Terwijl we het anno 2015 soms nog hebben over een kloof tussen business en it, wordt die kloof in de praktijk gedicht door de ‘T-shaped’ werknemer. Specialisten die véél weten van één ding, maar ook een beetje van véél dingen. En dus ook van elkaars vakgebied. Is een brede interesse straks verplichte kost voor iedereen?
‘Dank!’ spat het kort en krachtig van mijn scherm. Dit bericht ontving ik kort nadat ik twee docenten van de hogeschool met elkaar in contact heb gebracht. Beiden zijn ze bezorgd dat de wereld alsmaar verandert terwijl het curriculum van veel opleidingen achter blijft. Eén van de docenten doceert bedrijfskunde. Hij vindt nog weinig gehoor bij zijn collega’s om meer it in de vakken in het curriculum op te nemen, ’terwijl elk bedrijf tegenwoordig een verkapt it-bedrijf is’. De ander doceert it en probeert de studenten gevoel voor bedrijfskunde mee te geven. Maar door de muurtjes die de hogeschool tussen beide opleidingen plaatst, hebben ze iemand van buiten nodig om elkaar te vinden als bondgenoot.
Begrijpelijk is het wel, dat opleidingen niet over hun hek heen kijken. Docenten zijn specialisten in hun vakgebied en moeten kwaliteit leveren en studenten moeten slagen. Als je vakken in de opleiding opneemt waar je zelf geen expert in bent, hoe kun je dan kwaliteit garanderen? Het bedrijfsleven helpt niet mee; zij vragen niet om generalisten. Zij hebben vacatures voor programmeurs en voor fiscalisten. Maar anno 2015 moeten die toch echt gevoel hebben voor elkaars specialisme.
Routinematig denkwerk verdwijnt
Het is geen geheim dat het leven buiten de opleiding compleet veranderd is. Door mechanisering verdwijnt handwerk. Niet alleen repetitieve taken zoals potjes dichtschroeven, maar juist ook niet-routinematig werk. Denk aan productierobots die de meest ingewikkelde constructies – op bestelling – in elkaar lassen. Of 3D printers. Sinds midden jaren ‘90 is er nóg een trend. Ook routinematig denkwerk verdwijnt en snel ook. Wat overblijft is kenniswerk; werken aan ‘ongestructureerde problemen’ met ‘nieuwe informatie’.
Symbool voor deze trend is de Belastingdienst. Nergens werken meer it’ers. Daar gebeurt nog zoveel handmatig dat er nu vijfduizend functies komen te vervallen. Daarvoor komen vijftienhonderd nieuwe functies in de plaats. Een voorbeeld van de nieuwe werkzaamheden is het koppelen van systemen om onregelmatigheden te vinden. Dat klinkt typisch als it, maar dat wordt gedaan door ‘wiskundigen en econometristen’. Een ander soort kenniswerker is dus nodig om de functie in te vullen.
T-shaped werknemers gezocht
Zo zal voor de vijftienhonderd nieuwe functies gezocht worden naar specialisten die véél weten van één ding, maar ook een beetje van véél dingen. Zowel brede als diepe kennis: de ‘T-shaped’ werknemer. Bij de belastingdienst gaat dat dan om econometristen die aan de knoppen zitten om systemen te koppelen. Maar het gaat ook om it’ers die kaas hebben gegeten van de manier waarop de overheid om hoort te gaan met burgers en die het leuk vinden om zich in te vreten in de belastingregels.
Software ondersteunt de nieuwe werkwijze
Deze ‘T-shaped’ werknemer is geen nieuw ideaalbeeld. Wel nieuw is dat er ook steeds meer hulpmiddelen zijn die deze ‘universele mens’ kan gebruiken; ook software wordt ‘T-shaped’. Vroeger was software óf generiek óf hoog gespecialiseerd. Nu wordt generieke software steeds vaker gebundeld met gespecialiseerde modules. Bijvoorbeeld een generiek softwareplatform met specifieke financiële componenten voor een bank. Een pakket dat alles kan bestaat niet, maar maatwerk op basis van een ‘lege doos’ hoeft ook niet meer.
Ook voor specialistische taken is steeds meer software beschikbaar die makkelijk te gebruiken is door die ’T-shaped’ werknemer. Is een statistische analyse in R nog best pittig, met SAS, rapid miner of knime is dit zo gepiept en kan een econometrist systemen koppelen. En het goede nieuws is dat voorspellende modellen uit specialistische pakketten gewoon gebruikt kunnen worden door bijvoorbeeld een case management systeem, zodat goedkeuring, afwijzing of uitval van een zaak altijd goed onderbouwd is.
De vraag uit het bedrijfsleven begint dus serieuze vormen aan te nemen. Voor werknemers én software is de T-vorm een noodzakelijke eigenschap. Nu moet het onderwijs deze X-factor nog meenemen in de opleidingen.
Beste Wouter,
Leuk artikel, herkenbaar ook van beide kanten! Wat betreft de hoop/verwachtingen in het (hoger) onderwijs ben ik echter van mening dat ook daar goede stappen worden gemaakt. Zo zijn in navolging van Fontys ICT opleidingen, een heel aantal andere Hogescholen (Haagse hogeschool, Avans, Zuyd) ook gestart met brede bacheloropleidingen, waarbij zowel aanstormende programmeer talenten bedrijfskundige vaardigheden en kennis meekrijgen, als vice versa. de traditionele kloof is naar mijn mening een generatiekloof geworden: met het verjongen van de managementlagen in organisaties zal het begrip en kennis van deze geïntegreerde wereld steeds verder toenemen.
