Bedrijven blijven worstelen met innovatie nu traditionele r&d-modellen niet meer lijken te voldoen. Dit blijkt uit internationaal onderzoek door Altimeter Group en Capgemini Consulting. Zij keken naar de inspanningen van de innovatiecenters van ’s werelds tweehonderd grootste ondernemingen. Het rapport stelt dat de benadering van digitale innovatie aan het veranderen is.
Uit het rapport ‘The Innovation Game: Why and How Businesses are Investing in Innovation Centers’ blijkt dat vooral gevestigde bedrijven, en r&d-teams in het algemeen, onvoldoende in staat zijn om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van het ‘digitale Darwinisme’. Daarom zoeken bedrijven naar mogelijkheden om fysieke innovatiecentra te openen in grote internationale technologiehubs zoals Silicon Valley, zodat zij beter gebruik kunnen maken van het bestaande ecosysteem van start-ups, venture capitalists, accelerators, levaranciers en academische instellingen.
Digitale disruptie
Technologiehubs zijn de favoriete locaties voor het opzetten van innovatiecenters: 60 procent van de bedrijven hebben een centrum opgezet in Silicon Valley. Ook zijn er andere hubs in opkomst; de top tien van steden in het onderzoek vertegenwoordigen slechts 33 procent van alle innovatiecenters. De Verenigde Staten en Europa hebben het grootste aandeel met 29 procent van alle innovatiecenters op de voet gevolgd door Azië met 25 procent. Productiebedrijven vormen de meest innovatieve kopgroep met 58 procent. Financiële dienstverleners zitten op 28 procent ondanks het feit dat zij wellicht de meeste druk voelen van digitale disruptie.
‘Innovatie was nooit eerder zó belangrijk en tegelijkertijd zó moeilijk voor ‘s werelds grootste organisaties’, meent Brian Solis, principal analyst bij Altimeter Group. ‘We bevinden ons in een wereld waar disruptie alomtegenwoordig is en waar digitaalvaardige concurrenten de meer gevestigde bedrijven in hun wezen bedreigen. Zij merken dat hun eens zo betrouwbare en vastomlijnde routes naar innovatie doodlopende wegen zijn.’
Wendbare start-upmentaliteit
‘Veel organisaties omarmen innovatie door samenwerking met of overname van een technologische start-up’, zegt Jerome Buvat, global head of research bij Capgemini Consulting. ‘Maar dat is een eenzijdige focus. Ook innovatiecentra blijken een beproefd middel om een wendbare start-upmentaliteit te cultiveren die nodig is om voorop te lopen in de markt. Maar het neerzetten van een effectief innovatiecentrum kent uiteraard ook de nodige uitdagingen.’
Altimeter en Capgemini Consulting hebben de inspanningen van innovatiecenters van de tweehonderd grootste ondernemingen ter wereld in vijf sectoren onderzocht: autoindustrie, telecommunicatie, financiële dienstverlening, consumentengoederen en detailhandel. Daarnaast zijn interviews afgenomen met leidinggevenden, verantwoordelijk voor innovatie bij grote bedrijven. De belangrijkste onderzoeksgebieden van de centers zijn technologieën als mobility (63 procent) en big data/analytics (51 procent). Minder volwassen technologieën zoals 3D-printing (5 procent), virtual reality (13 procent) en robotics (13 procent) hebben minder prioriteit qua onderzoek.
Typen innovatiecenters
Innovatiecenters zorgen voor het genereren van nieuwe ideeën en het versneld implementeren ervan, het aantrekken nieuw talent, het verhogen van werknemersbetrokkenheid en het versterken van de samenwerking met start-ups. De vier belangrijkste typen innovatiecenters zijn In-house Innovation Labs, University Residence, Community Anchor en Innovation Outposts.
‘De komst van bloeiende technologiehubs, en de mate waarin nieuwe digitale toetreders bestaande markten meedogenloos verstoren en innoveren, heeft een innovatie-ecosysteem gecreëerd waarin traditionele organisaties nieuw potentieel kunnen aanboren’, concludeert Fernando Alvarez, global chief digital officer van Capgemini Consulting. ‘Door de cultuur en aanpak van innovatiecenters te combineren met hun eigen financiële slagkracht en klantenbasis, hebben traditionele organisaties een uitstekende basis om te innoveren en hun bestaande mogelijkheden te vernieuwen.’
R&D is een probleem voor de meeste managers die worden gestuurd op opbrengsten (lees: er moet winst gemaakt worden).
R&D is namelijk een investering die niet gegarandeerd een positief resultaat op de investering geeft. R&D is vaak een meerjaren-project waar bij voorkeur de beste mensen op moeten worden gezet. Als je als bedrijf liever de beste mensen inzet op een opdracht bij klanten (want dat brengt wel geld in het laatje) en R&D opdrachten belegt bij mensen die tijdelijk op de bank zitten kost het je stukken minder en krijg je minder gezeur van jouw eigen manager. Ditzelfde gaat op voor anderssoortige bedrijven. Of je een medewerker inzet op een project dat direct bijdraagt aan de winstgevendheid of serviceverlenging van het bedrijf (lees in het laatste geval: levert direct of indirect een bijdrage aan de winst) of dat je een werknemer laat “hobbyen” aan iets onduidelijks waarvan je als manager niet weet wat het doet of wanneer het eindelijk iets gaat opleveren… Het probleem blijft hetzelfde: als manager wordt je afgerekend op winst, hobbyen is geen winst, dus niet doen.
Dat R&D in dat geval niet veel of niets opbrengt en/of de innovatie stokt is op dat moment niet jouw probleem: jij wordt gestuurd op winst, en dat bereik je met mensen bij de klant (of op een project) inzetten.
Als je in dat geval als bedrijf een briljant idee hebt en je werknemers vraagt in eigen tijd werken aan R&D projecten te werken, moet je maar geluk hebben dat ze dat gaan doen. Je werknemers hebben ook nog een privéleven en zouden wellicht daaraan de voorkeur geven. Er is namelijk maar zoveel wat je kunt vergoeden met geld (als je die uren tenminste uitbetaalt).
Ik kan niet spreken voor elk bedrijf of elke manager, maar het feit blijft dat R&D een serieuze business is waar je serieus mee moet omgaan. R&D is een investering waarvan je maar moet afwachten of het iets opbrengt en je kunt het heel slecht plannen. R&D projecten zijn typisch projecten die “eeuwig” bijna af zijn, of “eeuwig” opstarten. Soms brengen R&D projecten iets heel anders op dan eerst voor ogen was – en in die gevallen moet je dat gewoon accepteren en daarmee verder gaan.
Het is weinig bedrijven gegeven dat soort van luxes er op na te houden tegenwoordig.
Ik zie juist dat grote bedrijven zoals in de bouw of spoor veel geld over de balk smijten omdat ze denken dat ‘innovatie’ hetzelfde is als ‘spelen met google glass’. Leuk voor publiciteit maar het rendement is onder nul, want de conclusies die zij trekken zijn al veel eerder getrokken door bedrijven voor wie mobility een core business is.
Wat dat betreft is het denk ik juist veel beter dat ze samenwerken met startups. Dat leidt niet alleen tot betere innovaties, maar is ook beter voor de economie.