Dat is toch wat. Frank Maene (investeerder-Volta Ventures) beweert dit als het op start-up-dossiers aankomt. Nederlanders vinden hun ideeën vaak geniaal, maar de nuchtere Belg onderbouwt de dossiers beter. Nederlanders hebben echter wel enkele unicorns, daar schiet België dan weer stevig tekort.
Frank Maene bekeek afgelopen week als Belgische delegatieleider de start-up dossiers op de Web Summit in Dublin. In een gesprek met de Belgische ict-vaktitel Data News laat hij dan ook graag even zijn licht schijnen over de afgelopen editie: ‘De Web Summit is te groot geworden, je kan door de bomen het bos niet meer zien. Er heerst complete chaos. Persoonlijk vind ik The Next Web interessanter, daar is de focus net wat scherper.’
‘Er zaten echter wel wat Belgische start-ups tussen met potentieel’, geeft Maene aan. ‘Al zijn er toch ook wel enkele waar ik kanttekeningen bij plaats. Als investeerder kijk ik naar twee dingen, de kwaliteit en gedrevenheid van het team en de positionering ten opzichte van de concurrentie. Cijfers hebben in de beginfase minder belang.’
‘Voorts is het belangrijk dat start-ups een businessplan kunnen voorleggen. Als ze nog geen idee hebben van de markt heeft het geen zin. Uiteraard is een heldere go to market-strategie ook essentieel. Wat is het verdienmodel, hoeveel verbranden ze en hoeveel kan er opgehaald worden?’
Het grote verschil tussen Belgische en Nederlandse start-ups zit volgens Maene in de kwaliteit. ‘Er zijn meer Nederlandse dossiers, maar de kwaliteit is vaak minder. Nederlanders vinden hun idee al snel geniaal terwijl de Belg met een samenhangender verhaal naar buiten komt. Ondanks deze conclusie komen de grootste dossiers nog wel steeds uit Nederland.’