Veel eindgebruikers benutten daadwerkelijk tussen de 40 en 60 procent van de zakelijke softwarefunctionaliteiten. Dat blijkt uit onderzoek van NovioData in opdracht van Info Support. Volgens het rapport zouden it-managers een te rooskleurig beeld hebben van het gebruik van zakelijke software door de business.
NovioData ondervroeg voor het onderzoek 250 it-verantwoordelijkheden en driehonderd eindgebruikers van bedrijfssoftware. Daarbij stonden drie onderzoeksvragen centraal. Zo wilde Info Support graag weten hoeveel procent van de ontwikkelde functionaliteiten daadwerkelijk wordt gebruikt door eindgebruikers? Hoe eindgebruikers de it-oplossingen en de daarbij horende functionaliteiten binnen hun organisatie ervaren (missen ze functionaliteiten, of hebben ze juist de beschikking over overbodige functionaliteiten)? En hoe de kosten voor ontwikkeling en beheer in verhouding staan met de voordelen die eindgebruikers krijgen?
Aan beide groepen werd gevraagd hoeveel procent van de aangeboden functionaliteiten daadwerkelijk wordt gebruikt. 32 procent van de eindgebruikers benut tussen de 40 en 60 procent van de functionaliteiten van de software die ze tot hun beschikking hebben, terwijl de it-afdeling verwacht met 34 procent dat het zwaartepunt van het gebruik hoger ligt, namelijk tussen de 60 en 80 procent.
Het verschil kan volgens het rapport voor een deel worden verklaard door het niet betrekken van eindgebruikers bij het ontwikkeltraject van software. Op de stelling ‘Eindgebruikers worden lang niet altijd betrokken bij het ontwikkeltraject van software’ antwoordt 31 procent (helemaal) mee eens.
Softwareontwikkeling
Het onderzoek ‘Zakelijke software. Waar betalen we eigenlijk voor?’ laat ook zien dat de aanschaf, ontwikkeling, beheer en het onderhoud van software een groot deel van het budget en de tijd van de it-afdeling opslokt. Van elke euro die it uitgeeft, gaat 79 cent naar software. 74 procent van de tijd wordt aan software besteed.
‘Dit onderzoek laat zien dat er nog vaak functionaliteiten worden aangeboden, omdat ze nu eenmaal beschikbaar zijn, zonder dat er wordt nagedacht over de vraag of eindgebruikers er eigenlijk wel op zitten te wachten’, aldus Henk van der Pol, unitmanager Cloud Applicaties bij Info Support. ‘Als je bedenkt dat deze taken een groot deel van de tijd en het budget van it opslokken, dan is er nog veel verbetering te halen. Als ook maar een kwart van overbodige functionaliteiten niet meer zou hoeven worden beheerd en onderhouden, zou dat een grote besparing betekenen.’
Agile aanpak
Volgens Van der Pol is het een mogelijke oplossing om eindgebruikers in een vroeg stadium van de softwareontwikkeling te betrekken om overbodige functies te voorkomen. ‘De zogeheten Agile-aanpak. Een methode om ervoor te zorgen dat eindgebruikers voortdurend worden bediend in hun wensen en behoeftes, is Continuous Delivery. Nieuwe features worden kort-cyclisch ontwikkeld en geleverd aan de eindgebruiker. Hierin is voor it-afdelingen nog veel winst te halen.’
Interessant onderzoek en interessante uitkomsten.
De uitkomsten lijken in lijn te liggen met het beroemde onderzoek uit 2002 van de Standish Group: 64 percent of features in products are “rarely or never used.”
Deze uitkomst wordt zeer vaak geciteerd, vooral door liefhebbers van Agile en Scrum (waar ik mezelf ook onder reken). Het zwakke punt van het onderzoek van de Standish Group is echter dat men nooit de onderzoeksdata heeft prijsgegeven. Kortgeleden heeft Mike Cohn uit weten te zoeken dat deze studie gebaseerd is op slechts 4 applicaties die intern werden gebruikt bij de Standish Group. Dat zet die spectaculaire conclusie toch in een ander daglicht.
