Software testen is geen dankbaar werk. Tegenwoordig staat het constateren van fouten en bugs centraal en door bezuinigingen is een testteam met een testmanager en fulltime testers voor een project verleden tijd. Flexwerkplekken, deeltijd werken en crossfunctionele teams zijn de huidige werknormen. Deze veranderingen hebben invloed op de testmanager, hij heeft te maken met meer werkdruk, een onstabiel team, en lastigere dagelijkse afstemming. Het is belangrijk de testmanager gelukkig te houden, maar de vraag is ‘hoe’.
Psycholoog Jonathan Freedman beweert in zijn boek ‘Happy People’ dat mensen in het algemeen gelukkiger zijn wanneer ze ‘vertrouwen hebben in hun eigen richtlijnen, geloven dat er in het leven doelstellingen zijn, en gevoel hebben dat ze dingen onder controle hebben’. Verder geeft Professor Martin Seligman van de Universiteit van Pennsylvania aan dat ‘mensen die hun zegeningen letterlijk tellen, gelukkiger zijn dan mensen die dit niet doen’. Hieronder geef ik vier ‘highlights’, die de testmanager wellicht helpen gelukkig te zijn en te behouden.
1. Wees avontuurlijk
De rol van een testmanager is omvangrijk. Het is een uitdaging om nieuwe vaardigheden te blijven (her)ontdekken en leren, en creativiteit kan helpen dagelijkse werkzaamheden interessanter te maken. Dit helpt de testmanager ook scherp te blijven op de veranderingen om hem heen. Naar mijn mening is de testmanager met een avontuurlijke instelling in het algemeen gelukkiger, omdat hij weet wat hij doet en niet bang is om fouten te maken.
2. Accepteer dat je als testmanager ook af en toe moet testen
De testmanager is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitgevoerde tests. Het is voor de testmanager aan te raden om af en toe mee te testen, in de eerste plaats vooral omdat het leuk is om te doen. Om effectief te zijn, richt hij zich op de testwerkzaamheden die nog niet uitgevoerd zijn door de tester, bijvoorbeeld de testactiviteiten die buiten het Scrum-team vallen, zoals de ketentest. Hij voert de test uit in samenwerking met eindgebruikers op basis van de business eisen op hoog niveau. De erkenning dat de testmanager over deze testkennis beschikt geeft een energie boost. Dit geeft ook aan dat het testwerk een belangrijk deel van het veranderingsproces in de organisatie is. Deze erkenning leidt tot een gelukkig en plezierig gevoel.
3. Creëer een buddy-systeem
Een buddy is een vriend die ‘vrijwillig’ een ander helpt. Het woord ‘vrijwillig’ duidt op de praktische ondersteuning die indirect in relatie staat tot het testproject, maar toch van belang is voor het succes van het testproject. De testmanager bouwt zijn netwerk binnen de organisatie volgens een buddy-systeem. Buddies willen hun kostbare tijd inzetten voor de testmanager om het testtraject succesvol te maken. Een netwerk binnen de organisatie dat gebouwd is op buddies is een laagdrempelig netwerk waar de testmanager op eenvoudige wijze de benodigde resources kan krijgen.
4. Leg concrete en meetbare doelstellingen vast
De rol van een testmanager is in de loop der jaren veranderd en zal bij iedere organisatie een andere invulling hebben. Maar het doel van de inzet van een testmanager blijft hetzelfde, namelijk de kwaliteit van testmanagement- en testprocessen regisseren.
De testmanager legt concrete en meetbare doelstellingen vast, ongeacht het managementniveau waarbij hij betrokken is. Op het Scrum-team niveau, het laagste managementniveau, is een stabiel en soepel testproces het voornaamste doel. Hier is de relatie tussen requirements en testuitvoering vastgesteld. Op projectniveau, waar meerdere Scrum-teams tegelijk actief kunnen zijn, is een robuust testbeleid een ‘must-have’ om dezelfde testaanpak te hebben en de testactiviteiten die buiten de Scrum-teams vallen op te vangen. Hierdoor zijn de productrisico’s overzichtelijk voor de projectstakeholders.
Voor een testmanager op het programmaniveau, het hoogste managementniveau, is de continuïteit en goede kwaliteit van het business proces een strategisch doel waar bedrijfsrisico’s en maatregelen voor alle business stakeholders duidelijk zijn.
Een testmanager die werkt met duidelijke doelstellingen op verschillende niveaus is in het algemeen gelukkiger op het werk, omdat hij – samen met zijn team – de uitdaging aangaat. Daarnaast geven behaalde doelstellingen munitie om draagvlak te krijgen voor de volgende opdracht of het groeien naar de volgende niveaus binnen de organisatie.
5. Heb controle
Met een concrete en meetbare doelstelling is de testmanager altijd in staat om elk moment antwoord te geven op vragen, zoals waar we naartoe gaan, waar we nu staan en wat we nog moeten doen om het doel te bereiken. Dit is het fundament van planning en control, de hoofdtaak van een testmanager.
Een testmanager die controle heeft over zijn teams en de werkzaamheden is in het algemeen gelukkiger én presteert beter. De controle verliezen levert stress op, en dit zorgt automatisch voor een ongelukkig gevoel.