De uitdaging waar het bedrijfsleven (en onderwijs) voor staat is naar mijn mening het om kunnen blijven gaan met verandering (Zie bv Sander Duijvestein’s post over “Is disruptie een modeterm” op LinkedIN). Dat ge
Brede interesse, klinkt altijd mooi.
Je kunt filosofie gaan studeren, over alles nadenken enzo.
Wel voorzitter biercommissie zijn geweest, je moet immers ook wat gedaan hebben.
Weinig gehoor voor het T-shape pleidooi blijkbaar. Muurtjes en hekken bij de opleiding en “bedrijfsleven help ook niet mee”. Scholen hebben experthokjes, bedrijven “vragen niet om generalisten”.
Wouter is een ziener, hij laat zich niet weerhouden. Tis geen geheim meer : Buiten de opleiding is het leven compleet veranderd.
Als ik het goed begrijp loopt alles en iedereen achter behalve Wouter en die twee leraren.
Die ene doceert overigens bedrijfskunde de ander IT, toch konden ze elkaar niet vinden zonder Wouter.
We hebben econometristen nodig die het leuk vinden “zich in te vreten in de belastingregels”, “kaas hebben gegeten van de manier waarop de overheid hoort om te gaan met de burgers”. Terugsturen zonder uitkering misschien, of allemaal participeren samen met gekleurde piet ?
Ik kan me ineens iets voorstellen met het klagende bedrijfsleven “we kunnen niemand vinden”.
Voorlopig dus geen volk voor de kloof tussen business en IT, terwijl ieder “bedrijf tegenwoordig een verkapt IT is”.
Lege dozen of gevuld met halve eieren..
Laten we het simpel houden.
Hoe ziet die T er nou uit ?
Een verticale balk en daarbovenop een horizontale.
Precies wat het bedrijfsleven eist, een specialist in alles.
@mrt: volgens mij geeft Wouter aan wat het bedrijfsleven nodig heeft en niet waar ze om vragen. Het feit dat ze vragen om “specialisten in alles” bewijst juist dat ze geen idee hebben hoe en door wie ze hun vraag het beste kunnen laten beantwoorden. Bedrijven die worden geleid door bedrijfskundigen die weinig inzicht hebben in informatievoorziening en informatie technologie hebben een probleem. Dat probleem wordt alleen maar groter als ze IT-ers in dienst hebben die zich niet werkelijk interesseren voor – en willen verdiepen in het primaire proces van de business.
Dan kun je dat met je reactie wel proberen te bagatelliseren, maar naar mijn smaak versterk je Wouters punt daarmee. En op de een of andere manier lijkt me dat niet je bedoeling.
Wat ik uit het artikel opmaak is dat door toenemende automatisering grote groepen mensen met slechts 1 specifieke competentie een grotere kans hebben om te worden weggeautomatiseerd.
Daar komt vervolgens weer een kleinere groep “T-shaped” mensen met slechts 1 specifieke andere competentie voor terug. Totdat uiteindelijk deze groep ook weer door een “innovatie” overbodig wordt gemaakt.
Sommige mensen noemen dit vooruitgang.
ok, ok,
Wouter, die 2 school-pieten + hk dan.
Die weten het beter. hk weet zelfs mijn bedoelingen.
Beter dan het onderwijssysteem en het bedrijfsleven.
Bedrijven worden immers geleid door iets-kundigen zonder inzicht in informatievoorziening,
hoor ik van van hk. Ze vragen maar raak en T-shaped alleskunners gaan het allemaal voor ze oplossen.
De vraag hoe je kwaliteit kunt leveren door op te leiden in zaken waar je geen verstand van hebt wordt overigens wel gesteld, maar niet beantwoord.
En zo hoort dat ook op C-level.
Love IT when a plan comes together zegt mijn baas altijd met een dikke sigaar in zijn bek.
Eigenlijk toch niet zoveel veranderd sinds de eighties.
Kenniswerk wordt ook steeds meer teamwork. En teamwork vraagt om gedrag en kennis om elkaar aan te vullen, te versterken. Dat vraagt naast specialistische, diepgaande kennis van de kernexpertise ook om globale kennis van aangrenzende expertises, zie daar de vraag naar T-shaped professionals.
Ook de trend dat er minder behoefte is aan managers en meer ruimte gegeven wordt aan teams, sluit aan op de genoemde ontwikkeling op het gebied van kenniswerk.
Het belang van en de vraag naar T-shaped professionals neemt snel toe. De roep van Wouter is terecht. Ik merk – en dat sluit aan op de reactie van Koen – dat startende professionals op HBO/WO-niveau de ontwikkeling naar een T-shaped profiel wel gemakkelijk oppakken. Die positieve ervaring wil ik er wel aan toe voegen.
@Koen Suilen, goed om te horen! Wij hebben op dit moment trouwens afstudeerders van Avans van verschillende (internationale) opleidingen in een groepje die mooie dingen maken in Google Cardboard op het snijvlak van communicatie, verzekeren en IT. Op de hogescholen gebeurt dus ook genoeg lovenswaardigs. @HK duidt ook al goed dat het probleem van overspecialisatie niet alleen bij de opleidingen zit, maar ook bij het bedrijfsleven dat niet altijd vraagt wat het nodig heeft. Mijn oproep is dan ook vooral om scherp te blijven dat we allemaal ons blijven verdiepen in wat er buiten ons directe specialisme gebeurt.