Onlangs heeft een Kamermeerderheid de motie van Tweede Kamerlid Kees Verhoeven (D66) aangenomen, waarin na Luchthaven Schiphol en de Rotterdamse Haven de digitale infrastructuur van Nederland wordt erkend als derde mainport waarmee het Europese achterland kan worden ontsloten.
Het zwaartepunt van de Nederlandse digitale infrastructuur bevindt zich in de nabijheid van Amsterdam. Hier zijn diverse grote datacentercampussen gevestigd, met toegang tot de belangrijkste fiberroutes, en bevinden zich belangrijke internet exchanges, waaronder AMS-IX, het grootste internetknooppunt ter wereld. Doordat ons digitale eco-systeem zo goed ontwikkeld is, kiezen veel buitenlandse multinationals voor Nederland als vestigingslocatie om de Europese markt te ontsluiten, zoals Uber en NetApp. Alleen hiermee heeft de digitale infrastructuur al een gigantische economische waarde voor ons land, nog naast de werkgelegenheid die het oplevert en de aantrekkingskracht die ervan uitgaat naar hoger opgeleiden uit andere landen.
Digital Gateway to Europe
Om Nederland internationaal nog beter op de kaart te zetten, startte de Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) eerder al het project Digital Gateway to Europe. Onlangs hebben zij de site www.digitalgateway.eu gelanceerd. Op deze site zijn alle contacten, diensten en informatie samengebracht die relevant zijn voor buitenlandse bedrijven die zich aan het oriënteren zijn om zich in Nederland te vestigen. Van datacenterlocaties tot personeel, van internet exchanges tot informatie over het Nederlandse belastingstelsel en van cloud providers tot investeringsmaatschappijen. En nu heeft dus ook de Tweede Kamer de ‘Digital Mainport’ erkend, waarmee het de Nederlandse digitale infrastructuur officieel als economische factor van betekenis bestempelt. En dat is goed nieuws, want het betekent dat de regering met belanghebbende partijen een visie gaat ontwikkelen om de positie van de digitale mainport verder te versterken en dat ze ook daadwerkelijk gaat investeren om uitvoering te geven aan die visie.
Het is met name goed nieuws omdat Nederland in Europa dan wel koploper is op het gebied van digitale infrastructuur, maar in het buitenland lang niet altijd ook als zodanig wordt waargenomen. Misschien doordat het niet in onze aard zit om onszelf op de borst te kloppen, maar sommige landen om ons heen slagen er gewoon beter in om zich te profileren als de ideale vestigingslocatie voor buitenlandse bedrijven. Zij worden daarbij al geholpen door een geïntegreerde aanpak, ondersteuning door de overheid en gunstige wet- en regelgeving. Met name Luxemburg, Ierland en sinds kort ook Engeland weten buitenlandse bedrijven te overtuigen voor hen te kiezen.
Er valt nog wat te winnen
In Nederland is op sommige punten dus nog wel het een en ander te winnen. Zo staan buitenlandse bedrijven niet onverdeeld positief tegenover de laatste veranderingen die wij hebben doorgevoerd op het gebied van privacyregelgeving, een te scherpe koers in Europese wetgeving en het eerder dan andere landen doorvoeren van nieuwe belastingregels. State-of-the-art datacenters alleen zijn niet genoeg. Als we de relevante wet- en regelgeving hiermee op één lijn weten te brengen, kan Nederland nog meer profijt halen uit het feit dat ons land zo’n hoogwaardige digitale infrastructuur kent. En de erkenning door de overheid is wat dat betreft een prima eerste stap!