Wat jaren geleden begon als software-as-a-service (SaaS), ontwikkelt zich nu snel in de richting van everything-as-a-service. Bedrijven als Salesforce – een SaaS-speler van het eerste uur – hebben de weg geplaveid voor een dienstenrevolutie die zorgt voor ingrijpende veranderingen binnen it-afdelingen.
Het oude model van grootschalige investeringen in it-infrastructuur, die je in een paar jaar afschrijft, maakt langzaam plaats voor een model waarbij je diensten afneemt, net als water uit de kraan of stroom uit het stopcontact.
Nu is SaaS een redelijk overzichtelijke dienst. Je biedt op afstand bepaalde functionaliteit aan, die maximaal gestandaardiseerd is. Dat maakt het beheren van zo’n platform relatief eenvoudig. Gebruikers hebben weinig tot geen ruimte voor maatwerk. Zij voegen zich naar wat de oplossing aan functionaliteiten biedt (wat overigens in de meeste gevallen ruim voldoende is).
Dat is anders als je een stap verder wilt en bijvoorbeeld je datamanagement als dienst wilt afnemen. Je komt dan voor de vraag te staan wat je met je data doet: alles in de cloud bij een veelal Amerikaanse partij, of een mix van cloud- en on-premise-opslag? In de praktijk is dit laatste model de beste keus, omdat je zo de beschikbaarheid hoog houdt en ook niet bang hoeft te zijn voor compliance-issues.
‘As-a-Service’
Valt zo’n hybride model wel binnen de eigenschappen van ‘as-a-service’? Wat mij betreft wel. Bij ‘as-a-service’ denk je al snel aan het benutten van capaciteit buiten de eigen gebouwen. Maar dat is een te beperkte blik. Het gaat niet in de eerste plaats om locatie, maar om de dienst. Bij datamanagement-as-a-service (DMaaS) is het bijvoorbeeld goed mogelijk om een volledige back-upvoorziening on-premise bij de organisatie in te richten en deze te koppelen aan een tweede cloudomgeving. Je laat de beide omgevingen vervolgens als beheerde dienst over aan een gespecialiseerde partij die afrekent op basis van gebruik. De lokale omgeving dient als primaire backup en levert voldoende snelheid voor effectieve backups en restores. De cloudomgeving is ideaal als disaster recovery-voorziening.
Een dergelijk model levert verschillende voordelen op. In de eerste plaats heb je zelf geen zorgen meer over de backups. Backups staan in de regel niet erg hoog op de agenda van de it-afdeling. Pas als het een keer misgaat, komt het besef hoe belangrijk een gedegen backup-proces is. Door dit uit te besteden aan een gespecialiseerde partij, heb je de zekerheid dat het goed gebeurt. Een tweede voordeel is dat je je tape-activiteiten kunt afbouwen. Tape is relatief arbeidsintensief en routinematig.
Als je daar mee kunt stoppen, is er voor beheerders meer tijd om zich te richten op inhoudelijker werk. Verder is dit model ook kosteneffectiever, doordat de serviceprovider meer schaalgrootte heeft en resources deelt. Maar het belangrijkste voordeel is wellicht, dat je bij een calamiteit heel snel weer online bent, doordat de backup-data al beschikbaar is bij de serviceprovider en door de it-omgeving teruggezet kan worden.
Kortom, met name een DMaaS-oplossing kan ingezet worden in een hybride omgeving, of wanneer er behoefte is aan lokale backup met datarecovery in de cloud.