De eerste business intelligence (bi)-oplossingen waren erg monolithisch en bepaald niet gebruiksvriendelijk. De corporate it-afdeling dicteerde het gebruik en beperkte gebruikers door exact vast te leggen wat wel en niet mocht. Controle was het sleutelwoord. Business intelligence was dan ook kostbaar en leverde in veel gevallen geen direct resultaat op.
Deze situatie veranderde drastisch toen er nieuwe leveranciers op de markt kwamen met makkelijk inzetbare tools die je gewoon op een desktop installeerde. Het was het begin van een enorme verschuiving waarbij de slinger van de klok zwaaide van volledige controle van bi-platforms door de it-afdeling naar complete vrijheid dankzij een grote variëteit van zelfservice-bi-tools. Deze trend sloot mooi aan bij de consumerization van it. Gebruikers willen zelf aan de knoppen zitten zonder een it-afdeling die in hun nek hijgt en steeds bepaalt wat wel en niet kan. Gebruikers downloaden hun tools gewoon zelf via het internet zonder dat de it-afdeling daar weet van heeft.
Geen vrijheid zonder regels
Deze zelfservicetools werden een enorm succes. Op allerlei plekken in organisaties gingen individuele werknemers met de tools aan de slag en analyseerden een veelheid aan data. Maar op een bepaald moment ging de slinger weer meer terug in de oorspronkelijke richting. Het werd steeds duidelijker dat complete vrijheid op het gebied van bi zijn beperkingen had. Net als in het gewone leven is vrijheid een essentieel gegeven, maar begrijpt ook iedereen dat vrijheid zonder regels niet mogelijk is. Dit gegeven was in de wereld van totale vrijheid uit het oog verloren. In deze ‘mebi’-wereld (persoonlijke bi) analyseerde de individuele werknemer data zonder enig verband met wat er in de rest van de organisatie gebeurde. Niemand checkte of hij of zij de juiste logica gebruikte en of de conclusies wel klopten.
De nadelen daarvan waren aanleiding voor de opkomst van wat we ‘webi’, ofwel bedrijfsbrede bi noemen. Met webi combineer je het beste van twee werelden en creëer je een collaboratief bi-platform. Een dergelijk platform brengt zakelijke gebruikers en de it-afdeling samen in een omgeving die én zelfservice én gestructureerd is.
Dit zijn de onderdelen van zo’n platform:
– Een servergeoriënteerde architectuur zonder datasilo’s die de onderlinge samenwerking beperken. Silo’s scheiden de gebruikersdata, waardoor makkelijk verschillende interpretaties ontstaan. Met een webi-benadering creëert een organisatie een groepsmodel in plaats van een individueel model. Alle content wordt opgeslagen op een centrale server en niet op individuele desktops. Een gemeenschappelijke taal zorgt voor samenwerking en context.
– Een ‘governed’ benadering met gedeelde businesslogica, data-modeling en content via elk device. Op deze manier kan een organisatie data veilig delen en is bedrijfsbreed samen te werken aan analyses.
– It en de zakelijke gebruiker werken nauw samen op basis van een gemeenschappelijk scenario dat zakelijke gebruikers, zaakdeskundigen, beslissers en bi-ontwikkelaars omvat. Deze laatsten krijgen van de overige betrokkenen relevante details en context; it zorgt vervolgens voor een gestandaardiseerde basis waar gebruikers op voort kunnen bouwen.
Slinger terug naar het midden
Door te kiezen voor een gestructureerde, ‘governed’ zelfservicebenadering zijn alle gebruikers binnen een organisatie te ondersteunen met de zelfservicetools waar ze aan gewend zijn. Tegelijkertijd is de integriteit van de analyse gewaarborgd. Deze aanpak heeft zichzelf al bewezen door een snelle return, in vergelijking met de traditionele controlefilosofie en de ‘complete vrijheid’-benadering. De slinger van de klok bevindt zich nu in het midden en zal daar ook blijven, omdat webi nu eenmaal betere analyses oplevert dan mebi.
David Brierley, vice president Emea. Azië, Pacific en Japan bij Pyramid Analytics