Nederlandse organisaties hebben nog veel te leren over data-analyse. 39 procent van de organisaties is van mening dat hun kennisniveau onvoldoende is. Zij beoordelen hun kennisniveau namelijk met een vijf of lager. Dit blijkt uit het Big Data Survey 2015-rapport van GoDataDriven en Big Data Expo. Zij deden het eerste nationale onderzoek naar big data onder bijna tweehonderd Nederlandse bedrijven.
De onderzoekers keken naar het kennisniveau en de vaardigheden van organisaties. Hieruit blijkt dat het grootste deel (39 procent) van de Nederlandse organisaties van mening is dat het eigen kennisniveau onvoldoende is. Van de bedrijven die het kennisniveau wel met een voldoende beoordelen, geeft de meerderheid (38 procent) dit een krappe voldoende, namelijk een zes of zeven. Een kwart is van mening dat het kennisniveau goed is. Zij beoordelen dit met een acht of hoger. Vooral middelgrote professionele dienstverleners beoordelen hun eigen kennisniveau met een onvoldoende, terwijl de grotere dienstverleners hun kennisniveau een voldoende geven.
Het onderzoek toont aan dat Nederlandse bedrijven de waarde van data inzien, maar nog niet in staat zijn om datagedreven te opereren. Ze adviseren om actie te ondernemen en datatoepassingen te implementeren. ‘De technologie is er klaar voor en data ligt bij wijze van spreken voor het oprapen. Het draait nu om de organisatie, de vaardigheden en de werkwijze’, aldus Walter van der Scheer, chief marketing bij GoDataDriven.
Concurrentie
Voor nu gebruiken de meeste organisaties nog relatief eenvoudige datatoepassingen. Volgens het onderzoek moeten ze juist inspringen op nieuwe data-technologieën, zoals voorspellende- of realtime analyses. Dit om de concurrentie voor te blijven. Zo verliezen de organisaties met minder dan honderd medewerkers de aansluiting op grotere bedrijven, omdat zij niet in staat zijn om deze nieuwe technieken in te zetten. Zij blijven vaak hangen in het analyseren en kijken niet vooruit. Vooral middelgrote bedrijven kunnen nog veel winst behalen via voorspellingen. Voor kleinere bedrijven is dit vaak nog een stap te ver.
Toch lijken bedrijven zich niet zo’n zorgen te maken om hun concurrentiepositie: de grootste groep (39 procent) denkt in meer of mindere mate voor te lopen op de concurrentie en bijna één op de drie denkt minimaal gelijk te lopen met de concurrentie. Niet alle organisaties zien het zo rooskleurig in: 22 procent denkt al behoorlijk achter te lopen en 8 procent heeft geen inzicht in de eigen concurrentiepositie.
Uitdaging
Om tot een succesvol voorspellend model te komen, moet er een juiste infrastructuur zijn. Bovendien moet er data verzameld worden en deze moet gereed gemaakt worden voor verdere verwerking. Bovendien moeten bedrijven hiermee experimenteren. Hier zit bij bedrijven nog wel eens een uitdaging. Zij noemen de tijd om voldoende te experimenteren (16 procent), data beschikbaar maken (15 procent) en het opschonen van data (13 procent) als de grootste uitdagingen bij big data.
Analisten
Ook hebben bedrijven moeite met het vinden en aanstellen van data scientists. Nog niet veel bedrijven beschikken over zo’n data scientist (38 procent). Deze zijn vooral bij grote organisaties met meer dan duizend medewerkers vertegenwoordigd. De kleinere bedrijven (minder dan duizend medewerkers) hebben vaak business analisten in huis. De meeste bedrijven beschikken over business analisten (63 procent) en data-analisten (60 procent)
‘Grote bedrijven beschikken al langer over de middelen en de data die het mogelijk maken om te investeren in data scientists. Deze bedrijven hebben nu de kans om de voorsprong te vergroten door voorspellende modellen daadwerkelijk in de praktijk toe te passen’, meent Rob Dielemans, managing director GoDataDriven.