Datacenters staan onder een enorme druk. Door ontwikkelingen als internet of things (IoT) en de cloud, zijn veel organisaties voor hun core business afhankelijk van een 'always on'-dienstverlening. Downtime brengt daarom enorme schade toe aan veel organisaties. Maar veel rekencentra kunnen dat gewenste serviceniveau niet garanderen. Dat dwingt tot het zoeken naar oplossingen.
De cijfers liegen niet: maar liefst 82 procent van alle commerciële datacenters kampt met een zogeheten ‘beschikbaarheidskloof’. Dat is het verschil tussen de uptime die organisaties nodig hebben en hetgeen ze daadwerkelijk kunnen leveren. Een onvoldoende dienstverlening is natuurlijk allesbehalve prettig voor zowel de klant als het datacenter. Niet voor niets staat het aanpakken van die kloof voor 93 procent van de rekencentra hoog op de agenda.
Die kloof komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Het is het resultaat van een toenemende druk, voornamelijk veroorzaakt door het groeiend aantal apparaten met een ip-adres. Niet langer zijn het alleen servers en pc’s die onderling communiceren. Maar bijvoorbeeld ook sensoren, wearables, machines en robots wisselen steeds vaker onderling data uit. En de groei zet door: in 2020 zijn naar verwachting 26 miljard apparaten verbonden die voor een goede werking afhankelijk zijn van continue toegang tot het datacenter. En organisaties zijn op hun beurt weer steeds afhankelijker van die internet of things-functionaliteit.
Grote kosten
Uitval van datacenters leidt vaak vrijwel automatisch tot grote kosten. Per gebeurtenis gaat het gemiddeld om zo’n 625.000 euro, zo blijkt uit onderzoek van het Ponemon Institute. Gemiddeld kost een minuut downtime 7125 euro, zo becijferden de onderzoekers. Prijzig, zeker als je bedenkt dat een gemiddelde storing 86 minuten duurt. Dan laten we de indirecte en lastiger meetbare zaken als imagoschade nog buiten beschouwing.
Menselijk falen, of toch niet?
Een groot deel van die storingen is te wijten aan menselijk falen. Volgens onderzoekers van IDC is dat de oorzaak van maar liefst 47 procent van alle downtime. Dat valt de medewerkers op de vloer overigens niet altijd te verwijten. Vaak hebben zij ook simpelweg onvoldoende zicht op wat er precies speelt en moeten zij werken met verouderde beheertools. Die leveren op zijn best een fragmentarisch in plaats van holistisch inzicht in alle activiteiten op de datacentervloer.
Veel datacenterbeheeroplossingen behandelen stroom, it-componenten en netwerkverbindingen als aparte onderdelen, zonder recht te doen aan hun onderlinge afhankelijkheid. Verkeerde beslissingen en dus downtime zijn dan haast onvermijdelijk, maar niet te wijten aan verwaarlozing of onoplettendheid. Ze kunnen simpelweg niet beter, het ontbreekt hen aan het inzicht om op de juiste moment de juiste acties te nemen.
Dcim
Gelukkig zijn er de laatste jaren belangrijke stappen gezet op het gebied van datacenterbeheer. Dcim-oplossingen maken een integraal beheer van it en infrastructuur mogelijk. Een krachtige dcim-oplossing biedt het voor een goed beheer zo nodige holistische inzicht. Het controleert continu de operationele beschikbaarheid, zodat datacentermedewerkers direct kunnen anticiperen wanneer er gevaar dreigt voor de continuïteit.
Een andere zeer gewenste functionaliteit in een krachtig dcim-pakket is de mogelijkheid om zogeheten ‘what-if’-scenario’s te draaien. Zodat medewerkers beter de consequenties van hun beslissingen overzien. Dat voorkomt foute keuzes die tot uitval leiden. Bij eventuele uitbreiding van het datacenter kunnen zij gebruikmaken van planning & capacity-tooling, wat risico’s tot een minimum reduceert.
Trendanalyses
Ook trendanalyses helpen bij het voorkomen van problemen. Met trendanalyses hebben beheerders een instrument in handen om piekbelasting te voorspellen en daarop te anticiperen. Door het analyseren van patronen uit het verleden en die inzichten te combineren met wat ‘real-time’ gaande is, kunnen algoritmen bepalen wanneer piekbelastingen zich voordoen. Met die informatie kunnen beheerders anticiperen en plotselinge toename in verkeer opvangen zonder dat het resulteert in downtime.
Natuurlijk kan een dcim-oplossing downtime nooit helemaal voorkomen. Maar het helpt wel de uitval te vermijden die door verkeerde beslissingen is veroorzaakt. Simpelweg omdat datacenterbeheerders hiermee een krachtig instrument in handen hebben, waardoor zij beter gefundeerde beslissingen kunnen nemen en beter in staat zijn te anticiperen op piekbelasting en dreigende uitval. Dat alles verkleint de beschikbaarheidskloof en helpt daardoor in de strijd tegen downtime, ontevreden klanten en torenhoge kosten.