Elke werkdag behandelt Computable een onderwerp waarover lezers kunnen discussiëren. Vandaag over OpenVMS, een server-OS uit de oudheid dat nog best leven in zich heeft.
Software slijt niet, luidt een bekend ict-spreekwoord annex feit. Oude software gaat niet dood, je moet het killen, weet oudgediend software-engineer Grady Booch. Maar sommige software blijft leven, gekoesterd door een handjevol gebruikers. Zo ook het klassieke serverbesturingssysteem OpenVMS, dat niet alleen fans heeft onder oude gebruikers maar ook onder een nieuwe verzorger.
Sinds de zomer van vorig jaar is het kleine Amerikaanse bedrijf VMS Software officieel de supporter en developer van OpenVMS. Na een jaar onderhandelen met OpenVMS-eigenaar HP is het in 2013 aangekondigde einde omgezet in een vorm van uitbesteding. Het bedrijfskritieke platform is via Compaqs overname van DEC en HP’s overname van Compaq ook verhuisd van processorplatform naar processorplatform. De verse verzorger belooft niet alleen nieuwe versies maar in de toekomst ook een port naar x86-processors. OpenVMS heeft dus nog toekomst. Wat vind jij?
Precies zoals Peter Hofman aangeeft: in het hele ecosysteem van VMS (software, hardware, diensten) werd zeer ruim verdiend. Was niet uniek voor VMS, OS/400 is ook zo’n schitterend voorbeeld en er zijn nog diverse te noemen. Daarmee is het altijd een exclusief feestje gebleven en is het mede weggevaagd door meer mainstream systemen.
Dus niet alleen de marketing van Microsoft en Apple, maar ook de VMS salesmensen in de hele keten van destijds zijn mede-veroorzakers. Maar het zal hun worst wezen, die zitten nog steeds van de centen te genieten.