Op 8 april 2014 staakte Microsoft na twaalf jaar de ondersteuning voor Windows XP. Sinds deze last-date-of-support worden geen beveiligingsupdates meer uitgebracht en is er ook geen technische ondersteuning meer beschikbaar voor dit besturingssysteem. Niet alleen software gaat end-of-life, ook hardware moet er vroeg of laat aan geloven. Als it-managers dergelijke beslissingen niet weloverwogen nemen, liggen megaverspillingen op de loer.
De status last-date-of-support komt nooit zomaar uit de lucht vallen. Meestal wordt deze voorafgegaan door vijf mijlpalen in de productlevenscyclus van netwerkapparatuur. End-of-life, end-of-sale, end-of-new-service, end-of-software maintenance releases en end-of-contract renewal, het klinkt technisch, maar het zijn gewoon marketingtermen, maar wel met consequenties.
Zo betekent de status end-of-sale dat alle marketingactiviteiten voortaan worden toegespitst op de opvolgers van het product. Ondertussen betalen ondernemingen nog wel voor lopende service- en onderhoudscontracten. In de laatste jaren van de meeste oem-contracten realiseren ondernemingen zich niet dat ze geen software-updates meer krijgen. En wanneer de last-date-of-support nadert, is het aanschaffen van nieuwe hardware voor veel it-managers de enige optie om verzekerd te blijven van ondersteuning.
MTBF
Het staken van de verkoop is een logische stap in de levenscyclus van producten. Zo wordt netwerkapparatuur, zoals switches en routers, doorgaans binnen een periode van drie tot vijf jaar afgeschreven. In de meeste gevallen hangt dit samen met het end-of-life-beleid van de leverancier. Maar de meeste netwerkapparatuur kan, net als je auto, technisch veel langer mee, zonder dat je onverantwoorde risico’s neemt. Doorslaggevend voor de beslissing om hardware te vervangen is onder meer de mean time between failure’s (mtbf’s). Mtbf’s van enkele tientallen jaren zijn eerder regel dan uitzondering.
Switches die zijn gefabriceerd door Cisco hebben bijvoorbeeld mtbf’s van wel meer dan dertig jaar. Maar wat is de relevantie van een mbtf van 22 jaar als leveranciers dwingend voorschrijven de hardware al na vijf jaar te vervangen? Kortom: op het end-of-life-beleid van aanbieders van netwerkapparatuur valt het nodige aan te merken. Hetzelfde geldt voor service- en onderhoudscontracten. Volgens Gartner nemen de totale jaarlijkse onderhoudskosten zo’n 15 tot 25 procent van de totale it-kosten voor hun rekening. Het loont dus al snel om deze contracten regelmatig kritisch tegen het licht te houden. Minder kritische componenten behoeven misschien helemaal geen service- en onderhoudscontract.
Irrationeel
Uit onderzoek van Forrester Consulting blijkt dat slechts 21 procent van de it-managers bij de onderhandelingen met de oem overweegt om een service- en onderhoudscontract te sluiten bij een onafhankelijke derde partij. Dit gedrag is irrationeel, zeker als je bedenkt dat diezelfde managers verre van tevreden blijken te zijn over de geleverde prestaties op basis van de contractuele afspraken.
Zo klaagt 29 procent over de commerciële druk die leveranciers uitoefenen om nieuwe apparatuur aan te schaffen. Een derde van de respondenten is vooral teleurgesteld omdat de beloofde kostenbesparingen niet worden gehaald. 18 procent geeft aan dat de leverancier niet in staat is om snel op veranderende business-eisen te reageren. En een kwart van de respondenten vindt dat leveranciers een star prijsmodel hanteren, of niet flexibel reageren op vragen van de onderneming.
Hybride benadering
It-managers kunnen in theorie in een vroegtijdig stadium herkennen wanneer de leverancier aanstuurt op vroegtijdige buitengebruikstelling van netwerkapparatuur. Netwerk- en storageleveranciers zoals Arista Networks, Brocade, Cisco, Dell, HP en NetApp publiceren voortdurend end-of-life aankondigingen, maar it-managers missen de ‘notices’, die soms diep zijn weggestopt ergens in de website. Voor een individuele it-manager is het ondoenlijk om voor elk access point uit de Cisco Aironet 1100 Series, voor elke next-generation firewalls uit de Cisco ASA 5500-X Series, of voor elke switch uit de Cisco Catalyst 3560 Series, dagelijks de status updates bij te houden.
Bij telecomproviders en grote financiële instellingen bestaat het it asset management al gauw uit tienduizenden of honderdduizenden verschillende netwerkcomponenten. Gemakshalve varen it-managers daarom blind op de inzichten en aankondigingen van de leveranciers. Maar die zijn verre van objectief en laten geen ruimte voor alternatieve dienstverleners, die vaak goedkoper hetzelfde service en onderhoud voor hun rekening kunnen nemen. Door alles bij één leverancier in te kopen ontstaan de beruchte vendor lock-ins. Daarom pleiten ik en mijn collega’s al jaren voor een hybride benadering, waarbij op basis van een uitgebreide Lifescan per afzonderlijke netwerkcomponent objectief wordt beoordeeld wat bedrijfseconomisch gezien de meest verstandige beslissing is.
Lifescan is een analysetool die alle bedrijfskritieke en secundaire netwerkcomponenten in kaart brengt (inclusief alle daarmee corresponderende lopende onderhouds- en servicecontracten). De informatie wordt gerangschikt aan de hand van de mijlpalen die oem’s hanteren voor de totale levensduur van de hardware. De tool komt met objectieve aanbevelingen en visualiseert in een uitgebreid rapport waar de besparingsmogelijkheden liggen.
