Open source software is gemeengoed geworden en lijkt geen angst meer aan te jagen bij gebruikers. Is dat terecht? In het algemeen geldt dat de software door leveranciers wordt geleverd zonder licentiekosten in rekening te brengen en is het gebruik van deze software gratis. Een belangrijke vraag die zich dan voordoet is: hoe zit het met businessmodel van deze gratis softwareleveranciers? Is gratis ook echt gratis en welke risico’s kleven hieraan?
Opensourcesoftware is gemeengoed geworden. Gartner voorspelt zelfs dat in 2015 in 85 procent van de commerciële softwarepakketten open source technologie zal worden opgenomen. Verder stelt het onderzoeks- en adviesbureau dat 95 procent van de reguliere it-organisaties dit jaar tenminste één element van opensourcesoftware zal benutten. Zelfs de Nederlandse Overheid stimuleert eigen overheidsorganisaties om gebruik te maken van vrije software. Opensourcesoftware lijkt dus geen angst meer aan te jagen bij gebruikers. Is dat terecht? Want hoewel de meeste it’ers van mening zullen zijn dat de werking van open source zich allang en breed heeft bewezen, kleven er ook nog steeds risico’s aan deze vorm van software. Vooral in relatie tot het eigen businessmodel en daarmee de continuïteit van de organisatie.
Gratis
Voor opensourcesoftware geldt in het algemeen dat de software door de leveranciers wordt geleverd zonder licentiekosten in rekening te brengen. Dat betekent dat het gebruik van deze software gratis is. Een belangrijke vraag die zich dan voordoet is: hoe zit het verdienmodel en daarmee het businessmodel van deze gratis softwareleveranciers in elkaar? Is gratis ook echt gratis?
Er kan een aantal standaard businessmodellen worden opgesteld met bijbehorende risico’s. Grofweg zijn er twee soorten risico’s te onderscheiden. Eén: risico’s die betrekking hebben op de continuïteit van de leverancier. Hoe groot is de kans dat deze leverancier over een jaar nog bestaat? En ten tweede risico’s op de uiteindelijke kosten. Als er niet betaald wordt voor software, maar wel voor dienstverlening, kan de rekening uiteindelijk tegenvallen als blijkt dat die dienstverlening toch echt nodig is om de software effectief te kunnen gebruiken.
Soorten businessmodellen
De meest voorkomende businessmodellen van opensourcesoftwareleveranciers, met bijbehorende risico’s, beschrijf ik hieronder.
Hobbyisten
Bij dit businessmodel zetten software-leveranciers hobbyisten in voor het ontwerpen en schrijven van de software. Dit is een risicovol model, omdat de medewerkers zelf veel investeren (tijd, hardware, werkplek) en hier weinig tot niets voor terugkrijgen. De kans dat medewerkers afhaken is groot. Zo kunnen zij na verloop van tijd een andere hobby kiezen of minder tijd krijgen voor de uitvoering van de software-opdracht. Juist het feit dat de afnemers niet betalen voor de gebruikte software, maar hiermee wel geld verdienen, kan voor de medewerkers ook een motivatie zijn om te stoppen met het vrijwilligerswerk. Daarnaast is het lastig de kwaliteit die de medewerkers afleveren te garanderen. Vaak zie je ook dat minder leuke activiteiten, zoals testen en het schrijven van documentatie, erbij inschieten. Als er geen beloning tegenover het werk staat, kunnen er moeilijk eisen aan de medewerkers worden gesteld en dus aan de uiteindelijke software.
Sponsors
Leveranciers die dit model gebruiken, krijgen hun inkomsten binnen door advertenties te plaatsen of e-mailadressen van klanten door te verkopen. Zolang dit helder is voor de afnemers, is dat een eerlijk model. Vaak kan een afnemer kiezen voor een betaalde licentie zonder advertenties of een gratis licentie met advertenties. Dit businessmodel is minder risicovol dan het hobbyisten-model, maar de duurzaamheid van de software is afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende adverteerders. Dat is wel een risico op langere termijn. Als adverteerders afhaken, kan het businessmodel in elkaar zakken en kan dit ten koste gaan van de continuïteit van de gratis softwareleverancier en dus ook het eigen verdienmodel.
Betalende en niet-betalende klanten
In dit model draaien de betalende klanten op voor alle kosten, dus ook de kosten van de niet-betalende klanten. In het algemeen zijn de betalende klanten (grote) bedrijven en de niet-betalende klanten consumenten of kleine bedrijven. Meestal krijgen betalende klanten meer functionaliteit dan niet-betalende klanten. Vaak dient het niet-betaalde product om klanten te binden en in een later stadium alsnog te laten kiezen voor het betaalde product. Dit model is stabieler en duurzamer dan de eerste twee modellen, zolang er voldoende betalende klanten zijn. Hoe minder betalende klanten, hoe duurder het product voor betalende klanten moet zijn om de kosten op te kunnen brengen.
