Al speelt koeling een belangrijke rol in de sector, Nederland is hot als het gaat om datacenters. Ons land wordt steeds meer het middelpunt van allerlei cloudoplossingen. Dankzij die cloud puilen datacenters intussen steeds meer uit en moeten ook steeds meer systemen met elkaar kunnen praten. Datacenters kijken daarom goed naar hun hardware om te kunnen groeien zonder groter te worden.
De datacenters in Nederland zijn van buiten doorgaans anoniem ogende bunkers en daarom niet zomaar op het blote oog te tellen. Toch zijn het er veel. Met Amsterdam als gerespecteerd internetknooppunt in Europa is ons land steeds meer in trek bij de grote datapartijen van de wereld. Natuurlijk is er in de Eemshaven nog genoeg ruimte, en met de Eemscentrale naast de deur ook voldoende stroom. Toch kun je niet onbeperkt blijven groeien door maar meer vierkante meters te voorzien van rekenkracht. Het koelen van grotere ruimten kost meer energie, en het beheer van ontelbare kasten vol processors wordt op een gegeven moment ook ondoenlijk. Om die redenen lopen de grootste datacenters ter wereld momenteel tegen fysieke barrières van hun rekenkracht aan, zowel qua ruimte als qua temperatuur. Ook in Nederland.
Daarom kijken steeds meer datacenter-exploitanten naar hun hardware. Want waarom méér hardware bijplaatsen als je ook efficiëntere hardware kunt plaatsen? Dan beschik je op dezelfde vierkante meter over meer rekenkracht en minder warmte. Een cirkel van een halve eeuw wordt gesloten, want bij datacenters kijken ze nu naar technieken die hun oorsprong vinden in de mainframes van de jaren zestig.
Natuurlijk zijn de processors extreem veel sneller dan toen – en ook sneller dan de gebruikelijke Intel-based architecturen – maar het virtualiseren dat door de cloud zo belangrijk is geworden, was in de mainframe-wereld al gemeengoed. Dat zien we nu terug in de Power-architecturen die in opkomst zijn in datacenters. Alle benchmarks worden daarop al in een gevirtualiseerde omgeving uitgevoerd. Met andere woorden: geen 20 procent performance-verlies als je er VMware op zet.
Maar Power is toch een gesloten wereld? Dat valt reuze mee. De nieuwste Power8-generatie – die acht simultaneous threads aankan – is ontwikkeld als open chip, het eerste resultaat van de OpenPower Foundation. De vijf founding partners van deze foundation hebben inmiddels gezelschap gekregen van zo’n honderd extra partners, die allemaal de open strategie van Power8 hebben omarmd.
De keuze voor OpenPower is voor datacenters heel logisch. ‘Open’ is nodig voor de connectie met de private clouds die bedrijven in hun eigen datacenters in de lucht houden, Power is nodig voor topprestaties: meer rekenkracht, zelfde stroomverbruik, minder koeling. Ook de uitrol is sterk vereenvoudigd dankzij de komst van PowerVC, een tool gebaseerd op Openstack. Met andere woorden: er wordt juist een open tool gebruikt om verbinding te leggen tussen private en public clouds. Voor het beheer geldt hetzelfde: daarvoor is nu Cloud Manager with Openstack.
Door de opkomst van Linux in enterprise-omgevingen zien we ook veel Linux-ontwikkelingen op de Power-architectuur. Begrijpelijk, want bij een enterprise-oplossing hoort ook hardware die enterprise-ready is. Wie onder Linux wil virtualiseren, gebruikt daarvoor het aloude KVM – en niet PowerVM, dat voor onder meer AIX en OS/400 is ontwikkeld. Maar wie Linux op Power8 wil draaien, kan nu ook KVM gebruiken voor zijn virtualisatielaag. Ook dat wordt inmiddels ondersteund.
Over enterprise-ready gesproken: minstens zo belangrijk is tooling die efficiënt hardwaregebruik mogelijk én inzichtelijk maakt. Veel leveranciers van clouddiensten hebben vermoedens dat ze hun systemen meer workload kunnen toevertrouwen, maar ze kunnen ’t niet zien. Diezelfde tools zijn ook handig voor de rapportage aan eindklanten: zo kun je laten zien wat je performance is. Ook voor security en compliance is volop tooling beschikbaar. Hoe prettig is ’t om gewoon een audit over je systemen te laten draaien en meteen bewijs te hebben?
Zo kunnen datacenters ook in Nederland blijven groeien zonder te hoeven uitbreiden. En beschikken ze bovendien over de hulpmiddelen waarmee ze klanten, auditors en hun eigen beheerders een groot plezier doen.
Dit artikel is eerder verschenen in Computable magazine jaargang 48, nummer 5 van mei 2015.
Stappen private cloud
Hoe bouwt een organisatie een effectieve private cloud? Hoe is daarbij de bestaande it in te passen of om te bouwen? Deze essentiële stappen zijn daarbij van belang:
• Snellere ontwikkelcyclus dankzij hergebruik en een hoge mate van automatisering
• Een open architectuur voor de ultieme flexibiliteit
• Geautomatiseerd management over zowel cloud- als traditionele omgevingen
• Geïntegreerd beveiligings- en beschikbaarheidsmanagement
• Analysetools voor het ontwerp van de effectiefste cloudmodellen en de vorming van een overkoepelende cloudstrategie
Biografie
Tonny Bastiaans werkt al ruim vijftien jaar met Power-systemen. Bastiaans is bij IBM gestart als customer engineer voor de RS6000 (de voorloper van Power-systemen) en sinds 2011 de product manager Benelux Power Systems.
Op zich een goed verhaal.Ik zou overigens wel een echte rekenkracht vs. power en TCO vergelijking willen zien met de huidige state of the art platforms.
Maar tenzij Power8 ook een transparante Intel x86-64 emulatie (performance?)doet zul je je eigen software toch echt voor Linux op Power8 moeten compileren dan wel software aanschaffen die ook Power8 ondersteunt
Dat hoeft geen probleem te zijn maar houd er wel rekening mee.