Open source software en open standaarden lijken zo'n logische keuze voor de overheid. Toch stamt de Motie-Vendrik alweer uit 2002, die het gebruik van open source in de publieke sector moest gaan stimuleren. Bij gebrek aan een dwingend karakter hadden deze en andere open source-initiatieven sinsdien helaas weinig effect. Mede door de inspanningen van Tweede Kamerlid Astrid Oosenbrug lijkt daar nu eindelijk verandering in te komen.
De Motie Oosenbrug-Gesthuizen werd april dit jaar met een grote meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. Voor het eerst werd er in heldere taal gesteld dat er bij overheidsaanbestedingen in de praktijk maar weinig terecht kwam van de ambities om meer open open standaarden en open source te gebruiken. De overheid was te afhankelijk geworden van een aantal vaste softwareleveranciers en hoefde bovendien niet te verantwoorden waarom er niet voor open source was gekozen. Door de motie is de regering in het vervolg verplicht om bij aanbestedingen open source software de voorkeur te geven, en daarnaast exit-strategieën te ontwikkelen om bestaande relaties met softwareleveranciers binnen vijf jaar te kunnen beëindigen. Oosenbrug sprak laatst op een seminar over open source bij de overheid, en deelde hier met de toehoorders dat ze nog veel verder wil gaan door sancties te leggen op het niet gebruiken van open standaarden.
Kostbare mislukkingen
Kamerlid Oosenbrug is lid van de PvdA, maar werkte voor haar politieke carrière als systeem- en netwerkbeheerder. Deze achtergrond heeft haar duidelijk geholpen om een lastig onderwerp als open source op een heldere manier over te brengen op een publiek van ministers, die daar minder affiniteit mee hebben. Volgens Oosenbrug wordt open source door traditionele IT’ers helaas nog te vaak afgeserveerd als projecten van hackers en hobbyisten. Deze mensen zouden zich beter moeten laten informeren en kennis maken met professionele leveranciers van open source software. Oosenbrug ziet daarnaast een aantal belangrijke ontwikkelingen die haar argumenten kracht bij hebben gezet. Het parlementaire onderzoek ‘ICT-projecten bij de overheid’ was een eye-opener dat veel kostbare overheidsprojecten faalden en bovendien in veel gevallen de afhankelijkheid van closed-source partijen vergrootte. Maar Oosenbrug stelt bovendien dat de onthullingen van Edward Snowden over internationale spionagepraktijken de ogen van veel mensen hebben geopend: ‘Voor veel bedrijven was dit een keerpunt. Als bedrijven met wie je al zo lang zaken doet op deze manier met dataprivacy omgaan, dan is het hoog tijd om afscheid te nemen.’
DUO en Het Kadaster
Tijdens het seminar werden ook enkele praktijkcases gepresenteerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en Het Kadaster. Die schetsten een verrassend positief beeld van open source binnen de overheid, maar bevestigden ook dat het afscheid nemen van closed-source niet altijd even makkelijk gaat. DUO stapte recent over van een omgeving opgebouwd met IBM Websphere naar Red Hat Jboss, en Het Kadaster verving een deel van de infrastructuur, dat gebruik maakte van Oracle Spatial-databases naar Postgres Plus van EnterpriseDB. Voor beide instanties was kostenbesparing een belangrijke factor, maar ook het feit dat de bestaande ict-producten niet voldoende tegemoet kwamen aan de wensen van de business. Met name de time-to-market bleek daar in veel gevallen onder te lijden.
Uitfaseren closed-source
In 2010 werden bij DUO open source architecturen geïntroduceerd via externe opdrachten. Deze kennismaking inspireerde de organisatie om meer open source te gaan gebruiken. Inmiddels is de eerste grootschalige migratie een feit, waarbij sofware van IBM en Microsoft grotendeels zijn vervangen door Red Hat Jboss. Webspere zal eind 2016 volledig uitgefaseerd zijn, maar men verwacht dat dit eerder zal zijn, door de soepel verlopende migratie. Bij DUO heeft men door deze migratie een nieuwe IT-platform gecreëerd op basis van open source, dat functioneel en technisch gelijkwaardig is aan andere enterprise-producten. Daarnaast zijn deze oplossingen financieel schaalbaar en men is door de gebruikte open standaarden veel vrijer in het wisselen van leverancier. Inmiddels is zelfs de business enthousiast over de behaalde resultaten. De roadmap om de komende jaren nog meer traditionele software uit te faseren lijkt daarom haalbaar. Naar verwachting zal DUO in 2015/2016 met het ODC-Noord, het datacenter van de overheid, de overstap maken naar Infrastructure-as-a-Service met Openstack en Ceph. Ook in 2016 staat de vervanging van Cordys door Red Hat Fuse op de rol, en in 2020 ten slotte zou de oude IBM i/DB2 database uitgefaseerd kunnen worden. Er is dus nog een lange weg te gaan. Uit deze voorbeelden blijkt gelukkig dat de overheid goed op weg is om open source en open standaarden te omarmen.
