Digital Belgium zet in op groei en banen. Met vijftigduizend nieuwe banen en duizend nieuwe start-ups getuigt het actieplan Digital Belgium van ambitie. Bovendien moet het plan België in 2020 in de digitale Top-3 plaatsen van de Europese Digital Economy and Society Index. Alexander De Croo praat GOV bij over de digitale ambities van onze zuiderburen.
De Croo is vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post. Vanuit het internationaal perscentrum in het Résidence Palace aan de Brusselse Wetstraat annonceerde De Croo op 20 april zijn actieplan, ‘dat de digitale langetermijnvisie voor ons land schetst en vertaalt in duidelijke ambities. Aan de hand van vijf heldere inhoudelijke prioriteiten willen we de positie van België op de digitale kaart versterken: digitale infrastructuur, digitale economie, digitale vaardigheden, digitale veiligheid en digitale overheid.’
Onder de aanwezigen ook premier Charles Michel, die volgens De Croo de ambities van harte ondersteunt. ‘Onze doelstellingen: met een scherpe strategie en een volgehouden inspanning moet het mogelijk zijn dat België tegen 2020 de digitale top-drie haalt van de Europese Digital Economy and Society Index, er moeten in ons land duizend nieuwe start-ups het levenslicht zien en de digitale omslag moet vijftigduizend nieuwe jobs in een waaier van sectoren opleveren.’
Start-ups zijn brandstof
Een eerste concrete maatregel van Digital Belgium is het start-up plan. ‘Start-ups zijn de brandstof van de digitale economie’, zegt De Croo. ‘De digitale reuzen van morgen worden vandaag geboren. Beloftevolle start-ups hebben het vandaag moeilijk om kapitaal aan te trekken en hun groei te financieren, ondanks het feit dat in België veel geld slaapt op spaarrekeningen. Daarom voeren we een tax shelter in voor start-ups. Mensen die kapitaal inbrengen in een startende onderneming zullen kunnen rekenen op een belastingvermindering in de personenbelasting die oploopt tot 45 procent van het ingebrachte kapitaal. Ook voor crowdfunding komen er fiscale incentives.’
U heeft bij uw aantreden in oktober 2014 aangegeven dat elke handeling met de overheid tegen het einde van de regeerperiode digitaal moet kunnen. Kunt u dit nader duiden? Wat is het nulpunt, en wat moet er dan nog gebeuren?
‘Digitaal moet de standaard zijn bij de overheid tegen 2020. Zowel burgers als bedrijven moeten in staat zijn om alle contacten met de overheid via digitale weg te laten verlopen. Concreet moeten burgers al hun ‘levensgebeurtenissen’ via digitale weg aan de overheid kunnen melden. We starten natuurlijk niet van een witte pagina, applicaties zoals Tax-on-Web (de online dienst voor de aangifte personenbelasting – red.) of eBirth (de elektronische kennisgeving van een geboorte aan de Burgerlijke Stand van de gemeente – red.) zijn vandaag al een succes. We willen verder gaan: burgers moeten alle services kunnen gebruiken via één gebruiksvriendelijk en kwaliteitsvol digitaal portaal. ‘Only once’ moet daarbij het principe zijn: burgers moeten hun persoonlijke gegevens, wanneer deze ongewijzigd blijven, slechts één keer, en niet telkens opnieuw, aan de overheid meedelen.’
Werkbezoeken in buitenland
De Croo heeft in een eerder statement benoemd dat België een voorbeeld kan nemen aan de wijze waarop landen als Ierland en Estland zich digitaal ontwikkelen. Hij zegt daardoor geïnspireerd te worden. ‘Ik heb de voorbije weken en maanden een aantal werkbezoeken gebracht, onder meer aan Estland en het Verenigd Koninkrijk. Automatisch pik je dan interessante ideeën op. In het VK hebben ze met het ‘Seed Entreprise Investment Scheme’ tech start-ups een sterke stimulans gegeven waardoor Londen vandaag één van de digitale centra is. Ook hun e-gov aanpak is knap. Toen ik bij GDS (Government Digital Service – red.) rondliep had ik echt de indruk bij een start-up op bezoek te zijn en niet bij een ministerie. Dit moet ons inspireren in België om digitaal talent aan te trekken bij de overheid en om het goed te organiseren.’
‘De Esten zijn er in geslaagd om voor minder dan vijftig miljoen euro, al bij al een beperkt budget, heel wat oplossingen uit te werken. Je creëert er je eigen bedrijf online in minder dan dertig minuten. De Estse regering zet in op ‘being hasslefree’ en dat geeft hen een competitief voordeel om investeringen aan te trekken en digitale kennis te exporteren. Het Estse voorbeeld leert ook dat e-gov met sterke nadruk op open source en open api’s een ecosysteem van kleine lokale spelers tot stand brengt. De meeste e-gov applicaties zijn ontwikkeld door private partners.’
U heeft 10 februari van dit jaar de eerste werkvergadering met de ‘Digital Minds for Belgium’ gehad. Kunt u iets vertellen over dit initiatief, wat zijn de doelen en hoe is de financiering geregeld?
‘Digital Minds for Belgium’ is een collectief van mensen met een diepgewortelde ervaring in de digitale wereld. Ze begeleiden de opstart en uitrol van de Digitale Agenda voor België. De ‘Digital Minds for Belgium’ zijn een klankbord, net zoals een Raad van Bestuur dat is in een bedrijf. Tot de groep behoren internetondernemers, ceo’s van techbedrijven, academici, durfkapitalisten en opiniemakers. Ik heb de samenstelling bewust heel divers gehouden: het samenbrengen van jonge startuppers, ceo’s van grotere bedrijven en digitale denkers zorgt voor een interessante mix van mensen waaruit creatieve ideeën geboren worden. Diversiteit leidt tot innovatie. De ‘Digital Minds for Belgium’ komen regelmatig samen en doen dat op vrijwillige basis. Er bestaat geen specifieke financiering voor Digital Minds, maar we kunnen financiering vinden voor goede projecten die vanuit die groep komen. Bijvoorbeeld, ons start-up plan was geïnitieerd door Digital Minds en heeft een budget van tientallen miljoen euro’s gekregen na de laatste begrotingscontrole.’
Actief op sociale media
De Croo heeft een persoonlijke website en maakt gebruikt van sociale media zoals LinkedIn, Facebook, Twitter en Instagram, die stuk voor stuk aan zijn site zijn gelinkt. Ook schrijft hij blogs en nieuwsberichten. Hiermee is het heel transparant wat de Belgische bewindsman denkt en doet.
‘Ik hou van nieuwe technologieën en ik ben al lang actief op de sociale media. Ik ben wat ze noemen een ‘early adopter’. Ik schrijf mijn tweets meestal zelf, maar ik krijg ook veel suggesties van vrienden of medewerkers. Dat is ook het mooie aan social media. Het brengt een conversatie op gang en connecteert je met mensen waarmee je vroeger veel moeilijker in contact kwam. Ander effect is natuurlijk de directe response van mensen, bijvoorbeeld op Twitter. Vaak is het interessant om te zien op wat en hoe mensen reageren, al moet je natuurlijk wel blijven beseffen dat de groep mensen die op social media actief zijn nog steeds maar een selectie zijn van de hele bevolking.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 8.