Eén ict-gemeentehuis met net zoveel kamers als er gemeenten zijn, was het beeld dat Tof Thissen begin 2012 in GOV magazine schetste van de 'Basisgemeente'. 'Ik voorzie een periode van een jaar of tien die je echt nodig hebt om naar zo’n nieuw concept van een gemeentelijke dienstverleningsorganisatie te gaan', aldus de toenmalige directeur van King. 'Die beweging zie ik nu langzaamaan ontstaan', stelt de huidige King-directeur Larissa Zegveld.
Larissa Zegveld is sinds de start in 2010 werkzaam bij KING, eerst als directie adviseur en directielid en sinds 1 mei 2015 als algemeen directeur. Eerder was Zegveld onder meer werkzaam als programmamanager bij Rijkswaterstaat en als senior projectleider/lijnmanager bij Ictu.
Met het vaststellen van de Digitale Agenda 2020 (zie kader) staat er voor de huidige 393 gemeenten weer een nieuwe stip op de horizon. Hiermee zetten het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (King) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in op een collectieve aanpak voor gemeenten door het faciliteren van innovatieve en collectiviseringsprojecten met als doel om gezamenlijk grote maatschappelijke en/of financiële voordelen te behalen. Zo lopen er diverse pilots die moeten bijdragen aan een verandering en juist ook aan een verhoging van het huidige tempo. Voorwaarde is dat indien een pilot tot succes leidt, deze als standaard moet gaan gelden voor andere gemeenten. ‘Een lange doorlooptijd als die van de veertien plus-implementatie kunnen we ons niet meer veroorloven. We moeten écht sneller gaan meebewegen en vooruitzien’, zegt Zegveld.
Meer persoonlijk maatwerk leveren
De samenleving verandert, juist ook door de ontwikkelingen in de technologie (ICT), en hoe verhoud ik mij als gemeente tot die veranderende samenleving?, poneert Zegveld. Waarbij aangetekend: gemeenten onderscheiden zich niet op hun digitale infrastructuur, maar op wat zij ermee doen. En: wat samen of collectief kan, moet ook samen worden gedaan.
‘De ’trigger’ is namelijk: als je het efficiënt aan de achterkant organiseert, dan kun je veel meer betrokkenheid aan de voorkant tonen. Je houdt capaciteit en energie over om meer maatwerk te kunnen leveren daar waar nodig. Dat is de innovatie die we met elkaar moeten aangaan. We hebben slagen gemaakt om steeds meer collectief te gaan doen en ook steeds meer te standaardiseren. Als King zeggen wij tegen de gemeenten: doe vooral veel meer samen. Dat gaat ook over loslaten, en vertrouwen hebben in elkaar. Om dit te faciliteren, hebben we de Pilotstarter geïntroduceerd en daar zijn nu 170 gemeenten op actief. Dus wanneer jij als gemeente met een vraagstuk zit, begin dan even met daar te kijken. De kans is namelijk groot dat een andere gemeente voor datzelfde vraagstuk al werkt aan een oplossing.’
‘Zo was ik laatst in Woerden. Daar heeft directielid Karolijn van den Heuvel het initiatief genomen voor een ‘inwoner cloud’. Zij is afkomstig uit de informatievoorziening en legt nu de linken naar het sociaal domein om de zelfredzaamheid van de inwoners te stimuleren door de inzet van apps. Woerden heeft zeven andere gemeenten opgeroepen mee te doen, en marktpartijen uitgedaagd om samen te gaan ontwikkelen.’
‘Bij de pilots zie je ook dat er steeds meer ruimte komt om te gaan innoveren met de markt. Gemeenten moeten daarbij meer vanuit hun beleidsverantwoordelijkheid regie gaan voeren. En dat is niet achter de komma definiëren wat er gebouwd moet worden. Maar wel functioneel aan kunnen aangeven: dit hebben we nodig. Het is echt die balans vinden tussen efficiëntie en betrokkenheid, en goed opdrachtgeverschap.’
Uitvoerbaarheid en realisme
Het sturingsprincipe achter de Digitale Agenda 2020 is niet zozeer een blauwdruk voor de gemeentelijke ict. Directies, informatiemanagers en dienstverleningsprofessionals worden uitdrukkelijk gevraagd mee te helpen. Dat moet zorgen voor meer balans tussen de vernieuwingen waarmee gemeenten te maken krijgen en het realisme van de uitvoeringspraktijk.
‘Bij de decentralisaties hebben we de slag naar een echte goede systeemoplossing niet helemaal kunnen maken. Het maken van de wetten nam meer tijd in beslag, maar aan de realisatietijd werd niets gedaan. Dit impliceerde dat je alleen maar vanuit het bestaande kon werken en dat is suboptimaal. We hebben – in zes maanden tijd – wel het Gemeentelijk Gegevensknooppunt (GGK) uit de grond gestampt. Met het GGK kunnen gemeenten berichten uitwisselen met zorgaanbieders in het kader van de Wmo en de Jeugdwet. Dat is echt een verdienste, want daar doe je normaliter toch langer over. Maar uiteindelijk, en daarom ook uitvoerbaarheid gekoppeld aan realisme, gaat een aantal zaken mis.’
