Door de snelle cloud-ontwikkelingen dalen de kosten van applicaties en zit internet of things (IoT) in een stroomversnelling. In de zorg, openbaar vervoer, logistiek, financiële sector, retail en het mkb ontstaan nieuwe mogelijkheden. Maar geld verdienen met IoT stelt eisen aan ontwikkelaars.
Voor wie internet of things (IoT) nog steeds een wat wollig begrip vindt, kwam de Kamen van Koopkandel (KvK) onlangs met een definitie. ‘IoT is een netwerk van slimme, communicerende objecten.’ Sommige van deze objecten ofwel things geven alleen data over zichzelf, anderen geven ook data over wat ze waarnemen, en dan zijn er nog things die autonoom reageren op hun omgeving. Smartphones, tablets, auto’s, sokken, espresso-apparaten, ventilatiefilters, koelkasten, thermostaten en stekkerdozen worden naar hartelust verrijkt met sensoren.
Onderzoeksbureau Gartner voorspelt dat er in 2020 zo’n 26 miljard slimme, verbonden producten in gebruik zijn. Dat komt neer op 3,3 apparaten per persoon, waarbij smartphones en tablets niet zijn meegerekend. U hoeft geen informatica te hebben gestudeerd om te snappen dat dit nieuwe kansen oplevert voor innovatieve it-bedrijven. Een van de kritische succesfactoren is de rol van ontwikkelaars die de applicaties bouwen. Van hen wordt het uiterste gevraagd. Een rondje langs de velden.
Ontwikkeltaal
‘Of IoT belangrijk is voor ons? Dat kun je wel zeggen.’ It-consultant Erik Pronk van CGI stuurt een team van elf ontwikkelaars aan voor het bouwen van applicaties in de transport- en logistieksector. Pronk legt uit dat CGI ook actief is in de zorgsector, bij overheidsorganisaties, in de infrastructuur, tuinbouw en retail. Pronk: ‘Al die sectoren worden nu overspoeld met data die geïnterpreteerd moet worden. Ik heb vooral ontwikkelaars nodig die nieuwsgierig zijn en het onbekende omarmen.’
Dat klinkt wellicht wat vrijblijvend maar Pronk voegt eraan toe dat het wel degelijk pure techneuten moeten zijn. ‘Daar heb ik om gevraagd bij mijn baas en die heb ik gekregen. Zo kan ik mijn ideeën het best realiseren. Ik ben zelf een echte Javaan, maar welke ontwikkeltaal mijn teamleden beheersen vind ik minder belangrijk. Java, .NET, C en C++ zijn allemaal prima, zolang er codes worden geprogrammeerd waar devices mee kunnen interacteren.’
Ook Ordina zet vol in op IoT. Evert-Jan Metselaar, manager smart technologies, wil eind dit jaar een kleine vijftig ontwikkelaars aan zijn businessunit hebben toegevoegd. Ordina, vooral bekend van sectoren waar witte boorden prominent aanwezig zijn, gaat zich meer richten op de koppeling met analoge devices in verkeer en vervoer, de zorgsector, de energie- en distributiebranche. Metselaar: ‘Overal moeten fysiek en virtueel aan elkaar geknoopt worden. Daarom willen wij ontwikkelaars die verstand van software hebben èn inzicht in traditionele vakgebieden als elektrotechniek, werktuigbouwkunde, mechanica, sensor- en bewegingstechnologie. Inderdaad, ontwikkelaars die snappen hoe IoT en it naar elkaar toe groeien.’
Design thinking
Toegevoegde waarde leveren, dat is wat er van de ontwikkelaars wordt gevraagd. IoT biedt daartoe allerlei mogelijkheden, die ook nog eens betaalbaar zijn geworden door de stormachtige ontwikkeling van cloud-technologie, stelt vice president Frank Wammes van Capgemini: ‘Traceren en activeren van data is al tijden mogelijk. Ontwikkelingen in de cloud hebben de kosten van applicaties nu flink omlaag gebracht. We zien mogelijkheden in tal van branches, zoals de tuinbouw, automotive industrie, het openbaar vervoer en smart city’s.’
Capgemini stond onlangs met een grote stand op de Developers Day in de Jaarbeurs. Wammes: ‘We willen zo laten zien dat we niet alleen een it-bedrijf voor consultants zijn. maar ook voor hardcore ontwikkelaars. Denk aan ontwikkelaars aan de achterkant voor connectiviteit, de integratie van de cloud met verschillende platformen, beveiliging en testen. En daarnaast de design thinkers aan de voorkant, die de dialoog aangaan met klanten, hun problemen onderkennen, usability en gebruikerservaringen verbeteren en procesverstoringen oplossen.’
De gedroomde kandidaten van Wammes’ Capgemini brengen ‘de sociale factor in de nerdyness’. Ze moeten vooral goed kunnen samenwerken in kleine teams. Scrum, Agile en DevOps zijn bij Capgemini gemeengoed. Wammes: ‘In onze teams zijn alle kwaliteiten nodig: technisch inzicht, design thinking, samenwerken, klanten overtuigen en imagination. Onderschat daarbij het belang van technische skills niet. Techneuten gaan weer bepalend zijn. Vroeger wilden we bestaande processen optimaliseren. Door IoT willen we nu vooral ook nieuwe processen creëren.’
Internet of trains
Voor business consultant Ron Peereboom van de NS is een trein ook een thing (net als een wasmachine of een espresso-apparaat). Peereboom omschrijft een trein als ‘een rijdende sensorbox’ boordevol Wi-Fi-technologie en sensoren. ‘Zelfs op het toilet, waar onze sensoren aangeven wanneer de vlotter vervangen moet worden.’ Peereboom wil een brug slaan tussen it en de businessprocessen bij de NS. Wat vraagt dit van de ontwikkelaars? Peereboom: ‘Dat ze dingen maken die begrepen worden, niet alleen voor onze interne processen, voor machinisten en conducteurs, ook voor de reizigers.’
Treinreizigers hebben vrijwel allemaal een smartphone op zak. Daardoor veranderen hun vragen aan het NS-personeel (dat eveneens toegang heeft tot internet). Peereboom vat samen: ‘IoT brengt data van reizigers, personeel, treinen en plansystemen bij elkaar en ontsluit nieuwe mogelijkheden. Ontwikkelaars die de impact van die mogelijkheden begrijpen, de reiziger meer in-control kunnen laten zijn en ‘reizen op maat’ dichterbij weten te brengen, zijn voor ons goud waard.’
Dit artikel is eerder verschenen in Computable magazine jaargang 48, nummer 5 van mei 2015.
NS heeft wel geld over voor high-tech zaken maar voldoende bewaking voor hun personeel kan er niet vanaf?
#prioriteiten