland heeft Spiegel.de zijn website ontoegankelijk gemaakt voor mensen met ingeschakelde add-blokker. Die site is gekelderd bij Alexa en terecht.
De reklame-industrie is doorgedraaid en dat weten ze zelf ook.
Ja, het klopt allemaal wat in het artikel staat.
Ter aanvulling: al die trackers, javascripts en de 12-level diepe scripts die andere scripts activeren is een geweldige en gewelddadige aanslag op de performance van de websites. Natuurlijk gaat het dataverbruik ook omhoog. Ik zie bij sommige sites dat 50% van de URLs gebruikt worden voor trackers en ads.
Het is een treurige boel. En het hoeft helemaal niet. Als je nou zo graag een tracker wilt gebruiken, doe dat dan, maar gebruik er eentje die de performance niet onderuit haalt.
Ik heb al 10 jaar mijn eigen adblocker en schrik me een ongeluk als ik hem uitschakel en naar advertenties kijk. De meeste zijn irritant. Er zit wel wat in om een adblocker te gebruiken die de kleine, niet-schreeeuwende advertenties toelaat en de rest blokkeert. Zo gun je de sites die van advertentie-inkomsten afhankelijk zijn hun brood en is de advertentie-irritatie miniem.