Maandag verscheen in verschillende media het nieuws dat heel veel scholen kampen met langzaam internet. Hierdoor dreigen de komende jaren negenhonderdduizend leerlingen verstoken te raken van modern onderwijs, stelt de PO-raad, het orgaan dat de belangen van het basisonderwijs behartigt. De PO-raad roept het Rijk, de provincies en de gemeenten op werk te maken van het aansluiten van alle scholen op glasvezelnetten voor snel internet. De staatssecretaris van Onderwijs, Sander Dekker, heeft er echter nog geen middelen tegenover gezet. Wat kunnen scholen zelf al doen om hun netwerk leed te verzachten?
Wat ik slechts summier terugzag in de diverse berichtgeving van deze week, is het stuk dat over het ontbreken van adequate Wi-Fi-netwerken op de scholen zelf gaat. Je kunt een school wel aansluiten op het allersnelste glasvezelnetwerk, maar als het eigen netwerk van de school een bottleneck vormt, dan zal dat weinig zoden aan de dijk zetten. Uit onderzoek blijkt onder meer dat één op de dertien scholen helemaal geen Wi-Fi-netwerk heeft. Van de scholen die dat wel hebben, geeft een derde aan dat het signaal niet in de hele school te ontvangen is. Op dit punt kunnen scholen natuurlijk zelf al een enorme winst boeken.
Weinig invloed
Als school heb je weinig invloed op de verbinding die er bij jou in de straat ligt. Je kunt er echter wel voor zorgen dat je eigen netwerk up-to-date en toereikend is voor het digitale onderwijs van nu. Maar hoe kun je het netwerk aan jouw kant van de muur optimaal inrichten? Bij de meeste scholen ontbreekt de specialistische kennis om dit vraagstuk adequaat op te lossen en is het budget beperkt.
Veel scholen kiezen daarom voor een leaseconstructie, waarbij je iedere maand een vast bedrag betaalt per access point. Het probleem is dan echter dat je afhankelijk bent van je contract. Werkt het niet helemaal zoals je wilt en besluit je naar een andere oplossing te gaan zoeken, dan moet je weer helemaal vanaf nul beginnen. Een andere optie is een reseller, die je helpt bij de inrichting van je netwerk. Maar hoe weet je dan zeker dat je ook echt de beste oplossing krijgt aangeboden?
Er zijn veel vragen die beantwoord moeten worden voor je zeker weet dat je een optimale netwerkoplossing in huis haalt. Hoe groot is de locatie? Zijn er obstakels, zoals bijvoorbeeld dikke muren, die een goede Wi-Fi-ontvangst in de weg staan? Wie gaat het netwerk gebruiken? Hoeveel bandbreedte vereist de door de school gekozen leermethode?
Op scholen zijn doorgaans verschillende gebruikersgroepen met verschillende behoeften en verschillende toegangsrechten. Hier moet je rekening mee houden bij het inrichten van je netwerk. Je wilt bijvoorbeeld niet dat leerlingen tijdens een toets met digitale middelen geen toegang tot het netwerk hebben omdat de bandbreedte verkeerd verdeeld wordt.
Informatieleemte bij scholen
Tijdens mijn werk constateer ik regelmatig deze informatieleemte bij scholen. Dat is dan ook de reden dat wij organisaties standaard een vrijblijvende Wi-Fi-scan aanbieden, waarmee wij advies op maat kunnen leveren voor een oplossing die aansluit op de behoeften. We meten de locatie op bereik en obstakels en we brengen het gebruik en de gebruikersgroepen in kaart, zodat we precies weten wat er nodig is voor een optimaal functionerend en storingsvrij netwerk. Daarna brengen wij, nog altijd vrijblijvend, een advies uit, waarna de school of organisatie kan besluiten om met ons in zee te gaan of toch nog even verder te kijken.
Ik zou scholen in ieder geval willen aanraden om zich vooraf op een degelijke manier te laten adviseren door een ervaren partner, voor zij voor een specifieke oplossing kiezen. Zo kun je er voor zorgen dat het netwerk in de juiste segmenten wordt ingedeeld, dat de dekking voldoende is en dat er rekening wordt gehouden met de snelheidsbehoefte per cliënt. Generieke leaseconstructies zijn namelijk precies dat: generiek. Ze houden doorgaans geen rekening met specifieke, afwijkende behoeften.
Daarom raad ik scholen aan om te investeren in een netwerk op maat, dat ook echt van hen is. De aanvankelijke kosten liggen weliswaar hoger dan bij een leaseconstructie, maar op de lange termijn heeft de school ongelimiteerd profijt van een netwerkoplossing die voldoet aan de eisen en die geschikt is voor het digitale onderwijs van nu, maar ook van morgen.
De overheid hoeft slechts te faciliteren in het verzamelen en inzichtelijk maken van situaties waar het wel goed werkt en evt. het daaruit destilleren van best practices voor oud-, nieuw-, laag-, hoog-, beton-, steen- of houtconstructiebouw en daarmee de scholen die daar behoefte aan hebben te informeren. Daar is de overheid voor. Niet voor het uitdelen van een zak geld en de scholen het verder zelf uit laten zoeken, al dan niet aan de hand van vage regeltjes.
Overigens zou de overheid in veel meer gevallen zo moeten werken – dat zou een boel geld schelen.
Ik snap dat auteur business ruikt, maar als ik de verantwoordelijke bij de overheid was, zou ik vinden dat hij voor zijn beurt praat.
Beste hk,
Bedankt voor je reactie. Goed en nuttig om ook de inhoudelijke mening van anderen te horen. Jouw voorstel zou absoluut een goede stap in de richting zijn. Zodra de overheid in kaart brengt wat de uitdagingen en mogelijke oplossingen zijn, kunnen scholen zelf veel gerichter verstandige keuzes maken op basis van wat nodig (en mogelijk) is. Wellicht zitten we dan ook wel meer op een lijn dan je denkt. Ik werk als specialist in deze branche, hopelijk is het me daardoor vergeven dat ik van nature altijd onbewust business ruik ;-). Maar dat ter zijde. Belangrijker, een van de kernpunten van mijn betoog is dat specialistische kennis bij scholen vaak ontbreekt om dit vraagstuk adequaat op te lossen. En zeker met een beperkt budget benaderen scholen het netwerk dan al snel als noodzakelijk kwaad en een vervelende kostenpost. Betrouwbaar advies om een weloverwogen beslissing te nemen is waardevol. Dat bereik je zoals jij al schreef niet met een zak geld en vage regeltjes. Hoe we dat wel voor elkaar krijgen blijkt een uitdaging. Mocht je het op prijs stellen om hier een keer inhoudelijk over te sparren hou ik me aanbevolen.
Groet, Arend Karssies
“negenhonderdduizend leerlingen verstoken te raken van modern onderwijs”.
Haha, geweldig. Kampementen met langzaam internet 🙂
Elke dag lezen we hier over IT-talent-generatie-Z-Millenials.
Heb je daar een hele school van, dan lukt het blijkbaar nog niet om een suf wifi net op te zetten..
@Felix: Hahaha.. je kent dat stuk van Joup van ’t Hek over geen ontvangst? Kunnen ze gelijk niks meer.
Over het verhaal; wat ik niet begrijp is dat er niet gewoon een bureautje is dat infrastructuur voor scholen op landelijk niveau regelt.
Doe als in Frankrijk. Verbied WiFi op scholen. Denk aan de gevaren.
Voor het bekabelde netwerk: een goede lokale proxy-server kan de externe netwerkbelasting aardig verminderen, zeker als een hele klas hetzelfde op het scherm probeert te krijgen.