De strijd aan gaan met closed-source.
Zo noemt men dat dus in de politiek.
Je zou zeggen, je bent klant met veel geld. Veel geld.
Dan koop je een product en dan vertel je erbij : het moet wel open-source zijn !
Misschien zei die Astrid dat. Briljant. Hoop wachtgeld waarschijnlijk straks, voor die inspanningen.
Das opgelost dus en dan nu de schuldvraag. Mijn favoriet 🙂
“Volgens Oosenbrug wordt open source door traditionele IT’ers helaas nog te vaak afgeserveerd als projecten van hackers en hobbyisten. Deze mensen zouden zich beter moeten laten informeren en kennis maken met professionele leveranciers van open source software.”
Weer die IT-ers. Je zou ze toch …
Vervolgens van Websphere naar jBoss, functioneel en technisch gelijkwaardig aan andere enterprise producten. Jammer, weer bagger dus. Ooit een jBoss app proberen te debuggen ?
Ondertussen bij de politie :
http://www.nu.nl/politiek/4079865/nationale-politie-twee-keer-zo-duur.html.
Van 230 miljoen in 2 jaar naar 460 miljoen in 5 jaar.
Misschien kan Astrid weer ingrijpen : “het moest voor 230 miljoen in 2 jaar!”
“Volgens Oosenbrug wordt open source door traditionele IT’ers helaas nog te vaak afgeserveerd als projecten van hackers en hobbyisten.”
Wat ze eigenlijk bedoelt is “functionarissen met een schrijnend gebrek aan courante kennis en competentie die hun politieke stokpaardjes berijden omdat ze niks anders te bieden hebben”.
En tja, dan eindig je vroeg of laat op de koffie bij Ton Elias en consorten… Dat alles van uw en mijn belastingcenten natuurlijk.
Even voor de duidelijkheid, afnemen van code welke door een ander geschreven is blijft gewoon een vorm van uitbesteding. Uitfaseren van traditionele software klinkt dan ook eerder als een modernisatie om zodoende het spook van legacy te bestrijden. Open source biedt niet zoveel voordeel als je de kennis niet in huis hebt om deze te schrijven en te onderhouden, het voordeel van openheid in de code wordt dan nogal beperkt.
Mevrouw Oossenburg is abuis als ze stelt dat (technische) IT-ers open source als hobby zien, het was meestal de business die open source als anarchistisch zag omdat er vaak wat minder aandacht aan de ‘eye candy’ was besteed waardoor scriptkiddies al snel de naam kregen van hackers en hobbyisten. Laten we zeggen dat ik de hosanna verhalen te vaak gehoord heb als vervanging als vernieuwing gepresenteerd werd, in dat kader kan ik me nog wat onaangename spanningen herinneren aangaande DUO:
https://www.computable.nl/artikel/nieuws/overheid/5020424/1277202/duo-claimt-diverse-schades-na-kpnstoring.html
In hoeverre Astrid Oossenburg ingevoerd is in de materie, hoe diep ze ‘rabbithole’ is in gegaan weet ik niet, maar laatste keer dat ik keek werd er veel open source binnen monitoring en beheer gebruikt. Meestal omdat er weer eens ergens op bezuinigd was waardoor je ook hier de gebruikelijke IT debt tegen komt want uiteindelijk gaat het om een investering in geld of tijd als we kijken naar het hele fenomeen van onderhoud.
Het wantrouwen tegen open-source zit blijkbaar toch wel heel erg diep. Het tot doel stellen is dan wel weer overdreven. Dat je open standaarden tot doel stelt kan ik dan nog wel inkomen. Dat houdt in ieder geval je opties open en geeft je meer keuze.
Desondanks lijkt het me nog steeds lastig om te voor te stellen dat al die overheidsorganisaties veranderen en dat oude gewoontes en de helaas daarbij horende directe en indirecte belangenverstrengelingen blijven bestaan.
Desondanks hoop ik nog steeds dat de overheid zelf ook open-source projecten op gaat starten waarbij iedereen mee kan helpen om de software te verbeteren of uit te breiden met functies. Dan kunnen al die werkeloze 55+ IT mensen er een nieuwe ‘hobby’ op nahouden.
