Gene Amdahl is op 10 november 2015 overleden op 92-jarige leeftijd. Hij geldt als een van IBM's beste mainframe-ontwerpers. Amdahl zei Big Blue in 1970 vaarwel om met steun van Fujitsu Amdahl Corporation te starten dat met zijn plug-compatibele mainframes een tijdje een geduchte concurrent van IBM was. Later nam Fujitsu het bedrijf volledig over en richtte Amdahl in 1996 nog een aantal minder succesvolle bedrijven op, waaronder Commercial Data Servers (CDS), een leverancier van supergekoelde mainframes.
Gene Amdahl speelde als computerwetenschapper in de jaren zestig bij IBM een grote rol in de ontwikkeling van de System/360-serie, de meeste succesvolle mainframelijn van het ict-concern die voor zowel administratieve als wetenschappelijke toepassingen was bedoeld. Hij koos in het ontwerp voor een duidelijke scheiding tussen architectuur en implementatie. De 360-serie bestond niet uit één computer maar ‘een familie van computers’: diverse compatibele machines die onderling verschilden in processorsnelheid en -kracht. Klanten konden beginnen met een kleiner, goedkoper systeem om naderhand indien gewenst te migreren naar een zwaardere machine zonder dat de applicatiesofware hoefde te worden herschreven.
Het mainframe kwam zo ook binnen het bereik van kleinere bedrijven en werd commercieel een groot succes. In het System/360-team dat door Amdahl werd geleid, had ook de Nederlandse informaticus Gerrit Blaauw een rol. Het architectuurmodel ontwikkelde zich in de jaren daarna tot TIMI: Technology Independent Machine Interface, een concept dat IBM nog steeds toepast. De huidige IBM-mainframes kunnen nog steeds sommige System/360-applicaties draaien.
Amdahl Corporation
In 1970 vertrok Amdahl bij IBM, dat op dat moment bijna een monopolie had op de markt voor mainframecomputers. Met hulp van Fujitsu startte hij vanuit Sunnyvale, Californië de Amdahl Corporation en bond met zijn plug-compatibele mainframes de strijd met zijn voormalige werkgever aan. De Amdahl-machines waren qua hardware en software zo gebouwd dat ze uitwisselbaar waren met de IBM System/370-mainframes, de opvolger van System/360.
In 1975 kwamen de eerste Amdahl-machines (Amdahl 470V/6) op de markt; ze bleken sneller en goedkoper dan de IBM-mainframes. Kochten klanten een Amdahl-machine en wat plug-compatibele randapparatuur van derden, dan konden ze hierop System/360 en System/370-toepassingen draaien zonder dure IBM-hardware te hoeven kopen. Op het hoogtepunt van zijn bestaan had Amdhl in de mainframemarkt een aandeel van 22 procent in handen.
Volgens de overlevering is Amdahl ook de bedenker van het begrip FUD geweest: Fear, Uncertainty, and Doubt. Hij zou bij herhaling hebben verklaard: ‘FUD is de angst, onzekerheid en twijfel die door IBM-verkopers wordt gezaaid in de hoofden van potentiële klanten die overwegen Amdahl-producten aan te schaffen’. In 1979 vertrok Amdahl bij zijn geesteskind; Fujitsu nam het bedrijf in 1997 in zijn geheel over om het daarna geheel op te nemen in de organisatie.
Amdahl startte daarna een aantal minder succesvolle bedrijven, waaronder de geïntegreerde chipfabrikant Trilogy Systems, Andor Corporation, een leverancier van kleinere mainframes én Commercial Data Servers (CDS), een leverancier van supergekoelde mainframes. CDS is tegenwoordig nog actief onder de naam Xbridge Systems, dat software levert om mainframe datasets en databasetafels te kunnen scannen.
Wet van Amdahl
In de computerwetenschappen is zijn naam ook bekend van de ‘Amdahl’s Law’. Deze formule, die Amdahl bedacht, wordt gebruikt bij parallelle computing om te voorspellen wat de theoretisch maximale snelheidsverbetering is bij het gebruik van meerdere processors.
Amdahl leed de laatste jaren aan de ziekte van Alzheimer. Hij is in een verpleeghuis overleden aan een longontsteking, aldus The New York Times. Volgens het Computer History Museum in Mountain View, Californië hoort Amdahl in het rijtje van grootste computerarchitecten, waartoe ook bekendere namen als Seymour Cray en Steve Wozniak worden gerekend.