‘Je komt vanuit een verkokerde situatie die je integraal moet maken. Daarin wordt enorm veel van de gemeenten gevraagd. Denk ook aan wat je moet regelen in de keten met je partners. De tijd die je krijgt om dat soort veranderingen door te voeren, die is gewoon veel te kort. En dat bedoel ik met het realisme van de uitvoering.’
‘Eigenlijk zou je veel vaker terug moeten redeneren: wat wordt het eindplaatje, wat is die stip, wat is de situatie waar je naartoe werkt? En wat is – in de tijd – realistisch bij 393 gemeenten? De grote gemeenten gaan van nature net iets sneller in die ontwikkelingen. Feit is, dat de middelgrote en de kleine gemeenten wat meer moeite hebben om het tempo te volgen. Dus je móet gaan samenwerken.’
Zegveld glimlacht: ‘Of ‘jatten’ wat bij anderen werkt. Onze rol is dat te stimuleren en te faciliteren. Ook vanuit die optiek merk ik dat het concept van het ict-gemeentehuis met 393 kamers leeft. Er zijn al een heleboel bewegingen op verschillende segmenten die je in dat perspectief een plek kunt geven. Het is niet iets wat helemaal vanaf ‘scratch’ opgezet hoeft te worden.”
Zijn dit ook zaken waar de door jou gewenste minister van ict op zou sturen? Jouw persoonlijke stip op de horizon lijkt een nieuw ‘ICT Deltaplan’.
‘We hebben het nu met name over wat er binnen gemeenten moet gebeuren. Maar ‘in the end’ is hoe je bijvoorbeeld met informatieveiligheid omgaat, een vraagstuk dat overheidsbreed speelt. Beheer doen we ook nog redelijk versnipperd en opgeknipt. En dat is allemaal niet nodig. Ik vind de ontwikkelingen rondom de Digicommissaris een hele goede eerste stap. Maar, en dat heb ik ook tegen Bas Eenhoorn zelf gezegd, het zit nog heel erg op het bestaande en zorgen dat dat blijft lopen.’
‘Een nieuwe stip op de horizon is nodig, ook in relatie tot ontwikkelingen op internationaal gebied. Er komt steeds meer regelgeving vanuit Brussel en de EU. Ik vind dat op het niveau van de Digicommissaris, of van een ict-minister, die grote lange lijnen en stippen van ‘daar werken we naartoe’ moeten worden neergezet. Dat moet je doen los van het bestaande. Het is niet: hoe zorgen we dat de GDI (Generieke Digitale Infrastructuur van de overheid) bestaat uit standaarden, producten en voorzieningen die gezamenlijk gebruikt worden door alle overheden en vele publieke organisaties en in een aantal gevallen door private partijen) zo optimaal mogelijk wordt benut?, nee, het is: hoe denken wij over identificeren straks, of over veiligheid? Infrastructuur, het gebruik van datacenters, allemaal zaken waarbij we de stippen helder moeten neerzetten. Er zijn in Nederland voldoende mensen – niet alleen bij de overheid – die daar gewoon veel van af weten. Twee A4’tjes, dan heb je je stippen. Dat hoeft echt geen boekwerk te zijn.’
Zegveld hanteert in dit verband het begrip ‘ICT Deltaplan’. ‘Ik heb gezien hoe Wim Kuijken als Deltacommissaris de ruimte heeft gecreëerd en benut om een visie op de toekomst te definiëren. Dat wil ik er eigenlijk alleen mee zeggen. Het gaat over regie. Ik zie het gewoon niet gebeuren als je dat aan het verkokerde landschap overlaat. De beweging is er echt wel – ik ben niet negatief – maar ik denk alleen dat het sneller gaat als er nieuwe stippen komen. Na het i-NUP – December 2008 ging het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (NUP), ‘Burger en Bedrijf centraal’, van start, met als doel het verbeteren van de dienstverlening in de e-overheidsagenda. Later kreeg het de naam i-NUP. Het programma is 31 december 2014 beëindigd. Er is niet echt een nieuwe overheidsbrede stip gekomen.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 9.
Digitale Agenda 2020
Met de Digitale Agenda 2020 zetten VNG en KING in op een collectieve aanpak voor gemeenten door middel van het faciliteren van projecten. Met als adagium ‘wat samen kan, ook samen doen’ zijn er drie ambities voor de Digitale Agenda 2020 gedefinieerd:
1. Open en transparant werken in de participatie samenleving;
2. Werken als één effectieve overheid;
3. Massaal digitaal (standaardiseren waar mogelijk), maatwerk lokaal (waar nodig).