(Artikel Mike Cohn: https://www.mountaingoatsoftware.com/blog/are-64-of-features-really-rarely-or-never-used)
In jullie artikel wordt gelukkig meer informatie prijsgegeven over het aantal deelnemers. Maar ook hier ben ik erg benieuwd naar de opzet van het onderzoek:
– Hoeveel verschillende applicaties werden meegenomen?
– Applicaties van hoeveel verschillende software-leveranciers?
– Het onderzoek toont een verschil aan in de beoordeling tussen eindgebruikers en it-managers, maar hoe stelt men vast dat de eindgebruikers ‘gelijk’ hebben? Is er ook echt gemeten hoeveel van de functionaliteiten worden gebruikt?
@Marc,
Oninteressant onderzoek met voorspelbare resultaten (it geeft geld uit aan software, duh). Infosupport laat weten dat klanten via hun de software krijgen waar ze om vragen tegen lage prijs. Ook niet echt onverwacht. Agile en Continuous delivery zijn de toverwoorden.
In het artikel terloops nog even op dezelfde manier toegepast op zowel een regulier bedrijf met IT support afdeling en een bedrijf dat software als verkoopbaar product levert. Compleet met alle denkbare termen waar managers gevoelig voor zijn. “budgetten van it opslokken”, “overbodige functionaliteit”, “winst te behalen”.
Ben zo blij dat ik niet in een auto rij die Agile ontwikkeld was. Rij je met je kort cyclisch geproduceerde lean bolide 2.0 tegen boom. Ow ja, goeie rem was ook nuttig en airbag. Hadden de ontwikkelaars vast al lang voorgesteld, maar staat nog in de backlog voor als de klant er ooit om vraagt. Wellicht iets voor volgende sprint.
Dank voor je reactie, Marc. In de eerste plaats zijn we ook 13 jaar verder na het onderzoek van de Standish Group, en zou ik me zo voor kunnen stellen dat software inmiddels beter aansluit op de wensen van eindgebruikers. ‘User experience’ was nu eenmaal nog niet zo belangrijk in 2002 als nu.
Het onderzoek meet inderdaad niet of eindgebruikers hun eigen gebruik goed inschatten. Of eindgebruikers wel een realistisch beeld hebben van hoeveel functionaliteiten ze daadwerkelijk gebruiken? Goede vraag. Het is en blijft natuurlijk een inschatting maar ik denk dat de software die ze gebruiken meer functionaliteiten heeft dan de meeste eindgebruikers kennen. Als hun inschatting dus al verkeerd is, dan vermoed ik dat die inschatting eerder te hoog is dan te laag. Dat zou dus beteken dat het percentage dat ze gebruiken in de praktijk eerder lager ligt dan we hebben onderzocht, dan hoger. Maar dat is slechts nattevingerwerk.
Verder hebben we de respondenten gevraagd om een gemiddelde te geven van alle specialistische software die ze gebruiken op het werk: de exacte omschrijving was ‘software voor bepaalde disciplines of afdelingen binnen uw bedrijf zoals administratieve software, boekhoudprogramma’s of CRM-systemen’.
Het zou misschien interessant zijn om in een vervolgonderzoek specifieker in te gaan op verschillende soorten applicaties en verschillende leveranciers. Echter, elke organisatie is anders en gebruikt andere applicaties. Meer van belang is het daarom nog dat met name de IT ontwikkelaars zich van dit aspect bewust zijn en methoden gaan vinden om onnodige functionaliteit te voorkomen. En ook om ongebruikte functionaliteit uit te faseren en niet te blijven onderhouden. Een onderzoek blijft maar een onderzoek, het dient in praktijk gebracht te gaan worden. Als we over 10 jaar dit onderzoek weer doen zou het mooi zijn als het niet gebruikte deel verwaarloosbaar klein is geworden.