Praktisch iedere fabrikant vertrouwt tegenwoordig op product lifecycle management (plm). Plm omvat alle processen rondom productontwikkeling, van de ontwerpfase tot aan de feedback die klanten geven. Dergelijke oplossingen stroomlijnen het productieproces en zijn voor fabrikanten dan ook onmisbaar. Maar hoe zorg je dat deze cruciale software te allen tijde goed presteert? Philips vatte de koe bij de horens.
Philips heeft deze uitdaging aangepakt door zijn plm-software te koppelen aan een geavanceerde monitoring- en apm-oplossing. Prestatieproblemen kunnen hierdoor direct worden opgelost, nog voordat eindgebruikers iets van de problemen merken.
Net als veel andere grote productfabrikanten werkt Philips op dit moment met een combinatie van verschillende oplossingen bedoeld voor diverse processen binnen plm. Het bedrijf werkt toe naar een centraal systeem op basis van de plm-oplossing PTC Windchill. Dit systeem draait al langer voor de Health & Welness-producten van Philips, en moet op termijn uitgebreid worden naar alle productgroepen van het bedrijf.
Cruciaal
De prestaties van deze plm-oplossing zijn voor Philips van groot belang. Het bedrijf is wereldwijd actief, waardoor honderden gebruikers verspreid over de hele wereld vertrouwen op de software. Problemen met de plm-oplossing kunnen hierdoor al snel forse problemen opleveren binnen de rest van het bedrijf. Niet alleen loopt de productiviteit van medewerkers terug, ook kan de volledige keten van productontwikkeling vertraging oplopen. Uitval of slechte prestaties van de plm-oplossing is voor Philips dus geen optie.
De oplossing is ondergebracht in de AWS-cloudomgeving van Amazon. Het gebruik van de cloud maakt het mogelijk de oplossing in de toekomst relatief eenvoudig beschikbaar te stellen aan andere productgroepen binnen het bedrijf. De cloud brengt echter ook risico’s met zich mee. Voor de beschikbaarheid van zijn plm-oplossing, die onmisbaar is geworden binnen het bedrijf, vertrouwt Philips nu volledig op een externe cloud van een derde partij. Het kunnen monitoren van deze omgeving is voor Philips dan ook een essentiële voorwaarde. ‘Als je voor al die cruciale zaken al je vertrouwen legt in één systeem bij een externe cloudprovider, dan is een oogje in het zeil houden geen overbodige luxe’, legt Rob Leenders, infrastructure and operations manager Consumer Lifestyle van Philips, uit.
Monitoring onvoldoende
Amazon biedt de mogelijkheid de cloudomgeving op hardwareniveau te monitoren. Dit geeft de mogelijkheid te controleren of de servers waarop een applicatie draait fysiek in orde zijn. Gedetailleerdere informatie is echter niet beschikbaar. Dit was voor Philips onvoldoende.
‘Zonder een goede monitoring op de processen is het heel lastig om problemen zoals een eindgebruiker die ervaart te tacklen. Een goede werking is bovendien van veel meer afhankelijk dan gezonde servers. Gebruikers loggen bijvoorbeeld vanaf de hele wereld in op het systeem, via een internetverbinding. Zonder een voldoende snelle verbinding is het weinig productief werken met PTC Windchill’, zegt Leenders. Philips wil de performance en achterliggende processen van server tot eindgebruiker blootleggen. Eventuele problemen en bottlenecks moeten snel kunnen worden opgespoord, zodat direct actie kan worden ondernomen om de prestaties zoals gebruikers die ervaren te waarborgen.
De oplossing is gevonden in een oplossing voor monitoring en application performance management (apm): Dynatrace User Experience Management (UEM). PTC Windchill biedt standaard de mogelijkheid een koppeling te leggen met Dynatrace UEM, waardoor de oplossing eenvoudig geïmplementeerd kon worden. Dankzij de inzet van de monitoring- en apm-oplossing kan de supportafdeling van Philips proactiever te werk gaan. De oplossing meet wereldwijd naast de uptime ook de snelheid van de plm-oplossing zoals eindgebruikers die ervaren. ‘Daalt deze onder een bepaalde grens, dan krijgt de supportafdeling een waarschuwing. Gebeurt dat regelmatig op een bepaalde plek, of bij een bepaalde gebruiker, dan kunnen ze op onderzoek’, legt Leenders uit. Met de apm-oplossing kan de supportafdeling nagaan of het probleem in de infrastructuur, de internetverbinding, de oplossing of misschien wel bij de eindgebruiker zelf zit.
Proefdraaien
De inzet van monitoring en apm maakt het daarnaast mogelijk proactief de prestaties voor nieuwe eindgebruikers proactief te optimaliseren door te ‘proefdraaien’. Hierbij voeren nieuwe gebruikers op het productiesysteem enkele activiteiten uit, waarbij de prestaties van de plm-oplossing worden gemonitord. Eventuele problemen komen hierdoor in een vroegtijdig stadium aan het licht en kunnen door het supportteam van Philips worden aangepakt voordat deze op de werkvloer hinder veroorzaken. ‘De meeste problemen zijn latency-problemen, veroorzaakt door firewalls die overal opgesteld staan. Maar de grootste gebruikersgroep werkt vanuit Europa. En daar is de internetsnelheid heel acceptabel.’
Het gedetailleerde inzicht dat Philips dankzij apm krijgt helpt het bedrijf prestatieproblemen met zijn plm-platform snel op te lossen. Zit het probleem in de eigen infrastructuur? Dan kan het bedrijf zelf maatregelen nemen. Zit het probleem of de bottleneck juist in de infrastructuur van een externe partij? Dan kan Philips bij deze derde partij aan de bel trekken. Leenders: ‘Het gaat ons er niet om dat we met een beschuldigd vingertje kunnen wijzen, maar dat we hen gerichter naar een oplossing kunnen sturen. Uiteindelijk is daar iedereen bij gebaat.’