6. Vier je succes momenten
Iedereen kent de uitspraak ’tel je zegeningen’, waarbij je kijkt naar wat je allemaal hebt in het leven om gelukkig te zijn. Meestal wordt er alleen maar gekeken naar wat er misgaat, terwijl er altijd goede dingen zijn waar men trots op kan zijn. Tel elke dag je succesmomenten. Het gaat niet altijd om groot resultaat, belangrijk is erkenning voor de positieve dingen die het team heeft gemaakt. In een sprint review vier je letterlijk de succesmomenten met bijvoorbeeld kleine traktaties, zoals gevulde koeken of cakejes. Daarna maak je de viering compleet door het sturen van een e-mail naar het managementteam om het goede nieuws over te brengen. Door dagelijks drie positieve gebeurtenissen te noteren wordt je enthousiaster over je werkzaamheden.
Tot slot
Mijn testmanager-carrière begon vijftien jaar geleden en ik ben nu, net als toen, gelukkig in het vak omdat ik een belangrijke bijdrage lever aan het proces van softwareontwikkeling. Wanneer mijn vrienden vragen ‘kan iedereen een softwaresysteem testen?’ antwoord ik dat een Formule-1 autocoureur ook niet hetzelfde is als een ‘gewone’ automobilist. Net als een autocoureur werkt een professionele tester systematischer en sneller. Bovendien is er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat een gelukkiger mens, en dus ook een gelukkige testmanager, beter presteert.
Okto Wahjuwibowo, testconsultant bij Bartosz
Owja vakantie, tijd voor herhalingen 🙂
maar na 1 maand is wel weer vroeg.
Ik ga alweer ruim 20 jaar mee in o.a. Test&Acceptatie, tegenwoordig vooral in projectmanagement voor High Risk & High Pressure projecten en voor Project Recovery.
En ik moet zeggen dat ik testen wél dankbaar werk vind. Waarbij gezegd moet worden dat software testen nooit op zichzelf kan staan maar altijd plaats vindt binnen een IT- en bedrijfsprocesketen.
Niet *vooraf* regelen van testen, beheer en acceptatie is garantie voor een faalproject. En dat is jammer want dan moet je het over doen.
Je hebt dus de keuze tussen het direct goed doen of het over doen of alles afblazen.
Vuistregel voor testen is dat het 40% van de projectkosten omvat. De Opdrachtgever kan dus kiezen om het geld direct uit het raam te gooien en het project maar achterwege te laten.
Of je huurt – als het eenmaal fout begint te lopen – mensen zoals ik in om het allemaal weer recht te trekken (‘Project Recovery’). Dus doe jezelf een genoegen en zet bij voorbaat een streep door projecten waarin niet op enigerlei wijze wordt getest.
Overigens ben ik het er niet mee eens dat de testmanager ook af en toe moet testen, hoe leuk dat ook is.
De testmanager moet mánagen, de naam zégt het al. Hij moet wél aanwezig zijn, zichtbaar zijn, zijn/haar team faciliteren, ondersteunen, beschermen tegen onheuse bejegening en bemoeials, verdedigen dat het testproject alleen maar de aan- of afwezigheid van kwaliteit constateert.
Maar vooral moet de testmanager het testproject managen binnen het grotere project en de organisatie-omgeving.
Voor de rest overigens 6 prima tips om tussen de oren te houden.
Naar mijn mening worden hier best wel veel deuren die open stonden nog verder open gezet. Doorgaans lijkt het mij dat je niet gaat testen als het je a: niet ligt of b: wanneer je er geen moer aan vind. Maar dat even ter zijde.
Het (functioneel/technisch/user) testen is, als je oog hebt voor een kwalitatief goede IT keten gewoon een onderdeel van een implementatie proces. Immers, als je hier zaken niet weet op te merken, gaat dit je gewoon geld kosten later in het proces.
Een ander belangrijk ding is dat je hiervoor een speciaal type mensen nodig hebt met een instelling die je ook weer terug ziet bij programmeurs en autisten. Het is een beetje een abstract soort mens die doorgaans niet zo empatisch is maar wel weer gedreven door….
Even aansluitend op de vorige criticaster hier voor mij…
@P.J. Westerhof
Een manager hoeft wat mij betreft ook niet mee te doen met het testen maar zal wel in de materie en discipline thuis moeten zijn om goed leiding te geven aan…. Ik heb dat in de praktijk menig maal knap fout zien gaan.
Overigens, je successen vier je, tenminste ik hoop dat men dat aspect niet vergeet, aan het einde van een rit met een hapje en een drankje en wie weet een klein leuk aardigheidje voor alle betrokkenen. (Tip)
@NumoQuest : met dat ‘Vier-je-successen’ en ‘Tip’ voeg je – afgezien van de ‘management speak’ nóg een open deur toe. Geeft niets, hoe meer open deuren hoe beter het doortocht.
Mits het project (ICT of anderzins) goed is ingericht is testen op zichzelf al een feestje. Het is immers alleen maar het constateren dat de vooraf gedefinieerde kwaliteit aanwezig is. Dat zou geen verrassing moeten zijn.
Gedurende de diverse subvormen van testen worden alle stakeholders – al dan niet abstract of empatisch – betrokken. Ook die betrokkenheid kun je heel aangenaam inrichten. Als alles is afgerond kunnen de kurken van de fles.