Praktijkvoorbeelden
Zo was een e-commercebedrijf in staat om fors te snijden in de operationele uitgaven, die werden besteed aan de service op meer dan honderdduizend netwerkapparaten, door te kiezen voor het hybride model. In combinatie met het oprekken van de productlevenscyclus wordt jaarlijks meer dan vier miljoen dollar bespaard op de Opex. Een provider van communicatiediensten voerde een hybride netwerkstrategie uit door zowel nieuwe als gebruikte hardware in te zetten voor de in totaal zestig kantoren wereldwijd. Het ging in totaal om vijfduizend verschillende apparaten. Voor de meeste vestigingen zijn servicecontracten afgesloten met de garantie om reparaties binnen één werkdag op locatie uit te voeren. Voor de afgelegen vestigingen werden reserveonderdelen op de plank gelegd die, zodra dat nodig is, direct gebruikt kunnen worden. Door samen te werken met een leverancier van gebruikte hardware-apparatuur en onderhoudsdiensten, slaagde de provider er in om bijna vijf miljoen dollar te besparen op de uitgaven aan hardware en servicekosten.
Oem’s en aanbieders van pre-owned apparatuur en externe onderhoudscontracten kunnen prima naast elkaar leven. Hybride modellen hebben de toekomst. Alleen goed geïnformeerde it-managers zijn echter in staat om alle proposities op de merites te beoordelen. Door gebruik te maken van objectieve tools maximaliseren ze het rendement op hun it-assets. Het is de enige manier om megaverspillingen te voorkomen.
Er komt ongetwijfeld een moment dat de winst die binnen 3 tot 5 jaar behaald kan worden met het vervangen door verbeterde techniek geen interessante business case meer maakt. Ik denk dat voor een aantal IT gerelateerde zaken dat moment er bijna is – en op basis van wat er in dit artikel staat is dat waarschijnlijk al zo. En dan zal de spullenboel vanzelf weer wat langer meegaan, omdat er dan weer een ander verdienmodel ontstaat. Tenzij we inmiddels alleen nog maar toepassingen kunnen aanschaffen die gewoon na enkele jaren kapot gaan. In andere sectoren zoals wit- en bruingoed, automobielbranche is dat tenslotte ook gebeurd. Een beetje wasmachine is na 5 tot 10 jaar op, maar de Miele van oma draait na 30 jaar nog steeds zijn wasjes, om maar niet te spreken van de Volkswagen van opa.
MTBF van wasmachines is afhankelijk van de intensiviteit van gebruik, eenmaal per week een wasje draaien of tweemaal per dag maakt nogal een verschil. Het gaat hier namelijk dus om statistiek waarin de draaiuren en de condities bepalend zijn.
Dat wil niet zeggen dat alles nieuw moet zijn maar later een galvanische migratie doen kan economisch nog weleens onvoordelig uitpakken, het idee dat alles even eenvoudig te vervangen is blijkt nog weleens een misvatting als we het begrip Field Replaceable Units (FRU’s) onder de loep nemen.
@Ewout
Voor wasmachines heb je gelijk, onze miele begaf het na 12 jaar maar liep 2 a 3 maal per dag.
Echter netwerkkomponenten hebben geen mechanische onderdelen en ook geen slangen met water. Dus “intensief gebruikte routers” zullen mijns inziens niet sneller slijten als je op schone netspanning en konstante temperatuur let.
Hoe zou de situatie worden als SDx (Software Defined xx) zich verder ontwikkeld waardoor de onderliggende hardware geen waarde meer heeft?
Kijk naar Open Computing Project (OCP)van Facebook. Alles is gebaseerd op domme hardware met slimme softwarelaag er bovenop.
================
Game changers
Facebook has initiated the Open Computing Project (OCP) some years ago. It constitutes an open source project using open source software. This concept could be seen as a disruptive product, which might seriously endanger the business model of large infrastructure suppliers, such as HP, DELL and IBM. The market of the datacentre infrastructure consists out of 77% hardware and 23% software, with a total turnover of 114 billion dollars (source: Synergy Research Group). The OCP concept opens fire on both the hardware and software market shares. The concept is ought to be so powerful that Microsoft, HP, DELL, and IBM have (forcefully) joined this alliance. An OCP bases datacentre is significantly less expensive to run, it encloses very effective features and is economic concerning the use of energy and other resources such as hardware and software
@Reza Sarshar, je spreekt alsof we hardware welicht beter helemaal kunnen opdoeken. Er zijn managers die zoiets kunnen voorstellen.
Domme hardware met een slimme softwarelaag erop is ook al erg relatief.
Domme hardware impliceerd bv ook geen memorymanagement, geen diskcache, geen hardware raid… ofwel het performt niet.
De kracht van virtualisatie is juist opgebloeid door inteligente hardware.
@Pascal,
Zo dacht ik ook eerder! Ik stel voor eerst beetje kennis te maken met dit concept (OCP) voordat je met verdere reactie komt. Hierna kun je zelf tot conclusie komen hoe dom de hardware mag zijn 😉
Er zijn eisen in dit concept aan de Cloudline servers gesteld maar dat is meer voor de standaardisatie van de onderste laag (lees hardware). De hardware dient bepaald niveau van configuratie en intelligentie te hebben maar dat betekent niet dat de hardware mee hoeft te gaan met de laatste lijnen, ontwikkeling en serie van de leverancier.
Facebook gebruikt zelf een zeer eenvoudige hardwarelijn van een Chinese leverancier.
De servers zijn in dit geval:
1- eenvoudig 25% voordeliger,
2- lange weg te gaan tot hun end-of-life