Gratis software en betaalde dienstverlening
Net als bij het batalen-niet-betalen-model spelen ook in dit model betalende en niet-betalende klanten een rol. Het verschil is dat bij dit model alle klanten de software gratis krijgen en alleen betalen voor dienstverlening. Klanten die dienstverlening afnemen, betalen dus in feite ook voor de bouw van de software. Cruciaal in dit model is dat er voldoende klanten zijn die gebruik maken van de betaalde dienstverlening en dat de tarieven voor de dienstverlening concurrerend genoeg zijn. Dienstverlenende concurrenten die niet de kosten voor het bouwen van de software hebben, kunnen de dienstverlening waarschijnlijk altijd tegen een lagere prijs aanbieden. De dienstverlening van de bouwer van de software moet dus voldoende toegevoegde waarde hebben om een hogere prijs te rechtvaardigen. Het risico voor klanten zit ‘m in de mogelijkheid dat de prijzen voor de dienstverlening niet concurrerend genoeg zijn, waardoor de continuïteit van de leverancier in gevaar komt.
Risico’s inschatten
Dat er kosten worden gemaakt voor het bouwen van opensourcesoftware is onvermijdelijk. Belangrijke vraag is wie die kosten betaalt en hoe duurzaam die constructie is. Hoe groter de afhankelijkheid in het eigen businessmodel van de gratis opensourcesoftware, hoe belangrijker het is het businessmodel van de leverancier in kaart te brengen. In de praktijk komen natuurlijk allerlei combinaties van verschillende businessmodellen voor, wat het inschatten van de risico’s complex kan maken. Pas als al deze risico’s voldoende zijn achterhaald en adequaat zijn ingeschat, kan het eigen businessmodel op dit punt gefundeerd en duurzaam zijn.
Even los van de techniek.
We willen kennelijk nog steeds betalen voor programmatuur van clubs die daar 25% of meer winst op maken, terwijl met regelmaat blijkt dat ondanks die comfortabele winstmarge de boel nog steeds niet optimaal draait.
En dat er partijen zijn, zoals onze overheid, die zelfs bereid zijn miljoenen te betalen voor programmatuur die helemaal niet werkt, laten we dan nog maar even buiten beschouwing.
Vandaag of morgen zal het kwartje wel vallen. Het hoeft van mij echt niet gratis, maar goed beschouwd laten we ons in veel gevallen met “officiële” programmatuur nog vrij vaak een poot uitdraaien.
Oftewel het al decennia oude misverstand :
* Open Source ≠ Publicdomain ≠ Freeware ≠ Shareware
* Open Source ≠ rechtenvrij ≠ royalty-free
* Open Source ≠ supportvrij
Bovenstaand artikel gooit e.e.a. dan ook danig door elkaar, maar vertelt óók niets nieuws.
Dit artikel staat vol foutieve aannames uit de jaren 90.
First of all OpenSource wil niet per se zeggen dat het gratisch is.
Bij de beschrijving van de buisines modellen onbreken de meest relevante.
n.l. het feit dat iemand iets nodig heeft of een aanpassing wenst, deze zelf ontwikkeld of laat ontwikkelen en vervolgens (zoals het volgens bv het GNU licentie model geld) aan de OpenSource comunity vrij geven.
Dit gebeurd bijvoorbeeld veel door ‘hobbyisten’ als IBM.
Gelukkig leveren profesionele bedrijven als MicroSoft alstijd kwaliteits produkten.
(MicroSoft heeft overigens ook al e.e.a. aan de OpenSource Comunity gedoneerd)
Er zijn hordes mensen die hun centjes verdienen met dergelijke aanpassingen of met het implementeren van OSS. Denk bijvoorbeeld maar eens aan specialisten bij hosting bedrijven.
Ook het argument van de continuiteit van de leverancier heb ik al vaker bekritiseert.
Je hebt beschikking over de broncode dus je kan altijd zelf voor updates en aanpassingen (laten) zorgen.
Overigens kunnen ook commerciele software bedrijven hun activiteiten stoppen, of zijn we Baan en SCO alweer vergeten.
Ik ben overigens nog nooit OSS tegengekomen dat bol stond met reclame.
Logisch ook, eenieder zou dat er meteen uitkiepen.
De enige issues die ik (wederom) kan vaststellen zijn:
– Dat verkopers van commerciele software geen concurentie lijken te dulden.
– Leveranciers wel open source willen gebruiken, maar er zelf geen bijdrage aan wensen te leveren.
– Specialisten ineens meer moeten weten dan louter produktkennis.
Het staat eenieder nog altijd vrij om commerciele software te kopen.
OSS is gewoon een ander buisiness model, deal with it !
