Op de werkwijze van Centric en Pinkroccade valt zeker wat af te dingen, maar de kritiek over het machtsmisbruik is onterecht. Gemeenten en het Rijk moeten vooral naar zichzelf kijken. De afgelopen jaren is er veel te weinig geïnvesteerd in het tempo en de kwaliteit van de digitale dienstverlening. Dat zegt burgemeester Jos Heijmans van Weert als voorzitter van de Gebruikersvereniging Pinkroccade.
De krantenartikelen in NRC Handelsblad en de uitzending van Reporter Radio geven een tamelijk ongenuanceerd beeld van de huidige situatie, vindt Jos Heijmans, burgervader van Weert én tevens voorzitter van de Gebruikersvereniging Pinkroccade. Daar zijn zo’n 150 gemeenten lid van. ‘Ja, er zijn discussies geweest met Pinkroccade en ook Centric over prijsverhogingen en contracten. Maar wat ik in het geval van Pinkroccade kan stellen, is dat we inmiddels hierover goede afspraken hebben gemaakt.’
Hij stelt dat met de directie van Pinkroccade is afgesproken dat de leverancier alle medewerking verleent mocht een gemeente willen overstappen naar een andere leverancier. ‘Daarnaast zijn we overeengekomen dat Pinkroccade per gemeente maatwerk toepast. De contracten lopen nogal uiteen, dus je kunt niet zomaar een algehele prijsverhoging doorvoeren.’
Hij wijst er bovendien op dat het niet alleen om een prijsverhoging gaat, maar dat Pinkroccade ook extra producten biedt voor de drie decentralisatietrajecten jeugdzorg, werk en inkomen, en zorg aan langdurig zieken en ouderen (Jeugdwet, Participatiewet en Wmo).
‘Tijdens de laatste alv heeft de directie een presentatie gegeven over het nieuwe platform iBurgerzaken en de maatwerkaanpak per gemeente. De meeste klachten zijn inmiddels verdwenen; alleen met een kleine groep gemeenten is Pinkroccade er nog niet uit. Het is onze taak als gebruikersvereniging om Pinkroccade scherp te houden. Dat doen we ook door te adviseren over technische vraagstukken in de platformen die uit leden van de gebruikersvereniging en medewerkers van de leverancier bestaan.’
Duopolie-positie
Dat Centric en Pinkroccade nu een veeg uit de pan krijgen met kritiek op hun duopolie-positie en daarmee verbonden vermeende machtsmisbruik vindt Heijmans niet terecht. Tuurlijk, ze zouden zich in zijn woorden ‘wat vriendelijker’ kunnen opstellen. Maar zijn stelling is dat veel gemeenten achterlopen met investeren in ict en nu ineens door de vereiste inhaalslag geconfronteerd worden met extra kosten.
‘Tot voor kort was ict met daarbij het verstrekken van gegevens een ondersteunend proces in een gemeente, maar tegenwoordig is ict dé hoofdtaak van een gemeente geworden: zij moet continu elektronische informatie delen met burgers en ketenpartners. In de toekomst zullen burgers ook veel meer taken die een ambtenaar nu op het stadhuis doet, zelf thuis digitaal uitvoeren. Gemeenten staan pas aan het begin van dit digitaliseringsproces. Veel bestuurders en ambtenaren gedragen zich nog als Wim Sonneveld-aanhangers met een hang naar ‘het Dorp’. Die tijden komen echt niet meer terug. Ze zullen moeten investeren in nieuwe software en een e-overheid die er uiteindelijk is voor de burgers.’
Heijmans vindt het geschetste beeld van een duopolie ook wat overdreven. Er lopen in zijn ogen talloze leveranciers met verschillende producten rond. ‘Oké, er is op het gebied van de backofficeomgeving weinig keuze met Centric, Pinkroccade en in mindere mate Procura. Maar het valt ict-bedrijven ook niet kwalijk te nemen dat ze niet willen instappen met concurrerende systemen. Het Rijk schiet niet op met de modernisering van de GBA of bijvoorbeeld met het stemmen per computer – in mijn ogen betrouwbaarder dan stemmen op van die grote papieren formulieren – en stelt de plannen voor de e-dienstverlening steeds uit; het gaat nu pas in op 1 januari 2007 of mogelijk 2018. Probleem is dat gemeenten dan ook achterover gaan hangen en het geld aan andere zaken uitgeven.’ Dit maakt in zijn ogen geen betrouwbare indruk op potentiële toetreders op de (lokale) overheidsmarkt. Volgens Heijmans moet het Rijk e-dienstverlening dan ook verplicht stellen aan alle overheidsinstanties en wel zo snel mogelijk. ‘Dan pas komt de markt goed los, met ook nieuwe ict-partijen.’
Reactie Centric
Daar waar Pinkroccade niet wilde meewerken aan de artikelen van NRC Handelsblad en reportage van Reporter Radio deed Centric dit wel. Het bedrijf publiceerde ook een uitvoerige reactie op zijn website. Centric erkent onder andere dat er nog het nodige te winnen valt op de prijs/kwaliteitbeleving bij klanten, maar wijst er ook op dat uit onderzoek van de Gebruikersvereniging Centric blijkt dat de tevredenheid over de dienstverlening toeneemt.
Daarnaast wijst Centric op de kosten en complexiteit die meespelen bij gemeentelijke software. ‘Door de verschillen in uitvoering en lokaal beleid zijn er veel parameters waar je rekening mee moet houden bij het ontwikkelen van software. Ook de continu veranderende wet- en regelgeving draagt bij aan de kosten en complexiteit. De complexiteit van de markt en daarmee samenhangende kosten kunnen omlaag door vereenvoudiging van wet- en regelgeving, uniformering in de uitvoering, meer gedragen en toegankelijke standaarden en schaalvergroting.’