Lijkt mij geen pretje om een bijeengesprokkelde open source softwarestack (Virtualisatie layer, OS, database server, database client, JAVA, applicatie layer) te gaan beheren, met het risico dat je qua compatibility en end-of-life van de componenten op een bepaald moment muurvast komt te zitten.
L’histoire se répète. Dacht dat het besef er ondertussen wel was dat open standaarden en open source iets totaal anders zijn. Open standaarden is al lang geaccepteerd. Open source als doel op zich lost niks op. Of kan zelfs averechts werken zoals in eerdere reacties al goed is beschreven. Goede open source ‘verkoopt’ zich zelf.
Toch opvallend dat ook hier genoeg vooroordelen te lezen zijn.
Open source betreft het inzien en mogen veranderen van de kode, dan moet je wel een “community” opbouwen, beheren en stimuleren.
Dat Johan daarvoor werkloze 55+ ITers wil inzetten zegt veel over Johan, nu ja hij wordt vanzelf ook 55+ . . . . .
Dat de kwaliteit (van FOSS) inmiddels meer als goed genoeg is wordt door verschillende onderzoeken, die door de EU gefinanciert zijn, bewezen maar ambtenaren overtuigen dat samenwerking met andere ambtenaren voordeel biedt, is een enorme stap. Het concurrentiedenken zit diep, ook bij ambtenaren.
Hmmm… vooroordelen aangaande het inzien en afhankelijk van het licentiemodel mogen aanpassen van de code heeft niet zoveel met het opbouwen van een community te maken. Dat gaat dus inderdaad meer om samenwerken en laat de overheid daar nu juist over zijn eigen schaduw heen moeten kunnen springen.
Neem me dus niet kwalijk dat ik verhaal nog vooral wegzet als muziek voor de bühne, idee van open standaarden om wisselbare code te genereren is een heilige graal. Uiteindelijk heb je weer een afhankelijkheid met de ‘interpreter’ die alles naar een voor de computer begrijpelijke taal moet omzetten.
In dat kader benieuwd hoeveel kennis Astrid Oosenbrug heeft van protocollen, standaard als SNMP wordt door leveranciers al verschillend geïnterpreteerd.
@kj
Daar heb je docker voor. Inclusief automatische allocatie van beschikbare rekenkracht en ook nog eens relatief eenvoudig horizontaal schaalbaar is ism met je enterprise software stack.
Dan hoef je niets bij elkaar te sprokkelen maar kun je voor de beste toepassing gaan per functie die dankzij open standaarden uitwisselbaar is voor alternatieve producten die de concurrent in bepaalde aspecten heeft ingehaald.
@Jan van Leeuwen
Mijn opmerking over 55+ was cynisch bedoeld.
Heden ten dage zijn zelfs de closed source software ontwikkelaars gedwongen om binnen hun enterprise platforms een groot scala aan open source producten toe te passen omdat deze zelf ontwikkelen hoge onnodige kosten zou opleveren of omdat ze nou eenmaal dé standaard zijn.
Ik vraag me af of dit kamerlid zich voor het paard van de opensource-leveranciers liet spannen of echt een onderzoek verricht heeft naar dit fenomeen: Opensource en kosten besparing!
Ik ben benieuwd of Ossenbrug bekend is met de resultaten uit onderzoek rondom migratie naar Opensource bij twee Duitse steden Freiburg en Munchen die van MS Office naar OpenOffice gingen.
Samengevat…als je (op je Windows desktop) een deel van je KA zoals MS Office vervangt door een OpenSource dan zou je “geen” besparing realiseren op de kosten. De echte besparing kun je maken als je je architectuur en back-end diensten totaal baseert op OpenSource producten. Dit betekent een enorme migratie van diensten, training van gebruikers en beheerders en nog meer. Hou rekening met je Exit strategie in het geval van ….
Interoperabiliteit en Compatibiliteit zijn twee onderwerpen die om een “totale migratie” vragen.
Wat heeft voor zin om in de aanbestedingen van de overheid die meestal beperkt zijn tot een deel van ict diensten, meer voorrang te geven aan OpenSource producten? En hoe kun je in deze aanbestedingen van andere partijen/concurrenten winnen (die geen OpenSource bieden) als je initiële kosten hoger liggen (vanwege alle trainingen en migraties) dan die van non opensource concurrenten?
Het idee is misschien interessant maar dat heeft een wat breder onderzoek en aanpak nodig waarin de TCO beter getoetst dient te worden.