Overigens voor de goede orde… ik heb geen enkel zakenlijk belang bij OSS. behoudens een periode van zo’n anderhalf jaar ergens in een grijs verleden heb ik altijd bedrijfsspecifieke produkten ontwikkeld.
En dan nu de hamvraag: Wat zijn de risico’s voor niet-gratis software? Of zijn dat soms exact dezelfde risico’s?
Haha Jan en zijn morele verplichtingen. Eerst ging die medicijnen studeren totdat het zijn ding niet meer was 🙂 Fijn om te weten waar die belastingcenten heen gingen. Daarna ging die bij een klant werken o.a. om wraak te nemen op zijn werkgever. Kan zijn dat mijn bron niet betrouwbaar is, Jan zelf 🙂
Als Jan Msc is dan wel of stupid.
No problem Jan, I join the club, for sure. Don’t we all?
Je kunt je ook afvragen wat de kosten van gesloten software en de security lekken die daarin zitten kunnen betekenen voor je continuiteit.
Ik kies dan toch liever voor open-source, met een grote community en een licentie-model die mij in staat stelt om de code naar eigen smaak aan te passen, of andere bedrijven in staat stelt om de code te verbeteren zodat er niet 1 maar 10 bedrijven zijn die support kunnen leveren en de continuiteit kunnen garanderen, op een manier die lijkt op Escrow.
@brainiac (“die mij in staat stelt om de code naar eigen smaak aan te passen”):
Echt, serieus, ga je dat doen?!?
Frank, ik snap wat je zegt en er zijn inderdaad niet veel bedrijven die het doen, maar ze zijn er zeker wel, nu zie je hierin twee patronen:
1) Een bedrijf die de open source forkt voor een bepaalde (maatwerk) toepassing.
2) Een ontwikkelaar die fouten uit de source haalt omdat hij daar tegenaan loopt.
Voorbeeld van 1:Een CMS die aangepast werd om als leeromgeving dienst te doen. Het was achteraf wellicht niet zo’n goede keuze omdat je wel wil dat de software evolueert en gebruikt kan maken van de nieuwe toegevoegde functies en patches en je dus continu bij releasen werk hebt en er spanning kan ontstaan in de architectuur van het maatwerk en de originele software. Ik heb dit meerdere keren gezien en in alle gevallen bleek het een doodlopende weg. Als je echter kijkt naar Libre office kan de nieuwe tak ook als open source verder gaan en het origineel voorbijstreven.
Voorbeeld van 2: Open source wordt gebruikt, maar er zitten bugs in. Ik heb een software ontwikkelaar die dus bugs haalt uit gebruikte javascripts frameworks, domweg omdat de bug zo irritant is en slim genoeg om het op te lossen. Als je naar javascript frameworks op GitHUb kijkt en naar de wijziging geschiedenis en de issue reports, zie je dat het eigenlijk best veel voorkomt. Ontwikkelaars die verbeteringen aandragen en dat zijn vaak gewoon werknemers.
Dus nogmaals Frank, toen ik nog een .NET was had ik dezelfde mening, gelukkig weet ik nu meer.
@Henri
Gezien het feit dat je anderen altijd beschuldigd van onthechtingsverschijnselen is het dus een hele bekentenis wat je in reactie schrijft. Jij denkt meer te weten maar tast naar mijn mening in het duister aangaande het prangende verschil tussen beheer- en beheersbaar;-)
Code is code het en ‘indiaantje-koekoek’ van uitbesteding met framework zoals Rightshore vergat zoals altijd weer eens het onderhoud, als je met CMS Joomla bedoeld dan moet je ook eens kijken naar ‘spaghetti-code’ en non-sanitized input als gevolg van allerlei ‘dode’ code. Zal niet ingaan op de historische kosten die meekomen met frameworks maar lees eens rapport Rekenkamer:
http://www.rekenkamer.nl/dsresource?objectid=7955&type=org
Auteur heeft namelijk wel een punt als het om keuzen vanuit de gebruiker gaat, de GitHub voor allerlei gegevensuitwisselingen binnen de overheid heet namelijk Dropbox…
@Ewout
Na een snelle blik op het rapport kreeg ik de indruk dat dat de 120ste versie is die door de 60ste groep van specialisten is gedaan en tot de door de opdrachtgever gewenste conclusie komt.
Ter informatie, er zijn ongeveer 300 open source CMS’sen, waarom zou Henri daar speciaal Joomla uit moeten kiezen?
Ik citeer maar even wat mijn mentor mij leerde “to assume makes an ASS out of U and ME.
@Frank
In actieve communities worden vaak (betaalde) aanpassingen gedaan die 1 persoon voor een klant nodig heeft en dan vrij gegeven worden.
Of in een core-applicatie, of in modules, er worden veel zaken aangepast bij FOSS, en wel hoofdzakelijk door de grote commerciële bedrijven zoals IBM, Oracle, Microsoft, Google etc.