Inbo, een architectenbureau, werkt virtueel: alle bedrijfssystemen draaien in het datacenter van Eurofiber in Utrecht. De medewerkers hebben flexibel toegang tot hun applicaties, terwijl het bedrijf beschikt over een ict-omgeving die aan hoge eisen voldoet en kan meegroeien met de behoeften. Hiermee is Inbo klaar voor de nieuwe trend computing everywhere.
Fris, onorthodox, vernieuwend: het zijn typerende begrippen voor de projecten en werkwijze van Inbo. De aanpak van het Nederlandse architectenbureau is al meer dan vijftig jaar succesvol, getuige de vele realisaties in Nederland en daarbuiten.
Inbo is niet alleen innovatief als het gaat om advies, stedenbouw, architectuur en bouwkunde. Ook op ict-gebied loopt het bedrijf graag voorop. Al in 2010 zette Inbo de eerste stap richting virtualisatie, sinds 2013 werken alle circa 140 medewerkers in een virtuele omgeving. Hier vanuit gaat Inbo nu de volgende stap zetten: die naar computing everywhere.
Bouw informatie model
‘In 2010 hebben we met een partner een gebouw ontworpen, waarbij we moesten samenwerken in een bouw informatie model. Dat was destijds een nieuwe trend’, zo schetst Rien Schouten, ict-coördinator bij Inbo, de aanleiding voor de stap naar de cloud. In zo’n model, kortweg BIM, komt informatie van alle disciplines van een bouwproject in 3D bij elkaar. Schouten: ‘Het centrale model staat dan online en de betrokken partijen zetten hun gegevens erin. Het laat zien hoe veranderingen op het ene gebied doorwerken op het andere.’ Inbo wilde vanaf verschillende locaties kunnen werken met onder andere Autodesk Revit, de software die het voor BIM gebruikt.
Op dat moment werkte Inbo nog volledig decentraal. De zes vestigingen, verspreid door heel Nederland, hadden allemaal hun eigen ict-omgeving. Als pilot voor centralisatie werden tien werkplekken gevirtualiseerd. De centrale server kwam in de Inbo-vestiging in Woudenberg te staan. Gezien het succes van de pilot en het groeiende aantal Revit-gebruikers, besloot Inbo het centralisatieproces verder door te voeren. ‘Met het oog op de veranderingen in onze huisvesting, waren we aan het nadenken over meer locatieonafhankelijk werken’, vertelt Schouten. ‘De logische vervolgvraag was toen: wat doen we dan met onze eigen serverruimte?’
Extern datacenter
Het was voor Inbo geen optie meer om het datacenter in Woudenberg te laten blijven. Schouten: ‘We hadden niet de juiste voorzieningen om alle vestigingen vanuit daar te bedienen. Bovendien wilden we met ons datacenter ook niet aan een bepaalde locatie vastzitten.’ Een mobiel datacenter bleek bij nader onderzoek te duur. ‘Nadeel is ook dat je zelf voorzieningen als stroom moet regelen. De meest logische keuze was een extern datacenter. Dan heb je een omgeving die er helemaal voor gemaakt is. Toegang, beveiliging, stroom, verlichting, koeling: alles zit erop en eraan. Zo goed kun je zelf geen datacenter inrichten’, aldus Schouten. Bijkomend voordeel is dat in de nieuwe omgeving Inbo makkelijker de stap richting computing everywhere kan zetten.
Het toeval wilde dat Eurofiber rond die tijd op het punt stond om de deuren van zijn datacenter in Utrecht te openen en Inbo daarover benaderde. ‘Bij een vergelijking met twee andere lokale datacenters bleek Eurofiber over de best bereikbare locatie te beschikken met voorzieningen op het hoogste niveau te bieden. Bovendien waren de kosten lager’, zegt Schouten. Het datacenter van Eurofiber werd door de service provider van Inbo aangesloten op de bestaande glasvezelring tussen de zes vestigingen. Als eerste stap werd de internetverbinding centraal ontsloten vanuit het datacenter. In een tweede stap bracht Inbo alle andere systemen over en werd Woudenberg ingericht als back-uplocatie.
Even wennen
De samenwerking tussen Inbo en Eurofiber verliep voorspoedig. ‘Beide trajecten verliepen soepel en al onze opslag-, grafische en kantoortoepassingen draaien zonder problemen’, zegt Schouten. De korte lijnen met Eurofiber en de strenge ISO-normen vindt hij positief. Het idee van beheer op afstand was wel even wennen.
Schouten: ‘Maar eigenlijk is het niet anders dan in Woudenberg waar we twee gebouwen hebben. We hoeven alleen naar het datacenter voor het bijplaatsen van servers of een storing, heel zelden dus. Bovendien is de locatie voor ons goed bereikbaar. Naar Amsterdam zijn we al snel een uur onderweg.’
Het datacenter vergroot de flexibiliteit van Inbo: het bedrijf zit niet vast aan een locatie en hoeft bij een verhuizing alleen de verbinding te regelen. De eisen aan een nieuw pand kunnen bovendien lager zijn. Daarnaast hebben de medewerkers de mogelijkheid om flexibeler te werken. Schouten: ‘Met hun virtuele werkplek kunnen ze op verschillende bedrijfslocaties werken, maar ook thuis.’ Zo heeft Inbo de stap richting computing everywhere gezet, een trend die ze samen met Eurofiber kunnen gaan faciliteren.
Zware grafische applicaties
Een ander voordeel is de toegenomen schaalbaarheid. ‘Alles is schaalbaar: het aantal servers, de stroomvoorziening, de koeling, et cetera’, zegt Schouten. ‘Zo kunnen we ook gemakkelijk nieuwe toepassingen uitproberen, inclusief zware grafische applicaties.’
Tot slot bespaart Inbo met het datacenter op de energiekosten. ‘Omdat je precies weet wat je aan energie verbruikt, kijk je er scherper naar en ga je er bewuster mee om. We hebben onlangs vier storagesystemen vervangen door één systeem: dat levert ons jaarlijks een forse besparing op stroom op’, aldus Schouten.
‘Om het computing everywhere-principe toegankelijk te maken voor bedrijven is een goede digitale infrastructuur vereist’, meent Rudi de Visser, senior business consultant bij Eurofiber. ‘Daarnaast spelen virtualisatie en SDx een steeds belangrijkere rol. SDx, bijvoorbeeld in de vorm van een software defined datacenter of network storage, maakt de infrastructuur flexibeler en eenvoudiger aanpasbaar wanneer er nieuwe bedrijfsprocessen en architecturen moeten worden uitgerold.’
Snelle en veilige manier
Bovendien is computing everywhere volgens De Visser alleen mogelijk als het ‘always-on’ is. ‘Dat betekent dat datacenters een steeds crucialere rol spelen in het beschikbaar houden van computing power. Uiteindelijk dragen een degelijke digitale infrastructuur inclusief betrouwbaar datacenter bij aan de mogelijkheid om altijd en overal bestanden en toepassingen te gebruiken, op een snelle en veilige manier. De ervaringen van Inbo zijn hiervan een goed praktijkvoorbeeld.’
Dit artikel is eerder verschenen in Computable magazine jaargang 48, nummer 6, zomer 2015.
Virtueel werken Inbo
• Soepele overgang naar datacenter
• Voorzieningen op het hoogste niveau
• Locatieonafhankelijk werken
• Maximaal schaalbare it-omgeving
• Besparing op energiekosten