Europese bedrijven missen de kans om te groeien doordat ze niet volledig profiteren van de mogelijkheden van digitale technologie. Dat stelt John Higgins, director general van DigitalEurope, de organisatie die de digitale technologische industrie in Europa vertegenwoordigd. Higgins was te gast op de Huawei Innovation Day die eerder in München werd gehouden.
De grootste digitale kans in Europa ligt in de transformatie van onze bestaande industrie en bedrijfsleven. Drie kwart van de waarde van de digitale economie komt door digitale adoptie door de huidige industrie en bedrijfsleven. Het is afkomstig uit hogere productiviteit, meer concurrentie en daarmee de mogelijkheid om meer banen te creëren. Higgins: ‘Ooit werd aan de Amerikaanse bankovervaller Willy Sutton gevraagd waarom hij banken beroofde. Zijn antwoord was simpel: ‘Because that is where the money is.’ Datzelfde geldt voor de digitalisering van onze economie.’
Met zijn organisatie heeft Higgins onderzoek gedaan naar de transformatie van de industrie en het zakenleven in Europa. De resultaten van dat onderzoek staan te lezen in een rapport dat eveneens dertien aanbevelingen bevat om de transformatie te helpen en te versnellen. Tijdens zijn presentatie op de Huawei Innovation Day in München lichtte hij er drie uit.
1. Promoot het belang van digitaal leiderschap
‘Digitale transformatie heeft impact op alle onderdelen van een organisatie en de contacten met stakeholders. Dat betekent dat bedrijven steeds meer mensen nodig hebben die een geïntegreerde, digitale strategie kunnen ontwikkelen en uitrollen voor het gehele bedrijf. Digitale transformatie vraagt om een samensmelting van digitale en bedrijfsvaardigheden. Niet alleen moeten deze mensen de organisatie en de markt begrijpen, ze moeten ook weten hoe ze digitale technologie kunnen inzetten om de bedrijfsdoelen te behalen en om het bedrijf te veranderen. Sommige bedrijven hebben dit soort mensen al in dienst en noemen ze ‘chief digital officer’, maar dat zijn er nog veel te weinig. Ieder bedrijf heeft mensen nodig die de organisatie kunnen meenemen in de transformatie. Dat zou hoog op de agenda van Europese bedrijven moeten staan.’
2. Maak digitale vaardigheden onderdeel van het huidige lesprogramma
‘Als bedrijven inderdaad massaal digitale technologie omarmen en digitale leiders aannemen, zal dat steeds mee druk leggen op onze toch al niet zo overweldigend grote poel aan mensen met digitale vaardigheden. De vraag naar mensen met digitale kennis en vaardigheden zal flink groeien. De opleidingsinstituten, maar eigenlijk heel de onderwijssector moeten erop worden ingericht om mensen op te leiden die deze vaardigheden bezitten en kunnen benutten. Daarnaast wordt digitaal ondernemerschap belangrijk, ook een vaardigheid die veel meer en jonger moet worden aangeleerd. De huidige management development programma’s moeten worden uitgebreid met veel meer technische en digitale know-how.’
3. Stuur politici, toezichthouders en ambtenaren op digitale boot camp
‘Justpark is een online dienst die bestuurders van auto’s die op zoek zijn naar een parkeerplek, koppelt aan beschikbare plaatsen. Dat zijn veelal opritten van huizen. Vlak nadat de dienst werd gelanceerd, kregen de huiseigenaren hoge boetes en aanslagen, omdat de gemeentes vonden dat ze in overtreding waren, omdat ze bedrijfsmatige activiteiten uitvoerden. Daarmee werd de potentieel nuttige dienst direct de kop ingedrukt. Het moge duidelijk zijn dat beleidsmakers en toezichthouders steeds meer worstelen met de kansen en uitdagingen van een deeleconomie die mogelijk wordt gemaakt door digitale technologie. Dat betekent dat de vaardigheden van beleidsmakers ook aan veranderingen onderhevig zijn. Zij moeten een betere waardering krijgen van de mogelijkheden en effecten van digitale technologiën, zodat ze kunnen anticiperen op de digitale transformatie die Europa’s zakelijke en publieke markt zal moeten ondergaan. Digitale boot camps moeten onderdeel worden van de continue professionele ontwikkeling van politici, toezichthouders en ambtenaren. Er moet een mix komen van boot camps op lokaal, nationaal en Europees niveau en overheidsmedewerkers moeten worden aangespoord om ze te volgen.’