Op ieder beleidsterrein zijn minimaal acht tot soms wel honderd leveranciers actief. Om de informatie-uitwisseling te verbeteren en om de keuzevrijheid van gemeenten te vergroten, moeten er meer en toegankelijke standaarden komen. De uitdaging is om dit samen met andere leveranciers en de overheid te realiseren. Een leverancier kan dit eenvoudigweg niet alleen.
Het bedrijf zegt ook contact op te nemen met de geciteerde gemeenten om te kijken of de onvrede kan worden weggenomen. Verder heeft Centric een reactieformulier op zijn website gezet om waarmee gemeenten klachten of vragen kunnen indienen.
Wat de overheid veel beter moet doen is het stellen van echte/zuivere open standaarden en overheidsorganisaties verplichten alleen maar software aan te schaffen die voldoet aan die open standaarden (geen pas toe of leg uit beleid meer!!!). Als leveranciers aan open standaarden (voor bijvoorbeeld opslag en uitwisseling van data) moeten voldoen, is het vele malen eenvoudiger voor nieuwe leveranciers om toe te treden tot een bepaalde markt en is het voor (ontevreden) gebruikers van software ook vele malen makkelijker om een exit strategie uit te voeren. Hierdoor gaat de kwaliteit van software omhoog en de kosten van software omlaag.
PS: Ik ben leverancier van software en heb te maken met zogenaamde open standaarden (i.e. teveel invloed van enkele leveranciers op de standaard) bij de overheid die juist tegengesteld werken.
Wat er bij mij niet ingaat is dat ondersteunde processen bij overheidsorganisaties (of ze nu belangrijk zijn of niet) als primaire processen worden beschouwd. We zien het bij de politie, de gezondheidszorg en ook bij de gemeenten. Relatief gedecentraliseerde organisaties die onafhankelijk van elkaar 80% van hetzelfde wiel proberen uit te vinden. Ik hoor de toeters en bellen al rinkelen: “wij zijn echt veel bijzonderder dan onze buurman”. Kom op zeg, in een branche doet 80% van alle participanten echt exact hetzelfde. En er zijn maar weinig organisaties waar ICT daadwerkelijk een USP is. Zeker bij (semi-)overheidstaken. Daar is het al een kunst om überhaupt te digitaliseren. Het primaire proces verbeteren gaat je echt niet alleen lukken met betere ICT, of betere gebouwbeheer of wagenparkbeheer, nauwgezettere schoonmakers. Met name de medewerkers van de organisatie zelf zijn voor het grootste deel de succesfactor. Is door de gehele organisatie wel eenzelfde doel bekend en wordt die ook als zodanig gevoeld (en niet opgelegd), wat is het weerstandsniveau van de organisatie, welke zelfcorrigerende mechanismen zijn aanwezig om bij afwijkend gedrag snel en doelmatig in te grijpen (van hoog tot laag).
Specifiek on topic: er zijn dus een aantal gemeenten die samenwerken, omdat ze inmiddels wel inzien dat samenwerking tot schaalvergroting leidt en de kennis en ervaring kunnen bundelen (ook qua inkoop). Het zou een zegen voor de Nederlandse belastingbetaler zijn als de VNG namens alle gemeenten of desnoods Binnenlandse zaken de onderhandelingen voert. Waarom moeten er verschillende merken en smaken systemen zijn bij gemeenten? Het primaire proces van veel gemeentelijke taken zijn echt overal hetzelfde: sterker nog, ze zijn wettelijk verplicht om exact hetzelfde te zijn! Het is softwarematig niet moeilijk om rondom deze “zaakgerichte systemen” om maatwerk toe te passen. De basis is toch echt hetzelfde. Elke inkoper (zelfs de meest slechte) kan je duidelijk maken, dat als ik namens 380+ gemeenten onderhandel, ik natuurlijk een veel sterkere gesprekspartner ben, dan namens een handje vol. Er zit wel een groot nadeel aan deze aanbestedingsstrategie: de partij die het wordt, heeft veel macht (daar zit straks alle kennis), de partijen die het niet worden, gaan kennis verliezen. De dreiging van vendor-lock-in ligt op de loer.
De aanbodzijde is beperkt, dat begrijp ik wel. Hoeveel partijen hebben de expertise en kennis in huis om deze markt te bedienen. Ik hoor mensen al roepen, dat er ook in het buitenland gemeenten bestaan, dus op internationaal niveau zouden er een aantal spelers kunnen bestaan. Helaas zijn de landelijke wetgevingen en gemeentelijke organisaties dusdanig anders, dat het gemeenschappelijk niveau van beschouwing te hoog is (ja elke gemeente zal wel iets met uitkeringen doen, elke gemeente doet wel iets met afvalverwerking, etc…. , maar daar start ook direct de verbijzondering). En in tegenstelling tot een automatische dynamische markt verandert er zeker elk jaar weer wat aan de regelgeving, dus je moet als softwarebouwer constant bijblijven.
Er is nog een derde, alternatief. Je kan als overheid ook besluiten de software zelf te schrijven. De ontwikkelaars zitten nu bij Centric en Pink. Dus of ze nu daar of bij de overheid zitten, maakt qua locatie en werk niet uit. Wellicht dat er wat verschillen zijn qua arbeidsvoorwaarden, maar dat was het dan wel. Deze ontwikkelaars hebben een inherent bestaansrecht (daar gemeenten altijd een taak hebben of ze migreren mee naar een andere overheidsorganisatie). Dus nut en noodzaak, en kapitaalbeslag bestaat toch wel. De vraag rijst kan een interne ontwikkelclub dat op hetzelfde of hoger kwaliteitsniveau en tegen gelijke of lagere kosten dan nu externe partijen dat doen?